kinderen betaald werk verrichten?, een Amerikaan geeft zijn mening over Nederland, de bonthandel, het hergebruik van kerken, de wetenschapslijn (telefonische informatie over allerlei wetenschappelijke onderwerpen), gemoedelijkheid.
De bron van alle luisterteksten is het NCRV-radioprogramma Wie Weet Waar Willem Wever Woont. De onderwerpen: de ANWB-alarmcentrale, dames- en herenfietsen, de achternaam van getrouwde vrouwen, Sinterklaas, drop, geldvervoer, de donorcodicil, bruidsboeketten, is Mondriaan kunst?
De kwaliteit van de cassettes is heel goed. De authentieke opnamen klinken, uiteraard, authentiek. Men heeft geprobeerd de opnamen van de herschreven en opnieuw ingesproken versie ook authentiek te laten klinken, maar dat is maar heel matig gelukt.
Ook Ria Koolmees heeft geconstateerd dat het moeilijk is teksten - in haar geval alleen leesteksten - te vinden die aansluiten bij het niveau van de cursist.
En ook haar oplossing is: ga uit van authentiek materiaal en herschrijf het.
Maar in tegenstelling tot de auteurs van Pasklaar, heeft zij het aangedurfd de authentieke tekst twee maal te herschrijven. De herschrijving op het laagste niveau is bestemd voor anderstaligen ‘die een elementaire kennis van het Nederlands hebben, zich al wat grammaticale zaken hebben eigengemaakt en de spelling van de lange en korte klinkers en dubbele medeklinkers tamelijk goed beheersen’ (Woord vooraf, p. 6). De tweede herschrijving is voor ‘meer gevorderde buitenlanders voor wie de oorspronkelijke teksten toch nog te moeilijk zijn’ (p. 7). De gevorderde cursisten, ten slotte, kunnen proberen of ze in staat zijn niet-herschreven authentieke kranteartikelen te begrijpen.
In Ria Koolmees, Teksten op maat. Authentieke leesteksten voor anderstaligen met verwerkingsmateriaal op twee niveaus (ISBN 90 01 48825 0, 127 p., prijs f 24,75, Wolters-Noordhoff 1990), worden dus in één boekje drie klantengroepen bediend. Uit de bovenstaande citaten blijkt al dat het niet eenvoudig is die groepen nauwkeurig te definiëren. Men is daarom des te nieuwsgieriger naar de feitelijke uitwerking van deze drietrapse aanpak.
Hoewel de auteur dat nergens expliciet vermeldt, neem ik aan dat de herschrijving een dubbele bedoeling heeft. In de eerste plaats wil ze daarmee de cursist zover brengen dat, na één of twee sprongen, hij of zij de hoogte van het authentiek materiaal aankan. De herschrijving staat, met andere woorden, in direct verband met het authentiek materiaal. De taal is anders, eenvoudiger, maar de inhoud van de drie teksten is in grote lijnen hetzelfde.
Daarnaast wil men leesmateriaal aanbieden dat gebruikt kan worden los van het bestaande authentieke materiaal, leesteksten dus die op zich de moeite waard zijn gelezen te worden en die geschreven zijn in een eenvoudig maar volwaardig Nederlands.
Als men tegen de achtergrond van deze gedachten Teksten op maat analyseert, blijkt dat er tussen authentiek en herschreven inhoudelijk vaak verschillen bestaan. Een voorbeeld. In de tekst van les 3 (‘Hoogspringer Tränhardt moet zilver teruggeven’) leest men in de authentieke versie ‘De Roemeen Matoy, die