Neerlandica extra Muros. Jaargang 2004
(2004)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Veronika Havlíková
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 27]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij voorbaat boeken kopen, waarvan hij enigszins kon profiteren: handleidingen in de trant van ‘hoe word ik een succesvolle manager’ of ‘hoe vind ik de juiste man’ gingen als warme broodjes over de toonbank, terwijl literatuur steeds meer naar de achtergrond geduwd werd. De tijd van ‘wild kapitalisme’ hebben we gelukkig al achter de rug en waardering van cultuureigendom begint te stijgen zowel bij de overheid, alsook bij allerlei particuliere instituties.Ga naar eind1 Het enthousiasme van de beginjaren na de val van de muur is weliswaar afgekoeld, maar de teleurstelling die de daaropvolgende jaren met zich brachten, is eveneens opgelost. De laatste vijf jaar kunnen we constateren dat de Tsjechische boekenmarktverhoudingen aan de Europese standaard voldoen. Een zekere mate van commercie wordt met intellectueel bevredigende productie aangevuld, met andere woorden: uit de massa kleine uitgeverijen zijn er in de loop van de tijd een stuk of tien, vijftien uitgekristalliseerd, die het evenwicht kunnen bewaren en attractieve boeken uitgeven om daarmee geld te verdienen voor de publicatie van commercieel minder interessante, maar cultureel belangrijke boeken.
Maar hoe was het met de Nederlandse literatuur gesteld in deze rumoerige jaren van verandering en omvorming? Vanaf 1990 tot en met 2003 zijn er 48 Nederlandstalige bellettristische boeken in het Tsjechisch vertaald, plus een aantal puur vakkundige en meer dan tien religieuze publicaties. Herdrukken van eerder gepubliceerde vertalingen worden hier niet meegeteld. Dit is gemiddeld 3,6 boeken per jaar. Geen duizelingwekkend cijfer weliswaar, maar vergeleken met even grote literaturen ook geen klein cijfer. 34 van de boeken werden pas in of na 1998 vertaald of uitgegeven. In de laatste vijf jaar, de tijd van de gestabiliseerde marktomstandigheden in het boekwezen, zijn er jaarlijks gemiddeld 6,8 vertalingen uit het Nederlands uitgekomen. En dat is al heel wat. Doordat er zo weinig vertalingen in de beginperiode na de omwenteling werden gepubliceerd, werd de Nederlandse literatuur in Tsjechische vertaling een ergerlijke kwaal bespaard, die bijna alle zgn. grote talen plaagde in de tijd van overhaaste boekenpublicatie. De behoefte en noodzaak om zo snel mogelijk de kloof te overbruggen die zich in de vertaalliteratuur in de loop van de veertig totalitaire jaren had gevormd, leidden er vaak toe, dat er zeer slechte vertalingen werden gepubliceerd. Naast de gevestigde literaire vertalers gingen er vaak amateurs aan de slag, die zich na een paar jaar in het buitenland al een linguïst voelden. Zo'n slechte vertaling kan noodlottig voor een boek worden. Het boek wordt dan niet gelezen, want de kritiek kraakt het terecht af vanwege de rampzalige vertaling, maar geen uitgever die het durft een pas verschenen titel die niet verkoopt te herdrukken (ook al is het in een kwaliteitsvertaling). Het is een van de manieren om het boek te ‘begraven’, en deze begraving werd de Nederlandse en Vlaamse auteurs bespaard. In een andere valkuil zijn echter een paar van hen geraakt, maar daarover later. Het jaar 1998 is niet toevallig genoemd. Vanaf 1998 wordt namelijk de Nederlandse boekenproductie in Tsjechië geïnstitutionaliseerd. Als eerste zwaluw kwam in 1997 de serie Nedboek van de uitgeverij Cinemax, een poging | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 28]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van een kleine uitgeverij om Nederlandse en Vlaamse literatuur op een systematische wijze aan het Tsjechische leespubliek te presenteren. Dit ambitieuze project heeft helaas amper twee jaar geduurd, maar bleef niet zonder effect. Door dit grotendeels op puur enthousiasme van de uitgever gestoelde plan werden eindelijk de bevoegde instanties wakker geschud en het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds ging in reactie daarop Nederlandse literatuur in Tsjechië promoten. Uit beleefdheid probeer ik de hele tijd over de Nederlandstalige literatuur te spreken, maar het feit is, dat in vergelijking met de tijd van voor de omwenteling en in vergelijking met het aantal Nederlandse boeken er erbarmelijk weinig Vlaamse boeken in het Tsjechisch vertaald zijn. Afgezien van drie detectiveromans zijn er eigenlijk maar twee Vlaamse auteurs sinds 1990 gepubliceerd: Paul van Ostaijen in 1990 en Geert van Istendael in 1998. De eerste was het gevolg van langdurige pogingen, de laatste van persoonlijk initiatief en inzet van alle krachten van de vertaalster. Het beleid van het Nederlandse Produktiefonds weerspiegelt zich duidelijk in de steeds sterkere aanwezigheid van Nederlandse auteurs op de Tsjechische boekenmarkt, terwijl de afwezigheid van de Vlaamse auteurs te wijten is aan het ontbreken van dit beleid van de zijde van de Vlaamse pendant. Aan het slot van het in 1999 in Literární noviny (Literaire krant) gepubliceerde artikel Ujídání z obou břehů (Van twee wallen eten), waarin Olga Krijtová een gefundeerd overzicht geeft van de vertalingen uit het Nederlands in de loop van meer dan vijf eeuwen, verzucht ze dat in de laatste tijd de marktwaarde van een boek steeds belangrijker wordt voor de publicatie ervan. Uit het perspectief van eind jaren negentig had men ook niet anders kunnen concluderen. Nu, vijf jaar later, kan men gerust vaststellen dat de kunstwaarde van de te vertalen tekst geen onbeduidend criterium is bij de overweging van de uitgever bij een eventuele publicatie. De Nederlandse literatuur wordt hier aan dezelfde receptiewetten onderworpen als in het land van herkomst. Als we nu eens de 48 vertaalde boeken bekijken, zullen we zien dat maar liefst 28 daarvan tot literatuur in ruimere zin gerekend kunnen worden. Zonder hier in te willen gaan op de eeuwenlange en nooit opgeloste discussie wat wel en wat geen literatuur is, hanteer ik de in Nederland gangbare maatstaven van de tot literatuur gecanoniseerde boeken. Van de 48 boeken zijn er namelijk 10 kinderboeken en 10 boeken van betwiste genres als detective, non-fictie of humoristische vertellingen. En toch, op twee na zijn de kinderboeken zeker kwaliteitsboeken, want schrijvers als Annie M.G. Schmidt, Tonke Dragt of Miep Diekmann worden in Nederland niet als lectuur afgedaan, maar evenmin als literatuur behandeld. Hetzelfde geldt ook voor de non-fictieboeken van Geert Mak, Johan Huizinga, Nico ter Linden of Geert van Istendael, die sinds kort van een nieuw etiket voorzien worden: literaire non-fictie. Indien ook deze auteurs meegeteld zouden worden, dan komen we tot 41 literaire boeken van de 48. Van de 41 werden er weer 30 in of na 1998 gepubliceerd. Dus tweederde van het totale aantal literaire vertalingen verscheen in de loop van de laatste vijf jaar.Ga naar eind2 De Tsjechische literaire kritiek is ontvankelijk voor de Nederlandse literatuur en de verschenen boeken worden dan ook door de critici besproken, tot nu toe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 29]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uitsluitend positief (maar dit even terzijde). Hier belanden we bij het al eerder genoemde gevaar voor het lot van een boek. Evenals de Nederlandse wordt ook de Tsjechische literatuurkritiek selectief in haar keus welke boeken überhaupt besproken worden. Bepalend hierbij is de eerdere reputatie van de auteur, wat in het geval van de Nederlandse schrijvers moeilijk is, aangezien ze hier pas geïntroduceerd worden, dan wel de naam van de uitgever. Staat geen van beide voor de criticus garant voor de literaire waarde van het te bespreken boek, dan wordt het boek vaak helemaal niet beoordeeld. Een boek dat niet besproken wordt, wordt dan niet verkocht en wordt dus op een vergelijkbare wijze ‘begraven’ als in geval van een slechte vertaling. Ook in dit geval maakt het geen kans op een herdruk. Deze selectieregel werd voor Hersenschimmen van J. Bernlef en Twee vrouwen van Harry Mulisch fataal, die in keukenmeidenromansuitgeverij Ivo Železný verschenen, maar ook voor de hele serie Nedboek van uitgeverij Cinemax, die bekend stond als uitgeverij van filmliteratuur. Veel ingewikkelder dan het falen van bepaalde boeken is het succes van andere te verklaren. Het hangt enerzijds van de promotie van het boek zelf af (als de auteur lezingen houdt, geïnterviewd wordt in kranten e.d.), anderzijds van de omstandigheden van het moment. De verhalenbundel De voeten van Abdullah van Hafid Bouazza werd tot een tot nu toe ongeëvenaard succes niet alleen door de lovende kritieken, maar mede doordat dat de van oorsprong Marokkaanse schrijver Tsjechië in verband met de publicatie bezocht had kort na de aanslag op Pim Fortuyn. De kranten stonden vol met interviews met de schrijver en hij verscheen zelfs op het veel gevolgde ochtendjournaal van de eerste staatszender op televisie. Dat de gesprekken toen niet over literatuur gingen spreekt vanzelf, maar dat neemt niet weg dat Bouazza's verhalen gekocht en gelezen werden. Ten opzichte van vroeger is ook de hele weg van het boek naar de lezer veranderd. Voor de omwenteling en in de jaren daarna ging veelal het initiatief uit van de vertaler. Hij was degene, die een naar zijn oordeel goed boek verkoos, die dat boek vervolgens aanbood aan een uitgever, die hem omhoogprees en niet zelden ook bij het regelen van auteursrechten en bij het verkrijgen van een subsidie bemiddelde. De vertaler was gedwongen de rol van een literaire agent te vervullen en daarnaast ook een aantal taken van de uitgever te bekleden. Het voordeel was, als het hem lukte, dat hij een boek naar eigen keus kon vertalen. Inmiddels vertonen ook de Tsjechische uitgevers een volwassen gedrag, ze profileren zich in auteurskeuze en voeren vaak doelbewust beleid tegenover bepaalde literaturen. Dit kan heel productief werken en verlost de vertaler van overbodig werk. Naast uitgeverijen die een Nederlands boek in hun editieplan opnemen, omdat het er thematisch goed in past, zijn er uitgevers die stelselmatig Nederlandse auteurs introduceren. Zo wordt een bij ons onbekende auteur gepubliceerd, die langzamerhand zijn lezers vindt. Het eerste boek is zelden een succes, het tweede kan vaak een doorbraak betekenen en daardoor verkoopt ook het eerste weer. De lezers zijn gewend aan een bepaald niveau van de door de uitgever gepubliceerde boeken. Voldoet het Nederlandse boek eraan, dan kan het op warme ontvangst rekenen. Vervolgens kan weer een nieuwe schrijver ingeleid worden. Dit beleid kan men sinds kort bij de uitgeverij Eroika, Paseka of Mladá Fronta zien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onder de na 1990 vertaalde boeken overheerst een duidelijke hang naar het recente. Op enkele uitzonderingen na, zoals De heren van de thee van Hella S. Haasse, jarenzestig-verhalen van Jan Wolkers of Rituelen van Cees Nooteboom, worden in Tsjechië boeken uitgegeven die slechts heel kort geleden in Nederland gepubliceerd werden. Schrijvers als Arnon Grunberg, Margriet de Moor of Hafid Bouazza werden enkele jaren na hun debuut in het Tsjechisch vertaald. Dit is het enige nadeel van het huidige systeem, waarin uitgevers in samenwerking met hun buitenlandse partners de te vertalen boeken selecteren. Want zowel door het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds, als door Nederlandse uitgevers zelf worden op de eerste plaats de meest recente boeken uitgedragen, waardoor het vaak moeilijk valt om een Tsjechische uitgever voor een titel die ouder dan vijf, tien jaar is, warm te laten lopen. Aan de andere kant blijft zodoende de Tsjechische lezer in de pas met de Nederlandse, wat geen onprettig neveneffect blijkt te zijn. Gezien de huidige ontwikkeling kan men zeker niet ontevreden zijn met de Nederlands-Tsjechische banden op het cultureel gebied, waarvan literatuur een natuurlijk onderdeel uitmaakt. We mogen hopen, dat deze banden zich verder gaan ontwikkelen en versterken en dat we ons in een niet zo verre toekomst misschien op dezelfde betrekkingen ook met de Vlaamse kant kunnen verheugen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijst vertalingen vanaf 1990 t/m 2003 in chronologische volgordeDe volgende lijst van vertalingen is gebaseerd op de bibliografie van vertalingen uit het Nederlands in het Tsjechisch en Slowaaks vanaf 1890 tot 1993 en op de aanvullingen daarvan door Olga Krijtová, Ruben Pellar en Petra Schürová en evenals de voorgenoemde publicatie maakt de auteur van dit artikel geen aanspraak op volledigheid.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|