[Neerlandica extra Muros - oktober 1995]
De IVN: Vijfentwintig jaar partners in neerlandistiek
Wie in 1995 het woord partners tegenkomt, weet één ding zeker: het gaat om mensen die met hun tijd mee willen gaan. Maar ‘kan’ zo'n modewoord wel in de titel van een tekst die het vijfentwintigjarig bestaan van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek toch enigszins stijlvol zou moeten memoreren? Het antwoord mag volmondig ‘ja’ zijn.
In veel artikelen van dit jubileumnummer staat te lezen hoe de IVN in de voorbije jaren steeds opnieuw initiatieven heeft genomen om de beoefening van de neerlandistiek te bevorderen. Daarbij waren niet alleen extramurale, maar dikwijls ook intramurale belangen in het geding. Bij de behartiging van die belangen ging de IVN niet alleen maar met haar tijd mee. In háár kring ontstond het plan voor de Algemene Nederlandse Spraakkunst. Dat geldt ook voor het idee om over heel de wereld studenten op uniforme wijze te toetsen op hun kennis van het Nederlands. Intussen blijkt de verwerkelijking van beide initiatieven al jaren van groot nut.
Zeker, de IVN mag dan de afgelopen vijfentwintig jaar steeds bij de tijd geweest zijn, het ‘p-woord’ (ai, al weer zo'n nauwelijks te onderdrukken modernisme) in de titel is hiermee toch niet zomaar gerechtvaardigd? Nee, maar ieder die de IVN kent, weet dat de leden zich elkaars partners voelen in de volle zin van het woord. In regionaal verenigingsverband organiseren ze colloquia en brengen ze uitwisselingen van docenten en studenten tot stand. In hun vakbeoefening zouden zij elkaars steun niet graag missen. En niet zelden hebben zij ook elkaars morele steun hard nodig, wanneer Neerlandistiek een vak is waarin een universiteit maar matig wil of kan investeren.
Maar de extramurale neerlandici zijn niet alleen elkáárs partners. Steeds vaker slagen zij erin de banden met hun intramurale vakgenoten te versterken. Bij hen, vaak buitengewone leden van de IVN, groeit interesse en inzet voor de extramurale neerlandistiek. Dat blijkt uit hun bijdragen aan Neerlandica extra Muros en de driejaarlijkse Colloquia Neerlandica. En er is meer. Aan veel universiteiten komen extramurale neerlandici tot samenwerking met historici en kunsthistorici die de geschiedenis en cultuur van het Nederlandse taalgebied bestuderen; soms zijn ook zij lid van de IVN. Die samenwerking probeert de IVN te bevorderen, onder andere door seminaries te organiseren voor jonge buitenlandse kunsthistorici die zich specialiseren in de cultuurhistorie van de Lage Landen.
Nog een geheel ander partnerschap is in de laatste jaren tot stand gekomen: de Nederlandse Taalunie en de IVN werken vruchtbaar samen ten dienste van de extramurale neerlandistiek. Hun activiteiten, steeds vaker resultaat van gezamenlijke inspanningen, oogsten waardering.
De IVN, partners in neerlandistiek? Ja zeker, nog vele jaren!
Theo A.J.M. Janssen
Voorzitter van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek