De Nieuwe Gids. Jaargang 15(1899-1900)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 404] [p. 404] Levens-raadsel door Willem Kloos. I. Leven er wezens soms, op al die aarden, Die, wervlend, in onnoemelijk getal, Rond-hollen door het eindeloos Heelal, - Wezens, gelijk.... of hooger nog van waarde Dan 't hoogste leven, dat ons aardrijk baarde? Of dolen zij, als schapen zonder stal, Met zinloos zoeken, door de wereld-hal, Die gloênde of reeds-gedoofde reuzen-haarden? Niet één, die 't weet. Wij, menschen, zijn een ras, Dat, opgeworsteld uit de laagste laagte, Nauw weet, wat honderd jaar geleên het was. Ons beste doel is: zonder veel geklaag te Leven en sterven, en die hooge vraag te Eeren, als 't raadsel, waar men nooit in las.... [pagina 405] [p. 405] II. Maar, wijl ik zoo, in droom van droefheid, wankte, Zag 'k plots, in glorie, Uw gebenedijde Beeltnis mij wenken, in een stil verbeiden.... Wat stondt Gij daar, terwijl ik hoopvol dankte, Wijl om Uw fier-geheven hoofdje rankte Een diadeem van bloesems, die daar wijdde, Door 't om Uw koninklijk gelaat zich breiden, Uw gansche lichaam, in zijn eedle slankte...! Gij spraakt: ‘O, laat het u niet langer deren, Al zouden àl de werelden, in wielen Vervaarlijk, storten in des afgronds nacht! De Liefde-alleen kan met haar staf bezweren Al gruwlijke angsten onzer menschen-zielen.... Want, wie gelukkig is door liefde, lacht!...’ Vorige Volgende