De Nieuwe Gids. Jaargang 16(1900-1901)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 556] [p. 556] Katten. Door J.H. de Veer. De maan staat achter 't huis en 't silhouet Van nok en schoorsteen ligt als uitgeknipt Op 't blauw fluweel van 't gras, waar zachtjes tript, Bang voor den dauw, mijn grijze kat Minet. Zij gaat ter jacht; zie, hoe omzichtig zet Zij 't pootje neer, dat 't gras maar even wipt; 'Schoon laag zij 't strookt met hare vacht, gestipt Zwart-grauw op grijs, met wit een enk'le spet. Zij hoort mij 't venster oop'nen en ziet op En twee groenzil'vren oogen zie ik glimmen; Lang tuurt zij roerloos, voor zij verder gaat.... Dan schrikt zij, springt geluidloos voort en staat Plots op het pad en door den tuin zie 'k schimmen Meer katten nog, twee ooge' in elken kop. Hilversum, Nov. 1900. Vorige Volgende