Jelica Novaković-Lopušina
........... De val van de muur
Grenzen - een woord van Slavische oorsprong overigens - zijn bepalend geweest voor mijn wereldbeeld. Verdelend en scheidend probeerden ze mijn identiteit vast te pinnen en perkten ze mijn bewegingsvrijheid in. Maar tegelijkertijd inspireerden ze me om ze te overschrijden en op te heffen.
Als klein kind besefte ik eind jaren vijftig dat een reis van Belgrado naar Den Haag voornamelijk bestond uit het passeren van grensovergangen. Met elke grenspost groeide het besef van afstand en van anderszijn. Op school werd dat besef bevestigd door de verblufte blikken van mijn medescholieren: ‘Kom je vanachter het IJzeren Gordijn?!’ Daar kenden we namelijk geen bazooka-kauwgom of drop en hadden we geen koningin als staatshoofd maar een communist.
Toen ik jaren later met een Humboldtbeurs in Oost-Berlijn ging studeren, waren de grenzen er niet minder op geworden. Ook daar werd ik vreemd bekeken door mijn medestudenten: ‘Jij komt van buiten het IJzeren Gordijn!’ Inderdaad, ik was nu eenmaal anders met mijn internationaal erkende reispas, mijn westerse spullen, mijn Nederlands verleden.
Thuisgekomen werd ik weer een vreemde, ditmaal in eigen land. De vele tegenstellingen die binnen Joegoslavië tot botsingen zouden leiden, dwongen mij zowel binnen als buiten grenzen en grensjes van de etnische lappendeken. Ik kon niet meer blijven wat ik gevoelsmatig was maar moest me beperken tot wat in mijn geboorteakte geschreven stond.
De grenzen van mijn eigen etnie zouden in de loop van de oorlog uitgroeien tot een muur, een opgelegd cordon sanitair waarbinnen ik voor straf gevangen zat. Pijnvol en tegelijk inspirerend was het om van alles afgescheiden te zijn. De hunkering om erbij te horen - tot de beschaafde wereld, tot de erfenis van de verlichting, tot de EU, tot de vrijheid van markt en meningsuiting, heeft een revolutie ontketend die nog steeds bezig is met de sloop van die muur. Steen voor steen, omdat we er nog steeds niet helemaal bijhoren, maar er overheen gluren lukt inmiddels al.
Muren en grenzen zijn onlosmakelijk verbonden met hun bestorming en sloop. Toen ik de neerlandistiek binnenkwam, was het door het extramurale achterdeurtje. Met veel bewondering en ontzag keek ik samen met mijn collega's over de verbeelde muur, de grens die ons scheidde van de neerlandici daarbinnen. Wat maakte ze zo anders? Het feit dat ze voortreffelijk Nederlands spraken? Dat ze uitstekende wetenschappers waren? Dat ze grensoverschrijdend onderzoek deden? Dat ze tot verrijkende inzichten kwamen? Maar dat deden velen onder ons toch ook?! Twee decennia wetenschappelijk onderzoek en congreservaring heeft ons geleerd dat een ware Republiek der Neerlandistiek niet deelbaar is door een grens! Het zijn niet onze paspoorten, verblijfplaatsen of geboorteakten die er toe doen maar onze kennis en inzet.
De stormloop op de muur binnen de neerlandistiek is tijdens het Colloquium in Gent van start gegaan. Ook ik wil mijn steentje ertoe bijdragen door nog een laatste keer over die muur te gluren voordat hij valt en wij elkaar de hand kunnen reiken als gelijken.