De Nieuwe Gids. Jaargang 16(1900-1901)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 558] [p. 558] Het dorp. ‘De dapp're lansknechten’. Door J.H. de Veer. Als lansknecht-vend'len staan, op oude platen, Staat, einde Mei, in 't veld het bloemrijp koren. In rei, vierkant, gemonsterd naar behooren, Staan zij - omhoog de spitsen, de paraten. - Een trotsch gezicht! - Wie is nu zóo verwaten, En bindt den strijd aan, waagt het hen te storen? De zon slechts lacht - zie, kris en kras naar voren Gaan alreeds speren - om de wind-kroaten.... Die zwérmen óm de vendels, de geduchten - ‘Die zomerwinden ook, en - héel geen regen...!’ - Een zwaar hoofd krijgen in de zaak de dapp'ren. - Dan stuurt den zon den zeisman, en, al wapp'ren Ook roode en blauwe vanen, men ziet vegen Ze⁀in rijen van de beenen - maar niét vluchten. Hilversum, Mei-Juni 1901. Vorige Volgende