[Neerlandica extra Muros - februari 1994]
In Memoriam R.P. Meijer
Toen Rein Meijer eind september 1993 overleed, verloor de internationale neerlandistiek een van zijn meest gewaardeerde en gezaghebbende figuren. Meer dan vijfendertig jaar lang was hij actief geweest als docent extra muros, in Melbourne, Londen en Jakarta. Hij behoorde tot de oprichters van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek en van het tijdschrift Neerlandica extra Muros.
Reinder Pieter Meijer werd geboren in Zwolle in 1926. Hij studeerde neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam en vertrok in 1951 als docent Nederlands naar Melbourne. Daar schreef hij zijn dissertatie over Gerrit Achterberg, gaf samen met Jacob Smit een Dutch Grammar and Reader uit en werkte aan de literatuurgeschiedenis waarmee hij naam zou maken. Literature of the Low Countries, gepubliceerd in 1971 (een bijgewerkte editie verscheen in 1978), werd een magistraal overzicht, alomvattend en helder, volstrekt persoonlijk en betrouwbaar, een boek dat een kwarteeuw later nauwelijks is verouderd.
Nog tijdens zijn verblijf in Melbourne begon Rein Meijer onder het pseudoniem P.M. Reinders recensies over Nederlandse en Engelstalige literatuur te schrijven voor NRC Handelsblad. Dit zou hij de rest van zijn leven blijven doen. Alles bij elkaar leverde hij ongeveer 700 stukken voor de krant. Met zijn zuiver oordeel, zijn ongemeen grote belezenheid en zijn beheerste, gevatte stijl groeide hij uit tot een van de meest vooraanstaande critici in Nederland.
In 1971 werd hij hoogleraar en hoofd van de afdeling Nederlands aan Bedford College, een instituut van de universiteit van Londen. Als docent was hij onnavolgbaar: informeel, onderhoudend, geestig, inspirerend. Als collega wist hij zich verzekerd van het absolute vertrouwen dat zijn medewerkers in hem stelden. Zijn gezag ontleende hij aan zijn superieure vakkennis, zijn integriteit, zijn persoonlijke betrokkenheid. De afdeling breidde uit en werd de grootste in de Engelstalige wereld.
Door zijn aanwezigheid zo dicht bij het moederland kon hij nauw betrokken zijn bij de oprichting van de IVN. Jarenlang was hij ondervoorzitter van de Vereniging; toen de omstandigheden het vereisten, fungeerde hij enige tijd als voorzitter. Ook toen hij eenmaal, na negen jaar dienst, uit het bestuur getreden was, bleef hij het reilen en zeilen van de IVN met grote belangstelling volgen.
Hij was een van de redacteuren van het eerste uur van NEM en bleef deel van de redactie uitmaken tot aan zijn dood. Terwijl zijn galgehumor de redactievergaderingen geregeld tot een staat van volslagen anarchie bracht, deed hij meer dan wie ook om van NEM een volwaardig, wetenschappelijk verantwoord tijdschrift te maken. Van hem stamde het idee om de docenten extra muros door middel van ‘kronieken’ op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de