Dr. H. van der Tuin
Onlangs bereikte ons het bericht dat dr. H. van der Tuin, ouddocent aan de universiteit van Parijs, overleden is. Dit droevig nieuws roept herinneringen wakker aan het prille begin van de neerlandistiek in Frankrijk. Kort na de oorlog sloot Frankrijk met Nederland en met België culturele akkoorden, op grond waarvan lectoraten in het Nederlands opgericht werden in Parijs, Straatsburg en Rijsel. De eerste lecteurs (ik gebruik hier opzettelijk niet de term lector, om elke verwarring te voorkomen) waren in Straatsburg dr. Plessen, in Rijsel dr. Van Elslander en in Parijs dr. Van der Tuin.
Deze was van huis uit romanist. Dit kon zeker geen kwaad, want wie de beginselen van zijn moedertaal aan buitenlanders wil bijbrengen moet uiteraard zelf de moedertaal van zijn leerlingen onder de knie hebben.
Hij had het in Parijs niet gemakkelijk. Velen van hen die deze regels zullen lezen weten bij ervaring wat het betekent, ingang te willen verschaffen aan een vak waarvan zo goed als niemand ter plaatse het belang inziet. De nieuwe lecteur beschikte niet eens over een eigen lokaal: hem werd een hoekje in de donkere zaal - er kon alleen bij kunstlicht worden gewerkt - toegewezen waar de collega's skandinavisten zich al hadden ingericht. Gelukkig had het hoofd van de (reeds sinds 1909 bestaande) Skandinavische sectie, prof. Jolivet, de invoering van het Nederlands toegejuicht en stond hij de nieuwe docent met raad en daad bij.
Ook administratief ging diens weg niet over rozen. Als lecteur mocht hij zelfs geen examens afnemen, tenzij onder ‘toezicht’ en verantwoordelijkheid van een hoogleraar, in casu weer prof. Jolivet.