De Nieuwe Gids. Jaargang 25(1910)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 826] [p. 826] Verboden toegang. Door Hein Boeken. Tot de Woud-bezitters tusschen Hilversum en 's-Graveland. Waartoe toch dat verbod? Wat zoude ik stelen? O alles, alles, wat mijn hart begeert. Hier vond ik vetten kost, waar mee geneert Mijn nooddruft zich. En 'k zoude ervan uitdeelen, Ik zoude 't maken tot een spel voor velen, Uw schat, waarvan gij mij zóó angstig weert, En maakt mij door gedreigde straf verveird. Niets zou mij heilig zijn, zelfs niet het kweelen Der zangertjes, schietend van tak op tak Door 't heilig wulfsel van uw weidsche lanen. Of ducht gij wellicht, dat ik iets verklap Zoo nog wat anders zich in 't bosch verstak; Een mijn'rend oog of badende Diane? Zoo handhaaft uw verbod, zoo weert mijn stap. Vorige Volgende