De Nieuwe Gids. Jaargang 27(1912)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 241] [p. 241] Gedichten van G.H. Pannekoek Jr. Schemer-zang. Nu klinkt verlangen in mijn ziel... Een cel klaagt zacht een liefde-lied; 't geluid, dat in de kamer viel wekt oud en vaag verdriet. Het duister huivert om me heen... Wat is hier alles stil en grijs - al de verlangens van 't verleên herleven door die wijs. Een laatste diepe liefdeklacht klinkt door den avondschemer heen naar mij, die stil en eenzaam wacht en zacht om 't leven ween. [pagina 242] [p. 242] Melancholie. Twee oogen... oogen... hopelooze oogen onwendbaar op de mijne nu gericht, twee starre oogen in een bleek gezicht altijd naar mij gewend, of ik gebogen over mijn werk die stilstarende oogen ontwijke, of in een teêr-bemind gezicht blij lachen zoek, dat vaak mijn smart verlicht - ik voel 't strak staren van die sombre oogen. Eeuwge Melancholie, die met mij leeft en vaak uw armen om mij heen durft slaan, ofschoon ge weet, dat 'k uw omhelzing háát, zie hoe mijn lijf van angstge smarten beeft voor 't leven waar gij samen mee blijft gaan en dat daarom voor mij in droefenis vergaat. [pagina 243] [p. 243] Herinnering. Weet je nog, toen je me zag met de tranen in mijn oogen, diep over mijn werk gebogen, om mijn mond een lach? Hoe je zachtjes tot me kwam, zonder spreken naar me staarde of er droefheid om me waarde, en mijn handen nam? Hoe je in dien zachten druk al je liefde voor me legde en ik fluistrend aan je zegde, dat ik weende van geluk? Vorige Volgende