Neerlandica extra Muros. Jaargang 2007
(2007)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| ||||||||||||||||||||
[Neerlandica extra Muros - mei 2007]Elisenda Saguer (Leiden)
| ||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| ||||||||||||||||||||
Figuur 1. Voorpagina van Los buscadores de oro (z.j.) (links) en La tumba de hierro (1931) (rechts), twee vertalingen in het Spaans van respectievelijk Het goudland en Het ijzeren graf, de populairste romans van Hendrik Conscience in Spanje.
| ||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| ||||||||||||||||||||
De populairste werken van Hendrik Conscience in SpanjeHendrik Conscience is in Antwerpen geboren als zoon van een Franse vader, Pierre François Conscience, en een Vlaamse moeder, Cornelia Balieu.Ga naar eind4 Hij heeft meer dan honderd boeken gepubliceerd. Zijn bekendste boek in Vlaanderen en Nederland is De leeuw van Vlaanderen (1838), een historische roman die het verhaal vertelt van de overwinning van het Vlaamse volk op het Franse leger tijdens de guldensporenslag in 1302. Voor vele Vlaamse lezers is dit boek het historische referentiewerk bij uitstek geworden. Vaak wordt vergeten dat Conscience meer zedenromans en -novellen dan historische romans heeft geschreven. Buiten Vlaanderen waren juist de Vlaamse zeden en gewoonten in zijn romans en novellen enorm populair. Zo ook in Spanje, waar niet De leeuw van Vlaanderen maar de avonturenroman Het goudland de absolute topper was, zowel in de negentiende als in de twintigste eeuw. Het ijzeren graf, De arme edelman en De loteling waren ook heel populair, hoewel in mindere mate dan Het goudland. Het meest vertaalde en dus het populairste werk van Hendrik Conscience in Spanje is de avonturenroman Het goudland. Deze verscheen tussen ca. 1880 en 1982, een periode die dus meer dan honderd jaar bestrijkt. Daarom beschouw ik Het goudland zonder meer als een klassieker in Spanje. Ik heb twaalf edities kunnen opsporen onder diverse titels, onder andere El país del oro en Los buscadores de oro, die zowel in tijdschriften als in boekvorm verschenen. Vier van de twaalf edities waren voor een jong lezerspubliek bestemd. Eén daarvan werd zelfs als stripverhaal uitgegeven. In Het goudland vertrekken drie jonge ambitieuze Vlamingen naar Californië om daar rijk te worden en vervolgens hun dromen in hun geliefde vaderland te verwezenlijken. Ze worden al snel geconfronteerd met de krenterigheid en meedogenloosheid van de mens. Conscience kaart in deze roman het verschijnsel van de goudkoorts aan. In de negentiende eeuw verlieten veel mannen Europa om in Amerika goud te zoeken. Conscience was (één van) de eerste schrijver(s) ter wereld die bewust of onbewust voor de gevaren van zo'n gewaagde onderneming waarschuwde. Althans, dat vernemen we in het voorwoord van de Spaanse versie van Het goudland uit 1932. Het goudland kan gekarakteriseerd worden als een spannende avonturenroman voor een breed publiek, waarbij ook de humor niet mocht ontbreken - wat dat laatste betreft had Conscience zelf hoge verwachtingen van een van de hoofdpersonages, Donatus Kwik.Ga naar eind5 Maar dat kan niet de enige succesfactor zijn, want in geen ander land is Het goudland zo veelvuldig vertaald als in Spanje. Althans dat kan ik niet afleiden uit de artikelen over de receptie van Conscience in Duitsland, Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië en Portugal.Ga naar eind6 Mogelijk sprak Het goudland de Spaanse lezers aan, omdat dit soort avonturen hen niet vreemd was. Zo zijn generaties Spanjaarden eeuwenlang naar (Spaanstalig) Amerika geëmigreerd om daar fortuin te maken. Niet voor niets betekent de uitdrukking hacer(se) la(s) América(s) in het Spaans nog steeds ‘fortuin maken’.
Wat betreft de populariteit van het werk van Hendrik Conscience in het Spaans komt Het ijzeren graf op de tweede plaats. Dit werk, dat als hoofdthema de | ||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| ||||||||||||||||||||
onmogelijke liefde tussen twee leden van verschillende sociale klassen heeft, was evenals Het goudland zowel in de negentiende als in de twintigste eeuw populair. Het ijzeren graf was niet alleen in Spanje geliefd. Nog altijd wordt Het ijzeren graf beschouwd als één van Consciences beste romans.Ga naar eind7 De andere twee populaire werken van Conscience in het Spaans, De arme edelman en De loteling, waren meer tijdgebonden. Bijna alle vertalingen ervan verschenen in de negentiende eeuw. In de twintigste eeuw vielen ze kennelijk niet meer in de smaak. | ||||||||||||||||||||
Kranten introduceerden Hendrik Consciences oeuvre in SpanjeVoor zover ik heb kunnen achterhalen, verscheen het allereerste vertaalde werk van Hendrik Conscience in het Spaans in 1854 in de krant Diario de Barcelona. Deze krant uit Barcelona gaf in de jaren vijftig en zestig van de negentiende eeuw werken van Conscience als feuilleton uit. Via het feuilleton ambieerden kranten meer lezers en abonnees aan te trekken. De lezers knipten telkens de literaire tekst uit de eerste pagina van de krant.Ga naar eind8 Na enige tijd was de roman of novelle compleet en dus klaar om in te binden als een soort boek.Ga naar eind9 Een aantal Spaanse kranten volgde het voorbeeld van de Diario de Barcelona. Deze kranten kwamen uit alle hoeken van Spanje. Dat is typerend voor het negentiende-eeuwse Spanje, aldus literatuurhistoricus José M. Montesinos.Ga naar eind10 Toen gaven veel lokale en regionale kranten literaire teksten uit. In figuur 2 is te zien dat de vertaalde werken van Conscience in de Spaanse kranten aan het begin van de jaren zestig van de negentiende eeuw een echte hype waren. Daarvoor zijn hoofdzakelijk twee kranten uit Madrid verantwoordelijk geweest: La Correspondencia en Las Noticias. De eerste gaf in één jaar tijd, van 1862 tot 1863, vijf verhalen van Conscience uit. De tweede in 1864 twee verhalen. De krant Diario de Barcelona was, zoals gezegd, de eerste uitgever van het oeuvre van Hendrik Conscience in Spanje. Intrigerend is de vraag hoe deze krant kennismaakte met zijn oeuvre. Ik vermoed dat men in de voetsporen trad van het tijdschrift Revue des deux Mondes. In 1854 verschenen in dit Franse tijdschrift twee novellen van Conscience, namelijk De arme edelman en Rikke-
Figuur 2. In deze grafiek is te zien dat de populariteit van Hendrik Consciences verhalen die in de negentiende-eeuwse Spaanse kranten verschenen, haar hoogtepunt bereikte in 1862.
| ||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| ||||||||||||||||||||
tikke-tak.Ga naar eind11 In datzelfde jaar 1854 verscheen in de Diario de Barcelona ook De arme edelman en waarschijnlijk Rikke-tikke-tak, dezelfde verhalen die de Revue des deux Mondes had uitgegeven. Helaas is er bij mijn weten geen exemplaar van Rikke-tikke-tak in het Spaans bewaard gebleven. Een bewijs van het bestaan is de vermelding in de recensie van Milá Fontanals uit 1857. Ook in buurland Portugal verschenen verhalen van Hendrik Conscience als feuilleton in kranten. Dit blijkt uit het artikel ‘Hendrik Conscience in de Portugese kranten’ van Patricia Couto. Twee Portugese kranten uit Porto, het Jornal do Porto en O Comércio do Porto, gaven binnen één jaar, van 1859 tot 1860, niet minder dan zestien werken uit. Evenals de eerste Spaanse krant Diario de Barcelona trad de eerste Portugese krant Jornal do Porto in de voetsporen van een Franse uitgever. Zo liet het Jornal do Porto simpelweg het eerste boekdeel van de OEuvres complètes van Hendrik Conscience vertalen, die bij de Parijse firma Michel Lévy Frères waren verschenen (de novelle Rikke-tikke-tak werd echter vervangen door Het beulenkind, dat stond in het derde boekdeel). | ||||||||||||||||||||
De Spaanse vertalingen in tijdschriften en in boekvormLangzaam maar zeker verdwenen de feuilletons uit de kranten. Het laatste verhaal van Hendrik Conscience dat ik in een Spaanse krant heb kunnen vinden, dateert uit 1896. Begin twintigste eeuw namen de tijdschriften het plaatsen van feuilletons over van de dagbladen. Met ‘tijdschrift’ bedoel ik hier een publicatie die niet als vervolgverhaal verscheen, zoals het in de vorige paragraaf genoemde feuilleton, maar als een volledig verhaal. Dit soort tijdschriften had geen kaft en was niet omvangrijk. Het Spaanse tijdschrift dat het grootste aantal werken van Conscience heeft uitgegeven is de Revista Literaria Novelas y Cuentos. Dit wekelijkse tijdschrift gaf van 1934 tot 1961 zes werken van Conscience uit. Behalve een (ingekorte) roman of novelle van een Spaanse of buitenlandse auteur bevatte dit tijdschrift ook wat literaire informatie; de desbetreffende auteur werd meestal ingeleid met een (korte) biografie. De vertaalde werken van Hendrik Conscience in het Spaans verschenen niet alleen in kranten en tijdschriften maar ook in boekvorm, zowel in de negentiende als in de twintigste eeuw, met nadruk op de twintigste eeuw. In boekvorm verschenen de meeste Spaanse vertalingen. In deze vorm heb ik overigens één bundel in Spaans braille en één vertaling in het Catalaans kunnen opsporen. Uit de proloog van de vertaler Artur Bofill blijkt dat het boek via het Spaans in het Catalaans is vertaald. Deze vertaler had de Spaanse versie in de al genoemde krant Diario de Barcelona gelezen. Hoewel Conscience niet specifiek voor vrouwen of jongeren schreef, valt het op dat er in het Spaans zowel vrouwen- als jongerenreeksen verschenen. In de vrouwenreeks verscheen onder de naam ‘Amapola’ (klaproos) De arme edelman en Moederliefde in de jaren veertig van de twintigste eeuw. Ook in de twintigste eeuw verschenen in diverse jongerenreeksen vier edities van Het goudland, één van Het ijzeren graf en één van De leeuw van Vlaanderen. Deze voor een jong lezerspubliek bestemde boeken zijn in de meeste gevallen voorzien van kleur- | ||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| ||||||||||||||||||||
rijke illustraties. In beide reeksen werd één van de titels omgedoopt: Het ijzeren graf tot El castillo de Bodeghem (het kasteel in Bodeghem, vermoedelijk omdat het woord ‘graf’ te luguber klonk voor deze categorie lezers) en Moederliefde tot El castillo de Orsdael. | ||||||||||||||||||||
De Spaanse lezers en het werk van Hendrik ConscienceTegenover het grote aantal vertalingen van Hendrik Consciences werk in het Spaans staat het geringe aantal recensies dat zijn werk behandelt. In totaal heb ik slechts één Spaanse recensie kunnen vinden, namelijk die van de criticus en hoogleraar Manuel Milá Fontanals (1818-1884). Deze recensie verscheen in 1857 in de bovengenoemde krant Diario de Barcelona, de eerste uitgever van Consciences oeuvre in Spanje en de krant die in de jaren vijftig en zestig van de negentiende eeuw zijn werken als feuilleton uitgaf. Uit die recensie blijkt dat Milá Fontanals Consciences oeuvre via de Franse vertalingen, dus in het Frans, heeft leren kennen.Ga naar eind12 Hij presenteert de Vlaamse schrijver als een meester in het nieuwe trendy genre: de novelle. Hij stelt Conscience gelijk met andere befaamde novellisten als De Maistre, Dickens, Pontmartin en Töpfer. Hij is echter pas recenter beroemd geworden, aldus Milá Fontanals. Consciences werk karakteriseert hij als verheven en sentimenteel. Volgens hem schildert Conscience de eenvoud en het platteland. De taal van de boeren op het platteland vindt hij overigens te verheven en de extreem intieme en gruwelijke situaties misschien te overladen.Ga naar eind13 Milá Fontanals was niet de enige Europeaan die de beschrijvingen van het eenvoudige Vlaamse leven op het platteland waardeerde. Vóór hem hadden de Franse critici Théophile Gautier en Victor Figarol al de realistische beschrijvingen van de Vlaamse zeden en gewoonten geprezen in respectievelijk 1854 voor de Moniteur Universel en de Revue Trimestrelle, en in 1855 voor de Revue Contemporaine.Ga naar eind14 Deze Franse critici beschouwden Conscience zelfs als een voortzetter van de gerenommeerde Vlaamse schilderkunst. Het is duidelijk dat Milá Fontanals de literaire trends in buurland Frankrijk, dat toen op literair gebied een toonaangevend land was, op de voet volgde. Niets wijst erop dat zijn interesse voor de Vlaamse taferelen van Conscience te maken had met het feit dat Vlaanderen ooit onder Spaans bewind is geweest. Behalve Milá Fontanals was er nog een negentiende-eeuwse Spaanse intellectueel die interesse toonde voor Hendrik Consciences oeuvre, namelijk de schrijver José María de Pereda (1833-1906). Dat blijkt uit de briefwisseling tussen deze schrijver en Marcelino Menéndez Pelayo (1856-1912), een wonderkind en prominent literatuurhistoricus. Menéndez Pelayo kreeg in 1877 een studiebeurs om een Europese reis te gaan maken met als doel het verzamelen van gegevens in buitenlandse archieven en bibliotheken. Hij reisde eerst af naar Portugal en vervolgens via Frankrijk naar België en Nederland. Deze reis lijkt overigens bepalend te zijn geweest voor zijn verdere carrière, want één jaar daarna, op tweeëntwintigjarige leeftijd, bekleedde hij de leerstoel letterkunde aan de Universiteit van Madrid. | ||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| ||||||||||||||||||||
Toen Menéndez Pelayo zich in Brussel bevond, ontving hij een brief, d.d. 7 november 1877, van De Pereda. Daarin bestelde De Pereda boeken van de Franse auteur Balzac én van Conscience.Ga naar eind15 Dat De Pereda boeken van Balzac bestelde toen M. Pelayo zich in Brussel bevond, is te begrijpen als we weten dat Menéndez Pelayo in een eerdere brief had opgemerkt dat hij verwachtte in Brussel dezelfde boeken te kunnen vinden als in Parijs. Uit de brief d.d. 23 november 1877 van Menéndez Pelayo aan De Pereda is af te leiden dat Menéndez Pelayo in Brussel vertalingen van Consciences werk in het Frans zag. Hij heeft het immers over Henri Conscience (op z'n Frans). Uit dezelfde brief weten we overigens wat voor boeken De Pereda beoogde. Zo beloofde Menéndez Pelayo mee te nemen naar Spanje: ‘de boeken van Henri Conscience die uit schilderingen van het Vlaamse leven bestaan’.Ga naar eind16 Uit de recensie van Milá Fontanals en de briefwisseling tussen José María De Pereda en Marcelino Menéndez Pelayo leren we dat (een deel van) Consciences werk bij een bepaalde kring negentiende-eeuwse Spaanse vooraanstaanden bekend was. Dat juist Milá Fontanals en De Pereda zijn oeuvre waardeerden lijkt geen toeval te zijn. Zoals Vlaanderen, de geboortestreek van Conscience, centraal stond in zijn werk, zo stonden Catalonië en Cantabrië, de geboortestreken van respectievelijk Milá Fontanals en De Pereda, centraal in hun werk. De recensie en de briefwisseling wijzen er overigens op dat beide schrijvers Consciences oeuvre via de Franse vertalingen hebben leren kennen. Zoals gezegd werden in de negentiende eeuw de verhalen van Conscience vooral via feuilletons in de kranten verspreid. Het is waarschijnlijk dat de recensie van Milá Fontanals invloed heeft gehad op die uitgeverswereld, want vijf jaar na die recensie, in 1862, bereikte de populariteit van Consciences oeuvre haar hoogtepunt (zie figuur 2). Het aantal en soort lezers van die feuilletons is moeilijk te achterhalen. Uit de studie van Pedraza en Rodríguez Cáceres blijkt dat feuilletons omstreeks 1850 een potentieel lezerspubliek van duizenden lezers hadden.Ga naar eind17 Dit getal is relatief groot, omdat slechts 20% van de Spaanse bevolking (ongeveer drie miljoen Spanjaarden) kon lezen. Begin twintigste eeuw (omstreeks 1920-1930, het exacte jaar is onbekend) merkte de Spaanse vertaler Emilio M. Martínez Amador in zijn voorwoord op dat Conscience ondanks zijn literaire kwaliteiten veel aan populariteit had verloren.Ga naar eind18 Toch bleven er tot 1982 vertalingen in het Spaans verschijnen. Helaas verstrekt slechts een beperkt aantal bronnen gegevens over de receptie van Hendrik Conscience in het twintigste-eeuwse Spanje. De meeste vertaalde werken bevatten geen voorwoord, in de flapteksten staat zelden andere informatie dan een samenvatting van het verhaal en aan de meeste encyclopedieën is te zien dat ze uit een andere taal zijn vertaald en ze vermelden dus (bijna) geen gegevens over Spanje. Bijvoorbeeld, de Enciclopedia universal ilustrada europeo-americana, één van de grootste Spaanse encyclopedieën van de twintigste eeuw, vermeldt Duitse en Zwitserse edities van het werk van Conscience, waar de gemiddelde Spanjaard niets aan heeft, maar geen enkele Spaanse editie. Wat mogelijk een rol heeft gespeeld in de populariteit van Consciences werken in Spanje in zowel de negentiende als de twintigste eeuw is de christelijke (katho- | ||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| ||||||||||||||||||||
Figuur 3. Voorpagina van de boeken El caballero pobre (links) en El león de Flandes (rechts), respectievelijk de vertaling in het Spaans van De arme edelman uit 1944 en De leeuw van Vlaanderen uit 1965, de eerste bestemd voor vrouwen, de tweede voor jongeren.
| ||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| ||||||||||||||||||||
lieke) levenswijze van de personages, die dankzij het christelijk geloof altijd hoopvol blijven, zelfs in de meest tragische omstandigheden. Zo vertelde de al genoemde Artur Bofill in zijn voorwoord uit 1919 dat de christelijke normen en waarden in Consciences De engel des goeds en de geest des kwaads hem diep raakten. Volgens hem omvatte dit verhaal het christelijk geloof zoals het aan hem vanaf jonge leeftijd werd doorgegeven.Ga naar eind19 Het is ook te zien aan de religieuze afbeeldingen bij de Spaanse versie van De loteling uit 1891 (zie bijvoorbeeld p. 81 en p. 107) dat het geloof in Consciences werk in Spanje geen bijzaak was. De christelijke moraal in Consciences oeuvre werd niet alleen in Spanje positief gewaardeerd. De Nederlander J. Alberdingk Thijm beschouwde Conscience als ‘een volkschrijver die een herboren christen volkskunst zou doen zegepralen boven den geest van twijfel en ongeloof’.Ga naar eind20 Bepaalde Engelstalige en Franstalige bladen prezen zijn verhalen ook om de christelijke moraal: in 1854 de Edinburgh Guardian, in 1855 The Ecclesiastic en in 1856 de Revue Contemporaine. In dit laatste blad vergeleek de criticus Joseph Vilbort Consciences werk met een vruchtbaar bloemenveld, waar behalve bloemen ook korenaren groeien. Op dit veld kan men goede adviezen ‘oogsten’ (volgens de christelijke leer) en zich tegelijk amuseren, aldus Vilbort.Ga naar eind21 De realistische schilderingen van Vlaanderen en de christelijke moraal in Consciences werken spraken dus veel Spaanse lezers en ook andere (West-) Europeanen aan. Maar niet in alle Europese landen verschenen er, zoals in Spanje, tot ver in de twintigste eeuw vertalingen van Conscience. In de buurlanden Portugal en Frankrijk gebeurde dat niet, althans dat kan ik niet afleiden uit de artikelen van respectievelijk Patricia Couto en José Lambert.Ga naar eind22 Het feit dat vanaf 1955 de meeste werken van Conscience in het Spaans in jongerenreeksen verschenen, is wel een aanwijzing dat (een deel van) zijn oeuvre vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw als nogal kinderlijk werd beschouwd in Spanje. Dat neemt niet weg dat de Spaanse lezers meer dan honderdvijfentwintig jaar lang trouw bleven aan zijn oeuvre. | ||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| ||||||||||||||||||||
Bibliografie
| ||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| ||||||||||||||||||||
|
|