daaglijksche wijze, om er ook andren aan deelachtig te doen zijn.
Zoo wenscht gij, maar wat ziet gij nu, tot uw verwondering, gebeuren?
Waar gij den schrijver succes door hebt zien krijgen, bij andere menschen, waar ge hem om hoordet loven en eeren, dat klinkt den menschen, hoe precies gij 't ook weergeeft naar uw beste vermogen, klinkt úw menschen uit uw mond als onnoozel, als ontzettend vervelend, droog en saai, of, wat even erg is, als zonderling zeer.
En dat tweevoudige, zoo geheel en al verschillend effect van wat gij toch meendet, diep-inwendig en in de echte kern, precies gelijkwaardig, ja, hetzelfde te zijn, komt alleen, omdat aan uw uiting de psychische stem, om 't zoo te noemen, des schrijvers, de levendmakende suggestie zijner woorden, het door ieder tenminste eenigszins voelbare equivalent-in-klank-en-beweging der essentie van zijn Innerlijk Wezen ontbreekt.
Niet toch het onderwerp maakt den artiest, en niet ook de toch altijd subjectief beoordeelde waarde, die dat onderwerp voor anderen heeft, wijst de hoegrootheid ons aan van zijn talent - neen, maar alleen de inwendige ziels-macht, de vaste greep van gevoels-intuïtie en beeldenden drang, waarmede hij zoo'n onderwerp weet vast te houden en buiten zich te plaatsen tot een schoonheid-voor-altoos, dat en dát alleen beslist over de waarde van een menschelijk kunstwerk, dáár heeft de criticus op te letten, met zijn ten opperste verfijnde vermogens, in de hoogste, de allereerste plaats.
Om tot mijn eigenlijk onderwerp te komen - een geweldige geestelijke kracht inderdaad heeft van Eeden moeten hebben en toonen, om een onderwerp, als hier het zijne is, de geschiedenis van een vaak wel abnormale vrouw, te maken tot zoo'n wonder, als dit boek is geworden, van fijn-te-proeven, Hollandsche kunst.