De Nieuwe Gids. Jaargang 25(1910)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 829] [p. 829] Antwoord door Jan Greshoff. Is niet een kleine vraag, zoo sierlijk mij gedaan Haar hofflijk antwoord waard? Gij mijmert dan: Waartoe? Ach 't is me een vrome vreugd getrouw te weten hoe De schoone dingen die ik liefheb zijn ontstaan... En nooit bij dagen en bij nachten word ik moe Verdiept te speure' of, óók wel, liefdenvol te râan; Om dus te scheiden 't wezen van den wanklen waan... En ik vertrouw, dat 't goed is wat 'k geloovend doe. 't Is immers juist zooals een vrij en zwervend man, Die in den rossen herfst - of laat het lente wezen Of wèlk getijde ook - de allerjongste schoonheid van Zijn waereld bly-wijd-open om zich liggen ziet... En als hij uit zijn vreugden 't lied wil samen lezen. Denkt hij hoe 't kwàm... en hij vergeet den Maker niet... Vorige Volgende