| |
| |
| |
Leer- en hulpmiddelen
De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS). Het lijkt ons zinvol de lezers van NEM zo goed mogelijk te informeren over dit project, waartoe het initiatief immers is voortgekomen uit de buitenlandse neerlandistiek en dat ook allereerst bedoeld is ten behoeve van het onderwijs in het Nederlands als vreemde taal. In NEM-29, blz. 84-85, publiceerden wij het eerste driemaandelijkse voortgangsrapport. De beschikbare plaatsruimte laat niet toe de sindsdien ontvangen voortgangsrapporten over de perioden 1-5-1977/1-8-1977, 1-8-1977/1-11-1977, 1-11-1977/31-1-1978 in hun geheel op te nemen. Wij nemen hier slechts de voornaamste punten eruit over:
- | vier stukken over morfologische onderwerpen zijn herschreven; |
- | van het hoofdstuk ‘woordvolgorde’ (het belangrijkste van de ANS) zijn twee proefversies gemaakt; |
- | er is voorbereidend werk verricht voor de onderwerpen; ‘de zn-groep’, ‘het gebruik der tijden’, de groepsvormende werkwoorden, de bijvoeglijke-naamwoordsgroep, de samengestelde zin, het persoonlijk voornaamwoord; |
- | er is een nieuwe werkverdeling gemaakt: iedere redacteur neemt ± 6 hoofdstukken voor zijn rekening; |
- | aan de instituten Nederlands van de verschillende universiteiten is een eerste, voorlopige inventaris gezonden van problemen waarop de redactie is gestuit. Aan de contactmensen is gevraagd gesignaleerde moeilijkheden aan te bevelen als onderwerpen voor scripties, werkstukken e.d. |
Hieraan moet - helaas - nog worden toegevoegd, dat lic. Magda Peters de ANS-redactie om persoonlijke redenen per 1 maart 1978 verlaten heeft. Naar een opvolg(st)er voor haar wordt gezocht.
Verder heeft de redactie van Dokumentaal (informatie- en communicatiebulletin voor neerlandici) ‘besloten voortaan regelmatig te berichten over de activiteiten van de ANS’. In de vierde aflevering van jaargang 6 (1977) werd op blz. 114 een nieuwe rubriek ‘Van de ANS’ geopend, en wel met een ‘oproep om bepaalde problemen te onderzoeken’, die al was toegezonden aan de contactpersonen van de instituten die zich bereid verklaard hadden onderzoek te doen verrichten dat voor de ANS van belang is. We citeren uit Dokumentaal:
‘Al bij de voorbereiding van het ANS-project was besloten dat problemen op het gebied van de grammatika waarover geen, of onvoldoende literatuur bekend is, en die de redactie zelf niet verder kan onderzoeken, “uitbesteed” zouden worden. De volgende problemen zijn o.i. de moeite van een nader onderzoek waard (wellicht iets voor een scriptieonderwerp of iets dergelijks). Om overlappingen en dubbel werk te vermijden, is het gewenst de redactie
| |
| |
van de ANS vooraf mee te delen wat u wil onderzoeken. Adres: ANS, Bestuursgebouw K.U.N., kamer 68/9, Erasmuslaan 4, Nijmegen.
1. | Hoe is de volgorde en rangorde van de nabepalingen in de zn-groep te beregelen? Het gaat met name om de volgende categorieën: bijstellingen, vz-bepalingen, bijwoorden, vw-bepalingen, te en om te + onbepaalde wijs en bijzinnen.
Ter illustratie geven we enkele voorbeelden:
(i) | De schipper van de Johanna Maria, een voorzichtig man... |
(ii) | * De schipper, een voorzichtig man, van de Johanna Maria... |
(iii) | Jansen, mijn buurman, die al negentig was, is gisteren overleden. |
(iv) | Die vergadering van de socialisten toen |
(v) | Die vergadering toen van de socialisten |
(vi) | De jongen daar, die te laat was |
(vii) | ? De jongen, die te laat was, daar |
|
2. | Onder welke voorwaarden kunnen nabepalingen van de kern gescheiden worden, en welke rol speelt het accent daarbij? Ter illustratie geven we weer enkele voorbeelden:
(i) | Er is een schip aan de ketting gelegd van die Griekse reder. |
(ii) | ? Het schip is aan de ketting gelegd van die Griekse reder. |
(iii) | * Richard heeft de boeken op tafel gelegd van Karin. |
(iv) | * Richard heeft de boeken verkócht van Karin. |
(v) | Richard heeft de bóeken verkocht van Karin, maar niet de schriften. |
|
3. | Van werkwoordstammen (soms van infinitieven) kunnen bijvoeglijke naamwoorden afgeleid worden met de achtervoegsels -baar, -(e)lijk en -zaam. De betekenis is in het algemeen ongeveer: “geschikt tot” of “geneigd tot”.
Bij de drie groepen komen afleidingen voor van overgankelijke en onovergankelijke werkwoorden. De betekenis is dan doorgaans “kunnende (+ onvoltooid deelwoord) worden” respectievelijk “kunnende + onbepaalde wijs”, bijvoorbeeld: uitvoerbaar, brandbaar. Soms is de betekenis “moetende (+ voltooid deelwoord) worden”, bijvoorbeeld: verkieslijk. Van het ene werkwoord is afleiding met-baar en -(e)lijk mogelijk, bijvoorbeeld: aanneembaar, aannemelijk, van andere is enkel afleiding mogelijk met: -baar en -zaam (vgl. buigbaar /buigzaam, volgbaar /volgzaam). Zijn er wellicht betere regels te formuleren m.b.t. de afleidingsmogelijkheden? Kunnen er verfijnde betekenisregels worden opgesteld? |
4. | Bijvoeglijke naamwoorden kunnen van geografische namen afgeleid worden met -s en -er, bijvoorbeeld: Arnhems, Edammer. Een hypothese is dat de afleidingen op -s het productieve type zijn, en dat die op -er beschouwd kunnen worden als regionale of stilistische varianten, vooral voorkomend in min of meer vaste verbindingen als De Groninger richting enz. en in lokale geografische aanduidingen (o.a. namen van straten zoals Maastrichterstraat). Toch lees je vaak afleidingen als de Groninger ge- |
| |
| |
| meenteraad, het Asser proces e.d. Zijn dit uitzonderingen, of is ook dit type nog produktief? Vgl. Smedts, W.A.J. “Adjectivering en appellativering van toponiemen. Een synchronisch-descriptieve studie”, in: Handelingen Koninklijke Commissie Toponymie en Dialectologie, XLVI (1972), p. 47-227. |
5. | Heel frequent zijn samenstellingen van het type zn + bn. Productief is zeker die subcategorie die een vergelijking uitdrukt, vaak met het element versterking, “zo (bn) als--”; bijvoorbeeld: rotsvast, glashelder enz. Hier bij komen ook kleuraanduidende bijvoeglijke naamwoorden als asgrauw, grasgroen enz. Zijn er nog andere betekenisverhoudingen tussen de samenstellende delen te systematiseren? Een greep uit verdere mogelijkheden: zielsziek, stofvrij, panklaar, winterhard en vele andere’. |
Dokumentaal. Nu we het toch hadden over dit nuttige stuk gereedschap op de werktafel van de neerlandicus, is het misschien goed over dit tijdschrift weer eens wat nadere inlichtingen te geven. Dat is nl. voor het laatst gebeurd in 1972, in NEM-19, blz. 83-84. Sindsdien zijn er vele docenten extra muros gegaan en gekomen en is Dokumentaal ook niet ongewijzigd gebleven.
Dokumentaal is een ‘informatie- en communicatiebulletin voor neerlandici’. Het verschijnt vier maal per jaar in afleveringen van gemiddeld 32 bladzijden. De redactie bestaat uit de heren: Sj. van Faassen, G. Geerts, W.A. Hendriks, B. van Selm, P.J. Verkruysse, W. Smedts (redactiesecretaris). Redactieadres: Blijde-Inkomststraat 21, B-3000 Leuven, België (tel. (016) 238851 toestel 369). Administratie: W.A. Hendriks, Pieter de Hooghlaan 67, Hilversum, Nederland. De abonnementsprijs bedraagt in Nederland f 14, - per jaargang (giro 2612576 t.n.v. Dokumentaal Hilversum); in België 200 fr. (op postrekening 000-0425695 t.n.v. W.A. Hendriks te Hilversum).
Dokumentaal bevat regelmatig rubrieken als ‘Vakgenootschap’ (allerlei berichten over de neerlandistiek), ‘Inventarisatie’(bibliografieën of opgaven van lopend of verricht onderzoek), ‘Aanvullingen op...’, ‘Gepromoveerd’, ‘Uitgaven in voorbereiding’, ‘Pas verschenen’ en ‘Varia’. Verder nu en dan afzonderlijke bijdragen van een meer op zichzelfstaand karakter en voortaan dus de rubriek ‘Van de ANS’.
(jdr)
Bandmateriaal voor docenten. De enquête die de IVN in samenwerking met de BRT en Radio Nederland Wereldomroep heeft gehouden, is gunstig ontvangen. Tot nu toe hebben 47 instituten gereageerd. Wij geven hier een overzicht van de universiteiten die om toezending van materiaal hebben verzocht: Denemarken: Kopenhagen; Bondsrepubliek Duitsland: Bonn, Erlangen, Heidelberg, Keulen, Kiel, Saarbrücken; Finland: Turku; Frankrijk: Grenoble, Lille III, Paris III, Paris XIII; Groot-Brittannië: Canterbury, Liverpool, Londen, Newcastle, Nottingham; Italië: Bologna, Cagliari, Perugia, Rome, (Varese); Noorwegen: Oslo; Oostenrijk: Wenen; Polen: WrocÆšaw;
| |
| |
Roemenië: Boekarest; Portugal: Porto; Tsjechoslowakije: Brno; USSR: Moskou; Zweden: Gotenburg, Stockholm; Australië: Melbourne; Indonesië: Bandung, Jakarta, Manado; Korea: Seoul; Verenigde Staten: Ann Arbor, Bloomington, Grand Rapids, Los Angeles, Minneapolis, (Plymouth); Zuid-Afrika: Bloemfontein, Durban, Kaapstad, Port Elizabeth, Pretoria (Univ. van Suid-Afrika).
Over de praktische uitvoering wordt nog met de BRT en de Wereldomroep onderhandeld. Alle deelnemers aan de enquête ontvangen binnenkort bericht. Daarbij zullen ook mededelingen worden gedaan over video-materiaal dat door de organisatoren van de zomercursus in Diepenbeek ter beschikking wordt gesteld.
Wanneer u bij lezing van dit stukje ontdekt dat uw universiteit niet op de lijst voorkomt en u toch graag voor toezending van materiaal in aanmerking wilt komen, stuurt u ons dan zo spoedig mogelijk uw formulier of vraagt u een nieuw exemplaar aan.
(hm)
Nico Martens, Elke Morciniec, Klein Nederlands-Pools en Pools-Nederlands woordenboek - Maly slownik holendersko-polski i polsko-holenderski. Red.: Lisetta Stembor. Warschau, 1977, 892 blz. Uitgeverij Wiedza Powszechna in Warschau heeft sinds haar oprichting in 1946 al 2800 titels laten verschijnen met een totale oplaag van 53 miljoen exemplaren; 7 miljoen daarvan zijn woordenboeken in 30 talen en in verschillende series, van het ‘Minimum’ zakwoordenboekje af tot grote meerdelige woordenboeken toe. De serie ‘kleine’ woordenboeken is nu uitgebreid met een werk voor de Nederlandse taal. Het is voor het eerst in de geschiedenis, dat een Pools-Nederlands en Nederlands-Pools woordenboek het licht ziet. Aan dit pionierswerk is de uiterste zorg besteed en er wordt aanzienlijk meer informatie in gegeven dan men gewoonlijk in ‘kleine’ woordenboeken aantreft. Zo worden b.v. in het Nederlands-Poolse deel de meervoudsuitgangen van de zelfstandige naamwoorden aangegeven alsmede het genus; bij de werkwoorden is vermeld of ze met ‘hebben’ of met ‘zijn’ worden vervoegd en waar nodig wordt verwezen naar de tevens opgenomen lijst van sterke en onregelmatige werkwoorden. In het Pools-Nederlandse deel staat o.a. vermeld, welke mannelijke zelfstandige naamwoorden de genitiefuitgang -u hebben. Elk van beide delen (in één band) bevat ruim 20.000 woorden en zinswendingen; waar dit dienstig is zijn de betekenisnuances aangegeven. De vocabulaire bestrijkt in de eerste plaats het dagelijks leven, maar men zal ook vele termen op het gebied van de techniek, de sport, de geneeskunde, de natuurkunde e.d. aantreffen. De woordenschat is zo up to date mogelijk: nieuwe woorden als audiovisueel, boetiek, computer, halvarine, joyrijden, parkeermeter, pepmiddelen, praatpaal, quiz, supersonisch, talenpracticum, technisette, tubelessband, wasserette, enz. enz. zal men niet vergeefs zoeken. Elk deel
bevat een lijst van de meest gebruikte afkortingen en van aardrijkskun- | |
| |
dige namen. Bovendien is er een beknopte schets van de Poolse grammatica en van de Nederlandse grammatica opgenomen.
Na het taalgidsje ‘Rozmówki holenderskie’, dat in juni 1976 bij dezelfde uitgeverij verscheen in een oplaag van 30.000, is dit woordenboek de tweede Poolse uitgave op het gebied van de Nederlandse taal. Een derde uitgave is bij Widza Powszechna in voorbereiding, nl. een Nederlands taalboekje voor zelfstudie met grammofoonplaten. De grote belangstelling van het Poolse publiek voor Nederland en de Nederlandse taal, literatuur en cultuur blijkt ook uit de talrijke literaire vertalingen uit het Nederlands, die de laatste jaren in Polen verschenen zijn en gretig aftrek vinden. Nederland kan daar weinig tegenoverstellen. Dat het taalgidsje ‘Pools op reis’, tot nu toe het enige voor Nederlanders geschreven werk over de Poolse taal, regelmatig herdrukken beleeft, bewijst gelukkig wel dat de belangstelling voor Polen toeneemt. Het woordenboek is in de boekwinkels in Polen te koop voor de prijs van 125, - zloty. Een deel van de oplaag van 20.000 exemplaren zal ongetwijfeld zijn weg naar Nederland en België vinden.
Drs. Lisetta Stembor
Informatiebulletin Internationale Betrekkingen. De Centrale Afdeling Internationale Betrekkingen van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk geeft 4 × per jaar een gratis informatiebulletin uit. Dit bulletin geeft een overzicht van activiteiten die in internationaal verband plaatsvinden: berichten over de Raad van Europa, Unesco, Verenigde Naties en andere internationale organisaties. Het bevat bijzonderheden over voorlichtingsmiddelen t.b.v. het buitenland en geeft informatie over studiebezoeken en studiebeurzen. Belangstellenden kunnen schrijven naar het Ministerie van CRM, Steenvoordelaan 370, Rijswijk (Z.H.), Nederland of bellen (070)949233 tst. 3354 of 3355.
Aan hetzelfde adres kan men ook inlichtingen krijgen over de zgn. ‘Fact Sheets’ (informatie over onderwerpen op het werkterrein van het ministerie). Deze Fact Sheets verschijnen in het Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Bahasa Indonesia, Pools en Arabisch.
(hm)
|
|