| |
| |
| |
Buitenlandsche staatkundige kroniek door Chr. Nuijs. LVIII.
‘Mir geht es, wie der Katze mit der Maus.’.
Goethe: Faust.
Als de kat met de muis, zoo speelt het groote Russische Rijk met de Aziatische staten. Het is alsof Rusland nooit genoeg grondgebied krijgen kan, of het bij zijn uitgestrekt Europeesch gebied nog geheel Noord-Azië wil voegen. Reeds nu is het een kolos geworden, die bijna niet meer te besturen is, die voor een centrale regeering, door de verscheidenheid van volken, rassen, talen en opvattingen, allerlei moeilijkheden oplevert. En toch gaat die regeering voort, met een onbegrijpelijke kortzichtigheid, voortdurend nieuwe gebieden met nieuwe volken, nieuwe rassen, nieuwe talen en opvattingen, aan het reuzengebied toe te voegen. Het historische proces van de uitbreiding der grenzen in Azië schijnt nooit tot stilstand te komen. Met een regelmatigheid, die bewondering zou moeten afdwingen zoo zij voor een beter, een loffelijker doel werd aangewend, poogt de regeering van den Tsaar altoos weer nieuwe aanleiding te vinden, om zich te mengen in de aangelegenheden van tot dusver onafhankelijke volken in Azië, ten einde daarvan gebruik te maken, om eerst economischen invloed te verkrijgen, en dien dan door troepenzendingen te versterken. Want, bewust of onbewust, iedere Russische regeering kent het woord van Thucidides en past het toe: dat de handel de jongere broeder is van den oorlog.
Wat niet anders zeggen wil, dan het bekende woord van Rhodes: ‘The Union Jack is the best commercial asset’.
| |
| |
Wij hebben die houding van Rusland in deze eeuw kunnen opmerken in Mantsjoerije en Korea. Toen in 1900 in China de Boxersopstand uitbrak, achtte Rusland het oogenblik aangebroken, om den eersten stap te doen ter verdeeling van het Chineesche Rijk. Door het aanleggen van den spoorweg van Charbin naar Port-Arthur, dat het na den Japansch-Chineeschen oorlog aan den overwinnaar had weten te ontfutselen, - zooals Engeland Wei-hai-Wei, - had het zijn economischen voorsprong gemaakt. In 1900 rukte Alexejef met zijn Russische troepen uit Siberië Mandsjoerije binnen en bezette hij de voornaamste plaatsen langs den spoorweg; de plaatsen, die in den Russisch-Japanschen oorlog een zoo treurige beroemdheid voor Rusland zouden erlangen.
Om Europa en Japan gerust te stellen, vaardigde Alexejef de berucht geworden proclamatie uit, waarin hij verklaarde: dat de Russen de grens van Mantsjoerije overschreden en dit gebied bezet hadden, niet om het te behouden, maar uitsluitend om er de orde en de rust te handhaven, en de vreemdelingen te beschermen. Zoodra de onlusten in China zouden zijn gedempt en de orde hersteld, zouden de Russische troepen het bezette gebied weder verlaten en naar Siberië terugkeeren.
Dit gebeurde in denzelfden tijd, dat de vereenigde Europeesche strijdmacht, onder bevel van den Duitschen maarschalk Von Waldersee, van Tientsin naar Peking oprukte, met een soortgelijk doel, als de Russen voorgaven in Mantsjoerije na te streven. En de Europeesche regeeringen hadden dus geen reden kunnen aangeven, om de Russische verzekeringen te wantrouwen.
Maar toen de onlusten gedempt waren in China, de leiders der Boxersbeweging waren onthoofd en verbannen, de keizerin Tsu-Hsi en keizer Koeang-Hsü in Peking waren teruggekeerd, en prins Tsjoen als ‘boeteprins’ naar Duitschland was vertrokken, om voor den Duitschen keizer ‘kotau’ te maken wegens den moord op den Duitschen gezant Von Ketteler, - toen de vereenigde Europeesche strijdmachten China weder verlieten, met achterlating slechts van eenige detachementen als wachtposten voor de in 1900 ernstig bedreigde gezantschapswijk, toen bleven de Russen in Mantsjoerije. Want als de Russische beer eens zijn grooten klauw op een plek heeft gezet, is het al heel moeilijk, hem dien te doen terugtrekken. Aan beloften ontbrak het
| |
| |
niet; maar er waren altoos wel redenen om die niet na te leven. Op de Russische diplomatie - en op haar alleen? - is gewoonlijk het bekende woord van Mephisto toepasselijk:
Ist es das erste Mal in Eurem Leben,
Dass Ihr falsch Zeugnis abgelegt?’
Het was in die dagen, dat Rusland, in plaats van Mantsjoerije te ontruimen, poogde den economischen voorstoot ook in Korea te beproeven, en dat het beruchte syndicaat, waarvan Beobrasef de leidende gedachte en Russische grootvorsten de geldschieters waren, in Noord-Korea - dat toch bij den vrede van Semonoseki onder de sfeer van invloed van Japan gekomen was - houtaankappingen wilde gaan ondernemen.
Dat ging Japan wat over de schreef. Het vroeg, kalm en waardig, aan Rusland: ‘wanneer het dacht zijn belofte, om Mantsjoerije te ontruimen, te vervullen?’
Door die brutale vraag een beetje verrast antwoordde Rusland: ‘Op 8 October 1903’.
Japan wachtte; de 8ste October kwam; maar inplaats van ontruiming zond Rusland reusachtige troepenmassa's naar Mantsjoerije. Alexejef hield een wapenschouwing bij Port-Arthur, die er op berekend was, Japan een wonderbaar denkbeeld van de Russische strijdmacht te geven.
Maar de zonen der Zon lieten zich daardoor niet van de wijs brengen. Zij wisten wel, en zij hadden er leergeld voor betaald, dat die Russische schittering slechts schijn was
De gebleken onwil van Rusland, om het gegeven woord te houden, bracht Japan er toe den oorlog te beginnen. Men weet met welk gevolg.
Maar Rusland heeft daardoor niets geleerd. Bismarck heeft eens (Poschinger, Tischgespräche) deze diagnose van Rusland opgesteld:
‘Russland gleicht einem starken und gesunden Manne, der von einer Krankheit befallen ist. Wenn er Rat annehmen, und zwei oder drei Tage zuhause bleiben will, wird er unmittelbar wohl werden und so stark wie je. Aber wenn er darauf bestehen will, auszugehen, umher zu spazieren und draussen Geschäfte zu erledigen, als wenn er wohl wäre, wird sich seine Krankheit fest
| |
| |
auf ihn legen, und vielleicht wird er sterben. Zwei oder drei Tage im Leben eines Mannes, bedeuten zehn, zwanzig oder dreissig Jahre im Leben einer Nation. Russland muss “zuhause bleiben”. Es hat eine grosse Zukunft; seine höchsten Adeligen sind intelligent und ehrenwerth; seine Bauern sind die besten Kerls in der Welt; in der Mitte ist es faul, der Beamtenadel ist ein giftiges Geschwür, welches seine Eingeweide hinwegfrisst’.
Die diagnose is nog even juist, als op den dag dat Bismarck ze stelde. Rusland moet zich rustig houden en eerst zorgen, dat het eigen huis in orde komt. Het is in den Japanschen oorlog gebleken, hoe slecht dat ingericht is. De ziekte, waaraan Rusland lijdt, is in en door dien oorlog toegenomen, en de slechte eigenschappen der bureaucratie, die daarin op zoo overtuigende wijze te voorschijn traden, zijn sedert nog niets verbeterd. De rust, die Rusland noodig heeft, om zich zelf te herzien, gunt de bureaucratie het niet. Integendeel, om zich te beter te kunnen verrijken, om het gierenwerk te kunnen voortzetten dat Bismarck reeds als het hoofddoel van dien ‘Beamtenadel’ aangaf, zocht deze naar afleiding, naar conflicten, naar buitenlandsche onaangenaamheden, naar grensuitbreiding, die zoo gereede aanleiding geeft voor wat Bismarck in een andere aanteekening, in zijn Gedanken und Erinneringen (II: 216), als het voornaamste werk der Russische ambtenaren aangeeft, wanneer hij zegt dat deze den Tsaar beliegen of op een dwaalspoor brengen.
En zoo zien wij dan thans de Russen weer druk bezig om den goeden raad in den wind te slaan, dien zij van Bismarck, en van andere goede kenners der Russische toestanden ontvingen. Zij kunnen zich niet rustig houden, om de kwaal die aan de welvaart en de ontwikkeling van hun land teert, te laten genezen. Zij zijn vergeten, dat hun eigen staatsman, Gortschakof, na den Krimoorlog evenzeer de rust noodzakelijk achtte en op Europa's toernooiveld de verklaring aflegde: ‘La Russie se receuille’. Het acht thans een ‘receuillement’ onnoodig, doch ontwikkelt een verbazingwekkende werkzaamheid in de buitenlandsche politiek, die men van een krachtigen, volbloedigen man zou kunnen verwachten, niet van een tot rust veroordeelden. De twintig, dertig jaar, die Bismarck noodig achtte, zijn nu wel
| |
| |
verdubbeld. Want de gezondheidstoestand is er heusch niet beter op geworden.
Maar getrouw aan zijn historische tradities poogt het, naar de bekende methode van Potemkin, aan de Europeesche zijde een krachtigen, schitterenden, trotschen gevel op te richten, die den indruk maken moet van een geweldig bouwwerk; achter dien decoratieven voorhang echter is niet veel meer dan vergulde armoede en ellende. Door Frankrijk van geld voorzien, door Engeland gevleid, door Duitschland met sympathie behandeld - keizer Wilhelm gedraagt zich steeds naar het woord, dat zijn grootvader hem op zijn sterfbed zou hebben toegevoegd: ‘Zorg steeds voor een vriendschappelijke verhouding tot Rusland!’ - meent het tegenover de wereld een goed figuur te kunnen maken, en zijn va banque-politiek ongestraft te kunnen voortzetten. En terwijl in het binnenland een reactionaire politiek wordt gevoerd, zooals de wereld nog zelden te zien kreeg - zelfs niet na de onderdrukking van den Decabristenopstand door Nicolaas I - wordt in het buitenland een hooge toon aangeslagen. Zoowel in Azië als in Oost-Europa.
Zoo zagen wij allengs de Perzische, de Mongoolsche en de Turksche quaestie ontstaan.
De wijze waarop Rusland in Perzië optreedt, doet denken aan de tyrannie, waarmede in de jaren na de onttrooning van Alexander van Battenberg de Russische generaals Kaulbars, Sobolef en Ignatief - dien de Turken den ‘Vader der leugenen’ noemden - in Bulgarijë optraden en de Bulgaren met den knoet poogden te maken tot gewillige werktuigen voor de Russische politiek.
In 1907 werd tusschen Engeland en Rusland een overeenkomst aangegaan betreffende Midden-Azië, waarin werd bepaald: ‘de contracteerende regeeringen verbinden zich, de onaantastbaarheid en de onafhankelijkheid van Perzië te eerbiedigen en te beschermen’. Scherpzinnige opmerkers waagden het toen reeds, het vermoeden uit te spreken, dat die aanhef maar ‘voor de leus’ was, en dat de economische sfeeren van invloed, die in het vervolg van het tractaat werden aangegeven, de voorboden van een latere politieke onderwerping en verdeeling zouden wrorden. Vier jaren lang hebben de ‘beschermende mogendheden’ hun ongeduld weten te beheerschen. Thans schijnt Rusland het oogen- | |
| |
blik gekomen te achten, om de vruchten te plukken van deze economische politiek van voorbereiding. Voor de onafhankelijkheid van Perzië is het laatste uur aangebroken, en de nakomelingen der vroegere wereldbeheerschers hebben slechts de vraag te beantwoorden gehad, of zij vrijwillig de vasallen van Rusland zouden worden, dan wel of zij eerst door Rusland met geweld van wapenen daartoe moesten gedwongen worden.
De Perzische regeering, die wel inzag dat tegenstand tegen den wil van den machtigen Russischen buurman toch vergeefs zou zijn, heeft besloten zich vrijwillig den strop om den hals te halen; het parlement, dat zich nog wilde verzetten, is naar huis gestuurd. En de bewoners van enkele streken, die den moed hadden zich tegen de Russische overheersching en interventie met geweld te verzetten, maakten aldra kennis met Russische argumenten, waartegen geen hooger beroep bestaat; zij werden gevangen genomen, als oproerlingen voor een Russischen krijgsraad gebracht en opgeknoopt. Wijl zij zich verzetten tegen een indringer, dien zij te recht als een vijand van hun land aanzagen.
Naar de berichten te oordeelen, die van beide zijden over de aanleiding tot dit Russische optreden in de wereld zijn gekomen, is het buiten twijfel, dat Perzië volkomen in zijn recht was. Maar wat baat dat? Lafontaine heeft ons in zijn fabel van den wolf en het lam reeds geleerd:
‘La raison du plus fort est toujours la meilleure’.
En het recht van den sterkste was in dit geval zeker aan Ruslands zijde.
De revolutie in Perzië, die aan de autocratische heerschappij van Sjah Mohammed Ali, een einde maakte en een constitutioneel bewind invoerde, was in Rusland van het eerste oogenblik gehaat. De Russische commandant der kozakken in Teheran streed tot het laatste oogenblik aan de zijde van den viermaal meineedigen sjah tegen de constitutioneelen. En toen eindelijk de sjah in zijn paleis was gevangen genomen belastte Rusland zich met de zorg voor zijn interneering en bewaking op Russisch grondgebied. Hoe goed het dit deed bleek wel uit het feit, dat Mohammed Ali in zijn gevangenschap gelegenheid vond tegen Perzië een samenzwering op touw te zetten, troepen aan te werven, aanhangers om te koopen, en zelfs geschut naar de
| |
| |
Perzische grens te voeren, dat door meegaande Russische douaniers - die anders o zoo weinig meegaand zijn! - voor mineraalwater werd aangezien. En toen eindelijk de sjah, zijn gevangenschap moede, het interneeringsoord verliet en zich naar Perzië begaf om zijn rijk te herwinnen, bracht een Russische gouvernementsstoomboot hem, over de Kaspische zee, naar Perzië.
Dat was de eerste poging om in Perzië den burgeroorlog te doen ontstaan, en van de gerezen onlusten gebruik te maken, ten einde het slot van de genoemde fabel plastisch voor te stellen:
‘... Il faut que je me venge.
Là-dessus, au fond de la forêt
Le loup l'emporte et puis le mange
Sans autre forme de procès.’
Verschillende omstandigheden beletten, dit plan zoo uit te voeren als het was opgemaakt. Maar de uitvoering ondervond daardoor toch geen vertraging. Openlijk steunde Rusland - ondanks de officiëel afgelegde verklaring van onzijdigheid in den strijd tusschen Mohammed Ali en de regeering, - de rebellen. Een Perzisch gouverneur, die met een afdeeling regeeringstroepen tot den vroegeren sjah overliep en dus hoogverraad pleegde, werd door de regeering gevangen genomen en in Tebriz opgesloten. De Russische consul-generaal trok met Russische kozakken naar het paleis waarin de hoogverrader was opgesloten, stelde hem in vrijheid en gaf hem de gelegenheid zich opnieuw bij den ex-sjah aan te sluiten. Dit is slechts een staaltje. Zoo als zij in Tebriz deden, deden zij overal. Voor Rusland bestond de onzijdigheid slechts, om haar te schenden ten gerieve van den ex-sjah. En toch werd Mohammed Ali verslagen en zijn legertje door de regeeringstroepen uiteengedreven.
Dat was een streep door Ruslands rekening. Doch het had nog meer koorden op zijn boog. De Perzische regeering had de bezittingen van de in het leger van den ex-sjah strijdende prinsen verbeurd verklaard. Op grond van dit besluit nam de Amerikaansche directeur der Perzische financiën, Morgan Shuster, maatregelen om het landgoed aan prins Shoa-es-Sultaneh door zijn ambtenaren in bezit te doen nemen.
| |
| |
Dit gaf Rusland de gezochte aanleiding voor interventie. Een Russische bank had vorderingen op dien prins, waarvoor op diens landgoed een hypotheek was geplaatst. Optredende voor die bank eischte de Russische consul-generaal te Teheran uitlevering van het in bezit genomen landgoed. En toen dit werd geweigerd, werden de Perzische gendarmes, die met de bewaking van het goed waren belast, gearresteerd door Russische kozakken van de consulaatswacht te Teheran, onder aanvoering van Russische consulaire ambtenaren. Toen Perzië zich daarover beklaagde en terugroeping vroeg der ambtenaren, die hier toch zeker in strijd met hun ambt en plicht waren opgetreden, zond de Russische gezant het Perzische protest terug, met den eisch dat Perzië aan Rusland verontschuldiging zou aanbieden. Dit moest binnen 24 uur geschieden, anders zouden de Russische troepen de Perzische grens overschrijden.
In zijn benauwdheid riep Perzië de hulp van Engeland in. Doch de regeering te Londen, die alleen oogen heeft voor het Duitsche gevaar, en overigens de slippendraagster is van Frankrijk en Rusland, wist Perzië geen anderen raad te geven, dan zich te onderwerpen aan Ruslands eisch.
Het ongelukkige lam deed het; het verontschuldigde zich voor het niet begane misdrijf, meenende daardoor den toorn van den wolf te kunnen bezweren. Het had misgetast.
Rusland, in plaats zich tevreden gesteld te verklaren, stelde onmiddellijk een nieuw ultimatum. Morgan Shuster, de Amerikaansche directeur der Perzische financiën, en de Amerikaansche ambtenaren door dezen benoemd, moesten worden ontslagen, de regeering te Teheran moest beloven geen buitenlanders in Perzischen dienst aan te stellen, dan na verkregen goedkeuring van Rusland en Engeland; bovendien moest Perzië aan Rusland een schadeloosstelling betalen van drie millioen Roebels voor de kosten der Russische expeditie, wijl het eerste ultimatum niet spoedig genoeg beantwoord was.
Het is duidelijk dat voor zulk een eisch ook geen schijn van recht bestaat. Als Perzië, zooals het tractaat van 1907 verklaart, een onafhankelijke staat is, dan heeft het recht zijn ambtenaren te benoemen naar eigen keus, zonder daarvoor van iemand vergunning noodig te hebben. Het is een zonderling soort on- | |
| |
afhankelijkheid, die niet eens vrijheid geeft voor de benoeming van staatsambtenaren....
Opnieuw vroeg de Perzische regeering de hulp en den steun van Engeland, en opnieuw wist dit geen anderen raad te geven dan: toegeven aan Ruslands eisch. Dit is weliswaar geheel in strijd met de steeds door Engeland gevolgde staatkunde, van conservatieve en liberale kabinetten, die altijd gereed en bereid waren de verdrukten te helpen tegen den onderdrukker. Het moderne Engeland, zoo klaagde immers Disraeli al, toen hij zijn roman ‘Sybil, or two worlds’ schreef, is aan zijn tradities ontrouw geworden:
‘In olden times, o, Romans, was thy care
To crush the migthy and the weak to spare,
But modern Engeland higher glory seek,
To spare the mighty and to crush the weak’.
Terecht mocht lord Rosebery er op wijzen, dat de door Engeland onder Sir Edward Grey gevolgde staatkunde onjuist is. Om Duitschland maar te kunnen isoleeren, steunt Engeland Frankrijk in Marokko, in strijd met zijn eigen belangen, helpt het Rusland in Turkije, Perzië en China en ondermijnt daardoor de grondslagen van de imperiale belangen en de oude tradities der Engelsche staatkunde, en handelt het in strijd met plechtig aangegane verbintenissen, waarbij de integriteit van Perzië als van China werd vastgesteld, zoowel als met belangen van Engeland. Bij zulk een staatkunde moet zelfs de kundigste kop de kluts kwijt raken.
En Rusland, dat al deze zwakke zijden in Engelands politiek duidelijk inziet, weet daarvan met groote handigheid gebruik te maken.
Zonder een vinger uit te steken, om Perzië te helpen, ziet Engeland toe, dat van alle zijden Russische troepen de Perzische grens overtrekken, een aantal plaatsen bezetten, zich daar huiselijk inrichten, de Russische veldkrijgsraden invoeren, en daarvoor een aantal Perzen terecht doen staan, die zoo ze iets deden, zich bevonden in staat van wettige zelfverdediging tegen een inbreker. Voor dit feit werden zij op Russische manier aan een galg gehangen, totdat de dood er op volgde.
| |
| |
En bij dit alles verzekert Rusland aan ieder die het hooren wil, dat het volstrekt geen plan heeft, Perzië te bezetten of te behouden! Integendeel, het wil er slechts rust en orde herstellen. Maar het gebruikt daarvoor dan ook de meest afdoende middelen.
Wie de onwaarachtigheid der Russische verzekeringen al meermalen heeft ondervonden, weet wat hij er van te denken heeft.
De Engelsche regeering alleen doet of zij het in allen ernst gelooft. En zij geeft daardoor een bijna komische illustratie bij het bekende epigram van lord Byron:
‘The world is a bundle of hay,
Mankind are the asses who pull;
Each tugs it a different way
And the greatest of all is John Bull’.
Het is echter zoo erg niet. Het is meer zelfverblinding dan domheid, die Engelands houding bepaalt.
Nog merkwaardiger is de wijze waarop Rusland in Turkestan en Mongolië optreedt. Gebruik makende van de revolutionaire beweging in China, poogt het ook daar zijn gebied uit te breiden, zijn invloed te vergrooten, zijn macht te vestigen.
Reeds in het voorjaar is dat begonnen. En de geheele geschiedenis is, evenals zoovele andere diplomatieke handelingen van Rusland, een bewijs voor de juistheid van Bismarck's stelling: dat de Russische diplomatie - al is de eenheid van actie nooit verzekerd - in haar methode altoos onveranderlijk blijft, wijl zij absolutistisch, tataarsch of barbaarsch is.
In 1881 sloot Rusland met China een verdrag tot regeling der Russisch-Chineesche handelsbetrekkingen, en der consulaire en douane-quaesties in het geheele gebied buiten den grooten Chineeschen muur. Nu had Rusland, in 1871, tijdens den Mongolenopstand, Koeldscha, een Chineesche plaats, bezet, onder voorwendsel China hulp te willen verleenen bij het onderdrukken van dien opstand. Op de belofte vertrouwende, dat Koeldscha weder zou worden ontruimd als de orde en rust hersteld waren, liet China de bezetting toe. Doch toen de Regeering te Peking na het einde van den opstand, op ontruiming aandrong, weigerde
| |
| |
Rusland. Precies dezelfde geschiedenis, als in 1900 met Mantsjoerije.
Tien jaren duurde de kibbelarij over Koeldscha en het omliggende gebied van Turkestan. En toen in 1881 het bedoelde verdrag met China gesloten werd, stemde Rusland in de ontruiming toe, onder voorwaarde, dat China negen millioen roebel schadeloosstelling zou betalen, en den Russen aanmerkelijke economische en handelsvoordeelen zou toestaan in Mongolië en Turkestan.
In het voorjaar van 1911 werd plotseling door Rusland de eisch gesteld, dat China Koeldscha zou ontruimen en aan Rusland teruggeven.
Dat was de eerste stap op den weg, dien Rusland wilde inslaan, om zich in dat deel van Azië te nestelen. In de dagen waarin de eerste verschijnselen zich voordeden van de ontwaking van China, waarin de eerste revolutionaire woelingen voorkwamen, wilde Rusland zijn plannen, om zich van Mongolië en Turkestan meester te maken, voorbereiden. En Koeldscha is een belangrijk handelspunt; het ligt aan den grooten karavaanweg naar Semipalatinski, naar Bokhara, naar Chokand, en de belangrijkste plaatsen van Mongolië, en was dus een gewichtige bezitting voor Rusland.
Zonder het antwoord van China af te wachten werd Koeldscha door de Russische troepen bezet. De Chineezen waren te zwak om aan dit opdringen weerstand te bieden. Sedert is de revolutie in China uitgebroken. De Mantsjoe-dynastie, die steeds de Chineesche grensvolken, waartoe ook de Mongolen behoorden, heeft onderdrukt en afgeperst, ziet zich bedreigd door de Jong-Chineesche Republikeinen. In Mongolië is de oude haat tegen de onderdrukkers ontwaakt. Zij hebben den Lama of Kotoechtoe van Oerga, die naar de meening der Boeddhisten in heiligheid onmiddellijk volgt op den Dalai Lama van Thibet, en die nog onlangs een gevangene was in handen der Chineesche troepen, tot hun onafhankelijken heerscher uitgeroepen.
En van deze gelegenheid wil Rusland thans gebruik maken, om zijn invloed duurzaam in Mongolië te vestigen.
Het had dit alles krachtig voorbereid. De Russische handels-expedities, de intieme betrekkingen tot Mongoolsche vorsten,
| |
| |
waarover China in het antwoord op het Russische ultimatum klaagde, zijn gebleken de voorboden te zijn van de nieuwe Russische politiek. In de meeste plaatsen in de nabijheid der grens en in enkele voorname handelsplaatsen van het binnenland werden consulaten gevestigd, die, ter bescherming van den consul en zijne ambtenaren, consulaatswachten kregen van Russische kozakken. Te Oerga en te Koeldscha is die consulaatswacht een regiment cavalerie sterk. In den laatsten tijd is het aantal consulaten tot 13 uitgebreid, en is aan elk consulaat een regiment kozakken toegevoegd, zoodat zonder verdere troepenzendingen reeds dertien regimenten kozakken in Mongolië gelegerd zijn.
En nu behoeven wij slechts na te gaan, hoe de Russische consuls in Perzië optraden, om precies te weten, met welk doel die consuls en hunne kozakken-regimenten naar Mongolië zijn gezonden. Bovendien hebben de Russische kooplieden in de verschillende handelsplaatsen een soort autonomie of zelfbestuur ingevoerd, onder leiding der gekozen oudsten, en zich daardoor volkomen weten vrij te maken van de Mongoolsche of Chineesche autoriteiten.
Onder die omstandigheden krijgt het bericht, dat onlangs Mongoolsche gezanten te Petersburg zijn aangekomen, om Rusland het protectoraat over Mongolië aan te bieden een bijzondere beteekenis. De Kotoechtoe, de ‘levende Boeddha’ in Mongolië, die hen zond, is niet meer dan een willoos werktuig in handen der Russen.
Deze priester-vorst is een betrekkelijk jonge man, die aan den drank verslaafd is, en zich uitput door weinig met zijn monnikschap strookende genoegens, door de bedevaarten der duizenden Mongolen, die naar Oerga komen om zijn geheiligd aangezicht te zien, en de geschenken die de Russische consul Schichmaref - een in Aziatische gebruiken zeer ervaren ambtenaar, die jarenlang te Oerga gevestigd is - hem bij alle gelegenheden met gehuichelden eerbied aanbood, heeft hij een wel wat overdreven denkbeeld van zijn positie en zijn waardigheid gekregen.
Onder den invloed van zijn Russischen raadgever heeft hij den Chineeschen Amban, den vertegenwoordiger van den keizer en gouverneur van Mongolie, verjaagd, en zich zelf tot heerscher uitgeroepen. Maar hoe een, achter de palissaden aan zijn klooster- | |
| |
paleis volkomen wereldvreemd geworden monnik, die bovendien aan drank- en opiumgenot verslaafd is, het herstel van het Mongoolsche Rijk, dien droom van de nakomelingen van Djengis-Khan zal kunnen tot stand brengen, is een raadsel.
Dit wordt dan ook niet van hem verwacht. Rusland zal hem de heerschappij in Mongolië, in naam, laten, maar tevens wel zorgen, dat hij niets kan doen, dan hetgeen de Russische ambtenaren willen. En inmiddels wordt zijn land, door de bemoeiing der Russische consuls, ondersteund door de kozakken-regimenten, en door den aanleg der Russische spoorwegen, wel zoo geheel en al door Rusland beïnvloed, dat hij niets meer is dan een satraap of pasja in Russischen dienst.
Een Mongoolsche legende, die de Fransche majoor de Bouillane de Lacoste op een reis door ‘le pays sacré des anciens Turcs et des Mongols’ opteekende, zooals zij hem door een Boeddha of Llama werd verteld, komt onwillekeurig in de herinnering, bij het lezen dier berichten over Ruslands optreden in Azië.
In den ouden tijd was er een strijd uitgebroken, zoo luidt dat verhaal, tusschen de Kalkas en de Dzoungaries. Voor een verwachten aanval hunner vijanden vluchtten de Kalkas naar Oerga en lieten het klooster onverdedigd. De Dzoungaries, een rijken buit verwachtend, trokken naar dit heiligdom op.
Maar op den drempel zag men hen stilstaan, verstijfd van schrik en ontsteltenis. De groote bronzen Boeddha was opgestaan op zijn voetstuk, en strekte dreigend de hand, met gebalden vuist, uit naar de indringers.
Maar spoedig waren dezen van den eersten schrik bekomen. Zouden zij bang zijn voor een standbeeld? Al was het dan ook van een God? Waren zij geen machtige krijgslieden, krachtiger dan die Boeddha zelf?
Moed vattend drongen zij derhalve den tempel binnen; maar plotseling begonnen de beide steenen leeuwen, die den toegang tot het heiligdom beschermden, op zoo ontzettende manier te brullen, dat de aanvallers, doodelijk verschrikt, afdropen.
De Goden hadden het spel gewonnen. Buiten gekomen vluchtten de Dzoungaries, hals over kop naar de rivier, om zich weder aan de overzijde bij het gros des legers te voegen.
| |
| |
Doch de wraak der goden was nog niet voldaan. De Orkon was onverbiddelijk. Hij sloot zijn gele wateren over de aanvallers en allen, die aan den heiligschennenden tocht hadden deelgenomen, verdronken in zijn stroom.
De Bogdo Khan, de keizer van China, besloot tot belooning van deze daad, dat de Orkon zou worden verheven tot den rang van prins der vijfde klasse. En ieder jaar wordt op een dag, door de wichelaars vastgesteld, het tractement van dien prins, ongeveer 300 lans zilver, onder het zingen van gewijde liederen, in den stroom geworpen.
De tijd is lang voorbij, dat de goden in den tempel, de leeuwen aan de poort en de rivieren daarbuiten, zich opmaken om het land te verdedigen tegen de invallen der heidensche barbaren. De Chineesche autoriteiten zouden anders, bij gebreke aan troepen, nog wel eens gaarne al die legendarische strijdmachten willen mobiliseeren, om de Russen uit hun gebied te verdrijven.
Maar de betoovering is verdwenen. Zij kunnen den vijand niet meer tegenhouden.
En de Russen, die dit weten, aarzelen dan ook niet, om de hand te leggen op de gebieden, die hen het best aanstaan. Voor China behoeven zij zich niet te geneeren. Dat is machteloos.
Slechts voor Europa dient een doekje voor 't bloeden te worden aangebracht. Daarmede is Rusland echter nooit verlegen geweest. Het spreekt eenvoudig alle mededeelingen over zijn plannen tegen. Wetend hoe juist Mephisto's woord is:
‘Denn ein vollkommner Widerspruch
Bleibt gleich geheimnisvoll fur Kluge wie für Thoren.’
|
|