| |
Van buiten de muren
Europa
BRD
Vergadering van de docenten Nederlands in Duitsland. Van de heer H. Kellens, Bestuurschef bij het Bestuur voor Internationale Culturele Betrekkingen, Ministerie van Nederlandse Cultuur (Brussel) kregen wij het volgende verslag van de hiervoor genoemde vergadering:
‘De vergadering van de docenten Nederlands in Duitsland had plaats aan de Universiteit van Münster op 24 en 25 april jl. onder voorzitterschap van Prof. dr. J. Goossens, hoogleraar Nederlands aan hogergenoemde Universiteit.
Op aanvraag van de docenten werd een uiteenzetting gegeven door de Heer Dellian, lid van het Bundesministerium für Bildung und Wissenschaft over het ‘Hochschulrahmengesetz’ (wet op het universitair onderwijs) met mogelijkheid tot vragen stellen.
Drs. J. van Weeren, talenlaboratorium R.U. Leiden gaf een voordracht over de ‘Interferentie door gebrek aan contrast bij nauw verwante talen’ en drs. A. Welschen, Niederländisches Seminar Münster over ‘Voortgezette grammatica van het Nederlands’.
Drs. A.A. Molleman, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de P.v.d.A., en voordien docent politieke wetenschappen aan de R.U. Leiden gaf een voordracht getiteld: ‘De kentering in de Nederlandse politiek sinds 1966’ en Prof. dr. J. De Meyer van de K.U. Leuven over de omvorming van de Belgische unitaire staat (voorziene bepalingen tot regeling der betrekkingen tussen de cultuurgemeenschappen).
Verder werd gesproken over de hulpmiddelen en subsidies die door beide Ministeries kunnen worden verleend (films, dia's, voordracht- | |
| |
gevers, zomercursussen, studiebeurzen, didactisch materiaal, studiereizen). Een bezoek aan het Niederländisches Seminar kon niet plaats hebben wegens tijdsgebrek.
Het aantal deelnemers was zeer groot, ongeveer een vijftigtal, waaronder een twintigtal studenten.’
Universität Giessen. Lic. A. Berteloot heeft in het afgelopen jaar weer een cursus Nederlands voor beginners en gevorderden gegeven. Vergeleken met de cijfers van het voorgaande jaar was het aantal studenten behoorlijk toegenomen: in het wintersemester telde de beginnerscursus 20 studenten en de cursus voor gevorderden 8 (dat is bijna twee maal zoveel als in het jaar daarvoor), in het zomersemester resp. 24 en 7. Ondanks die stijging is het onzeker of het Nederlands in Giessen gehandhaafd blijft. In april 1976 heeft de universiteit besloten het Nederlands te laten vallen, waarop de heer Berteloot met steun van een lijst met handtekeningen van de studenten om herziening van dit vonnis gevraagd heeft. Bij het inleveren van de kopij voor dit nummer was de uitslag nog niet bekend.
(rpm)
Georg-August-Universität Göttingen. Prof. dr. habil. E.-D. Stellmacher deelt ons mee dat hij niet langer als Lehrbeauftragter voor Nederlands verbonden is aan de Philipps-Universität te Marburg. Hij werd in mei 1976 als opvolger van prof. Wesche tot hoogleraar voor Nederlandse taal- en letterkunde benoemd aan de Universiteit te Göttingen. Hij is van plan de samenwerking tussen de Nederduitse en de Nederlandse taalkunde in Göttingen zeer te bevorderen en beschouwt het als een goed teken dat een neerlandicus er verantwoordelijk is voor de Nederduitse filologie.
(wt)
Universität Marburg. Aan de Nederlandse afdeling van de Universiteit van Marburg werden de taalcursussen van Lic. A. Berteloot door 46 studenten gevolgd. Er werd een literatuurseminarie gehouden over het werk van Ward Ruyslinck (6 deelnemers) en een over Mannekino van Sybren Polet (8 deelnemers). In de winter werd er ook een seminarie gewijd aan ‘Taal, literatuur en leven in de 17e eeuw in Nederland’ waaraan 7 studenten deelnamen.
Vier studenten werden uitgekozen voor de zomercursus in Diepenbeek en één voor die in Breukelen.
(rpm)
Universiteiten Mainz-Germersheim en Saarbrücken. Aan deze beide universiteiten werd in resp. het Institut für Angewandte Sprachwissenschaft en het Institut für Angewandte Sprachwissenschaft, sowie Dolmetschen und Übersetzen een Lehrbeauftragter resp. Sonder- | |
| |
Lehrbeauftragter aangesteld: de heer C.A.A. Vandoorne. Deze is van Belgische nationaliteit, heeft in 1970 het diploma van gegradueerde vertaler-tolk behaald aan het Provinciaal Hoger Taleninstituut te Gent en in 1975 de graad van Diplom-Übersetzer aan de Universiteit te Heidelberg. De heer Vandoorne is beëdigd tolk-vertaler voor de rechtbanken in het district Heidelberg. Zijn opdracht in Mainz-Germersheim ontstond in oktober 1976, die aan de Universiteit van het Saarland oefent hij uit sedert oktober 1975. In Saarbrücken doceert de heer Vandoorne 27 uur Nederlands per week gedurende 7 tot 8 semesters. Er zijn gemiddeld 20 studenten.
(wt)
Universiteit van Münster. Uit een verslag van de stand van zaken aan het Niederländisches Seminar van deze universiteit vernemen wij dat in het afgelopen jaar het aantal studenten licht gestegen is: ‘bijzonder verheugend is dat het aantal onder hen dat Nederlands als eigenlijk studievak heeft gekozen, zeer duidelijk groeit. Het bedraagt op het ogenblik een vijftigtal’.
De tentoonstelling ‘Reineke Fuchs in Dichtung und bildender Kunst Europas’, die oorspronkelijk in Kiel was gehouden, is in december 1975 en januari 1976 ook in Münster te zien geweest.
Er zijn gastcolleges gegeven door mw. L. Willems uit Antwerpen en door Dr. S. Theissen uit Luik, terwijl Professor Goossens een voordracht hield op het IVG congres in Cambridge en een lezingentoernee door Zuid-Afrika maakte.
(rpm)
Nederlands aan de Universiteit Tübingen. De heer Diedrich Dannheim is nog altijd met een ‘Lehrauftrag’ belast. Hoop op een ‘Lektorat’ dat in 1972 voor de deur leek te staan, schijnt er voorlopig niet te zijn. ‘Integendeel’, schrijft dhr. Dannheim ons, ‘er werd nog meer bezuinigd’. Hij geeft verder enig nieuws over zijn leeropdracht van zes uur per week: ‘Vorige winter hebben wij in de “Oberkurs” Belcampo gelezen, in het zomersemester Kopstukken van Bomans (met plaat). In het aanstaande wintersemester heb ik naast de kursus voor beginners (2 uur + 1 uur talenpraktikum) drie kolleges à 1 uur: Systematische Wiederholungsgrammatik; Kontrastive Wortschatzübungen Niederländisch-Deutsch; Sprookjes van Nederlandse en Vlaamse schrijvers. In het afgelopen semester had ik een erg leuke groep van studenten: een paar ervan waren bijzonder goed gemotiveerd omdat ze in Nederland gaan wonen of daar gaan studeren. En ook dit jaar hebben wij weer vertegenwoordigers van Tübingen bij de zomerkursussen in Diepenbeek en in Breukelen.’
(wt)
| |
| |
Het Nederlands aan Duitse middelbare scholen. Voor het eerst hebben wij op het Colloquium Neerlandicum vertegenwoordigers van het niet-universitair onderwijs in de buurlanden Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië als waarnemers toegelaten, in afwachting dat aan de leraren Nederlands binnen onze vereniging misschien een beter omschreven plaats zal kunnen worden toegekend. Jammer genoeg konden slechts dr. M. Weijtens van het Internationale Lyceum in Saint-Germain-en-Laye en mw. S. van de Perre van het Anglo-Belgian Institute in Londen op de uitnodiging ingaan. De heer J. Kempen uit de BRD die zich al jaren inzet voor het Nederlands bij het Duitse m.o., maar die verhinderd was op het Colloquium aanwezig te zijn, heeft enkele punten ter discussie voorgelegd. Tijdsgebrek heeft ons verhinderd daar op het Colloquium nader op in te gaan, maar dit is een gelegenheid om zijn suggesties onder de aandacht van de lezers van NEM te brengen:
‘1) | De uitblijvende “Fachlehrer-Nachwuchs” voor de MO-Neerlandistiek is ons groot probleem gebleven. Deze taak van de HO-Neerlandistiek, de opleiding der leraren Nederlands, verdient dus veel meer aandacht! |
2) | Dit alles vergt een nauwe samenwerking en ko-ordinatie met de MO-Neerlandistiek. De circulus vitiosus: zonder leraren MO geen studenten, zonder studenten geen leraren Nederlands, geldt nog steeds! |
3) | Misschien kan het Congres ook de nieuwe Landsregering en de Landtag te Hannover winnen voor een officieel schoolvak Nederlands in Nedersaksen, met leerstoel(en). De voorbeeldige Nederlandse “Verständigungsvorleistung” werd nog steeds niet gehonoreerd. |
4) | Invoering, via Landsregering en Landtag te Mainz, van een schoolvak Nederlands ook in het land Rijnland-Palts. |
5) | De plaats van het Kaaphollandse Afrikaans in de HO- en ook in de MO-Neerlandistiek. |
6) | De plaats van “Nederland(s)” in Duitsland in het algemeen en het Nederlands-Nederrijnse overgangsgebied (Kleef-Gelder) in het bijzonder in het programma van de Neerlandistiek. |
ad 4) | Rijnland-Palts, vooral Eifel-Bergen, Rijn- en Ahr-Vallei zijn vooral door Nederlanders en Vlamingen bezochte toeristengebieden. Nederland is trouwens de meest belangrijke handelspartner van de BRD! |
ad 5) | Het dankzij een verbluffend eenvoudige structuur en waarde- |
| |
| |
| volle letterkunde interessante Afrikaans verdient veel meer aandacht. |
ad 6) | De geschiedenis van het Nederlands op Duitse bodem werd nog niet geschreven, de “open grens tussen Nederlands en Duits” nog niet wetenschappelijk voldoende onderzocht (vergeleken b.v. met het analoge Frans-Vlaanderen).’ |
| |
Frankrijk
Vijfde conferentie van docenten Nederlands in Frankrijk. Op 28 februari 1976 kwamen op de Belgische Ambassade - voor het eerst daar - de docenten bij elkaar die in Frankrijk op secundair en hoger niveau en in vrije cursussen Nederlands onderwijzen. De vergadering had plaats onder het voorzitterschap van mej. Claire Kirschen, Ambassaderaad belast met culturele zaken en in aanwezigheid van de heer Sadi de Gorter, gevolmachtigd Minister en Directeur van het Institut Néerlandais. De conferentie werd bijgewoond door 21 docenten alsook door mej. mr. E. Talsma van het Ministerie van O. en W., de heer Kellens van het Ministerie van Nederlandse Cultuur, mej. J. Thévenet van de Belgische Ambassade en mej. Van der Meer van de Nederlandse Ambassade.
Er werd onder de agendapunten ‘Nederlands bij het hoger onderwijs’, ‘opleiding leraren Nederlands’ en ‘Nederlands bij het voortgezet onderwijs’ door de betrokkenen uitvoerig verslag uitgebracht over de toestand in elke universiteit en in elke school.
Uitvoerig werd ingegaan op de positie van de buitenlandse docenten. De toestand was dus inderdaad zo, zoals prof. dr. C. de Deugd hem beschrijft in zijn voortreffelijke intreerede aan de Vrije Universiteit te Amsterdam over Nationalisme en Wetenschap (z.u., z.p., 1970), dat bij het wetenschappelijk onderwijs in Frankrijk ‘zelfs een niet-fransman niet eens als hoogleraar kan worden aangesteld’ (blz. 8). Dat kan dus nu - eindelijk - wel, dank zij een decreet van 2 juni 1976 dat de handtekening van de toenmalige eerste minister Jacques Chirac draagt.
Er werd aandacht besteed aan de plannen betr. een ‘Examen en getuigschrift Nederlands’, evenals aan ‘Studie- en voorlichtingsmateriaal’ (o.m. de behoefte aan actuele audio-visuele middelen zoals tv en film).
De vergadering werd 's middags onderbroken voor een heerlijk Frans déjeuner en 's avonds besloten met een receptie, aangeboden door de Belgische Ambassadeur en mw. de gravin de Kerchove de Denterghem.
(wt)
| |
| |
Regionale vergadering van docenten Nederlands in het gebied van de Académie de Lille. Op 19 mei 1976 had in de Section de néerlandais aan de Université de Lille III de derde jaarlijkse bijeenkomst plaats van docenten Nederlands in Noord-Frankrijk. De vergadering werd bijeengeroepen en voorgezeten door dr. W. Thys, maître de conférences en directeur van de Nederlandse afdeling. De notulen werden gemaakt door de heer lic. L. Ravier, chargé de cours complémentaires (FCEP). Een groot aantal personen woonde deze vergadering bij: benevens de docenten bij het secundair en het hoger onderwijs en het privé onderwijs waren er als genodigden de heer Sadi de Gorter, Gevolmachtigd Minister en Directeur van het Institut Néerlandais, prof. J. Decobert, Directeur van de FCEP (‘Education Permanente’), de heren H. Kellens en J. Delarbre van het Ministerie van Nederlandse Cultuur, de heer D. Leroy, Belgisch Consul te Rijsel, de heer P. Martin, Président des Echanges Internationaux du Nord, en de heer F. Persyn als vertegenwoordiger van de Inspecteur de l'Académie de Lille.
Mej. Cl. Kirschen, Ambassaderaad, Belgische Ambassade, Parijs, mej. mr. E. Talsma, Ministerie van O. en W. en de heer Destailleurs, Nederlands Ere-Consul hadden zich laten verontschuldigen.
Prof. P. Rafroidi (President van de Université de Lille III), vereerde de vergadering met een kort bezoek.
De agenda vermeldde:
1. | Lijst van docenten Nederlands in het gebied van de Académie de Lille, |
2. | Mededelingen over het onderwijs (secundair, hoger, vrije cursussen), |
3. | Opleiding van de leraren Nederlands, |
4. | Programma van het baccalaureaatsexamen, |
5. | Didactisch materiaal, |
6. | Zomercursussen a) voor leraren, b) voor studenten en leerlingen, |
7. | Groepsreizen naar Nederland en Vlaanderen, |
8. | Werkgelegenheid in Nederland en Vlaanderen. |
Er werden allerlei nuttige suggesties gedaan ter bevordering van het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen. Dit geldt in het bijzonder voor de promotie van het Nederlands in de industriële kringen van Noord-Frankrijk die meer en meer contacten zoeken met het Nederlandse taalgebied.
De aanwezigheid van de heer De Gorter had het voordeel dat de jonge regionale vergadering gebruik kon maken van de ervaring die de heer De Gorter al jaren lang heeft met de bijeenkomst van neerlandisten op nationaal vlak.
(wt)
| |
| |
Twee nieuwe officiële cursussen Nederlands bij het m.o. in het noorden van Frankrijk. Met ingang van het schooljaar 1976-77 werd aan het Collège d'Enseignement Secondaire te Halluin (Halewijn) en aan het C.E.S. te Bailleul (Belle) een officiële cursus Nederlands ingesteld. Die in Halewijn is nieuw, die in Belle is de voortzetting, na een lange onderbreking, van de cursus die daar vroeger door de heer Volatron werd gegeven. In Halewijn werd de heer F. Persyn benoemd, een alumnus van de Nederlandse afdeling van de Université de Lille III (W. Thys), in Belle de heer F. Fritz, een alumnus van de Nederlandse afdeling aan de Université de Strasbourg (A. van Seggelen). Beiden zijn leraar M.O. Duits, de eerste in Rijsel, de tweede in Hazebrouck. In Halewijn geeft dhr. Persyn 3 uur Nederlands per week aan 11 leerlingen; in Belle verzekert dhr. Fritz 3 uur Nederlands per week voor 10 leerlingen.
(wt)
| |
Groot-Brittannië
Lezing over Hugo Claus aan de Universiteit van Liverpool. De heer Michael Rigelsford deelde ons mee dat prof. dr. Marcel Janssens van de Katholieke Universiteit te Leuven op 1 maart 1976 voor het Department of German van de Universiteit van Liverpool een lezing heeft gehouden over ‘Hugo Claus and Flanders. A poet in Flanders field’. Het was de eerste ‘Belgische’ lezing in Liverpool en zij werd zeer goed onthaald door professoren en studenten.
(wt)
Bijeenkomst leraren Nederlands in Londen. Voor het eerst sinds een geruim aantal jaren is er in Londen een bijeenkomst gehouden van de leraren Nederlands aan niet-universitaire instellingen in en om Londen, zoals Polytechnics, Adult Education Institutes, Institute of Linguists en twee middelbare scholen, nl. Chatham House Grammar School for Boys en Harwich Comprehensive School.
De vergadering vond plaats op 6 maart 1976 op de Nederlandse Ambassade. Er waren veertien docenten aanwezig: de dames Cooper, Ibbotson, Gladwin, Crisp, Fletcher, Van de Perre, Savage, Moerman, Poole, Bullivant en de heren De Bruin, Both, Hill en Wiersma. Het voorzitterschap werd waargenomen door prof. dr. R.P. Meijer en de Nederlandse Ambassade was vertegenwoordigd door Mej. mr. A. Stenfert Kroese.
Mevrouw E. Lloyd-Reichling, Language Assistant aan Bedford College, gaf een demonstratie van de nieuwe audio-visuele cursus ‘Levend Nederlands’. De vergadering had een bijzonder levendig karakter, er werd veel gediscussieerd over de verschillende leermethoden en over
| |
| |
bestaand en niet-bestaand lesmateriaal. Er bleek vooral behoefte te bestaan aan modern leesmateriaal voor beginners en aan eenvoudige maar niet te kinderlijke teksten voor de wat verder gevorderden. De mededeling dat het ‘Certificaat Nederlands als vreemde taal’ in vergevorderde staat van voorbereiding is, werd door alle aanwezigen met grote instemming begroet. Er werd ook met klem aangedrongen dat een bijeenkomst als deze elk jaar belegd zou worden.
(rpm)
Mutaties aan Bedford College (Universiteit van Londen). De heer P.F. Vincent, Lecturer in Dutch, is teruggekeerd van verlof en heeft zijn werk hervat. Drs. K.J.S. Bostoen, die gedurende het afgelopen jaar de heer Vincent vervangen heeft, blijft voorlopig voor Bedford College behouden. Hij is benoemd tot Visiting Lecturer in de plaats van de heer P. Janssens, die in mei zijn functie heeft neergelegd.
(rpm)
Lezing in Londen. Tijdens zijn lezingentournee in Engeland, georganiseerd door het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur en de Belgische Ambassade te Londen, heeft prof. dr. Marcel Janssens van de Katholieke Universiteit te Leuven op 25 februari 1976 een lezing gehouden op Bedford College, Universiteit van Londen, over ‘Hugo Claus en Vlaanderen’, waarin een interessant beeld gegeven werd van de gecompliceerde houding die Claus in zijn werk ten opzichte van Vlaanderen aanneemt.
(rpm)
Gastcollege in Sheffield. Op 27 februari 1976 heeft prof. dr. R.P. Meijer (Bedford College) een gastcollege gegeven voor de staf en studenten Nederlands aan de Universiteit van Sheffield over ‘Aspecten van de moderne Nederlandse literatuur’.
(rpm)
| |
Italië
Nederlands aan de Universiteit te Cagliari. Mw. dr. Marie-Louise Rotsaert Neppi Modona wees ons op een fout in het Verslag van het Vijfde Colloquium, waar op blz. 50 Cagliari vermeld staat als Universiteit waar ‘een 4-jarige cursus en mogelijkheid tot afstuderen’ bestaat. De cursus is in 1970 als 1-jarige cursus ontstaan en op aanvraag van de studenten werd de cursus tot 2 en (bij wijze van uitzondering) tot 3 jaar verlengd maar ‘afstuderen’ in het vak Nederlands is niet mogelijk daar het vak hiervoor ‘taal en literatuur’ moet omvatten. In Cagliari is de cursus tot ‘Lingua neeriandese’ beperkt.
Mw. dr. Rotsaert deelt ook nog mee dat zij in maart 1976 tot ‘incaricata per Filologia germanica’ werd benoemd. Zij zal de leeropdracht
| |
| |
‘Lingua neerlandese’ tot einde '77 behouden. Vermoedelijk zal de wet haar niet toestaan nadien nog twee leeropdrachten uit te oefenen.
(wt)
Istituto Universitario Orientale, Napels. Als gevolg van een reorganisatie van het wetenschappelijk onderwijs, ressorteert de afdeling Nederlands in Napels niet meer onder het Seminarie voor Germaanse Talen maar onder het ruimer opgezette Seminarie voor Westeuropese Studiën. De nieuwe structuur beoogt de mogelijkheden tot interdisciplinair onderzoek en onderwijs te vergroten.
Ondanks deze reorganisatie, die vele vergaderingen met zich mee bracht, heeft het onderwijs op normale manier kunnen plaatsvinden. Mw. Piccio-Koch verzorgde weer het taalonderwijs en Dr. Meter de letterkunde, te weten Voorhoofse en Hoofse Epiek, Karaktertrekken van de Nederlandse Romantiek, poëzie uit de eerste helft van de negentiende eeuw en methodiek van het literair-historische onderzoek. Het onderwijs werd gevolgd door tien studenten. Twee hoofdvakstudenten hebben in het afgelopen jaar hun studie afgesloten, de een met een scriptie over ‘Het verhalende werk van G.K. van het Reve’, de ander met een scriptie over ‘De Warenar van P.C. Hooft als voorbeeld van creatieve imitatie’.
(rpm)
| |
Polen
Prof. Lagerwey op bezoek aan de Universiteit te Wrocl̸aw. Prof. dr. Walter Lagerwey, Queen Juliana Professor aan Calvin College in Grand Rapids, Michigan, bracht, vergezeld van zijn echtgenote, van 18 tot 23 juni 1976 een bezoek aan de Afdeling voor Duitse taal en Neerlandistiek van de Uniwersytet Wrocl̸awski. Hij heeft voor de bijvakstudenten in het Nederlands een lezing gehouden over de ontwikkeling van de neerlandistiek in de Verenigde Staten. Hij maakte ook kennis met de wetenschappelijke medewerkers van de Afdeling.
(wt)
| |
Zweden
Bijeenkomst van docenten Nederlands in Scandinavië. Van de heer Peter Vingerhoets ontvingen we een uitvoerig verslag van een bijeenkomst van de docenten Nederlands uit Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden. De vergaderingen werden gehouden op 3 en 4 april 1976 in het Duitse Instituut van de Universiteit van Stockholm en werden bijgewoond door tien deelnemers, nl. collega's De Vries, Koe- | |
| |
dam en Vingerhoets uit Denemarken, Borst en Starmans uit Finland, Eliassen-De Kat en Solemslie-Larsen uit Noorwegen, Beke, Bohlin en Wikén Bonde uit Zweden. De heer Borst werd gekozen als voorzitter en de heer Vingerhoets als notuleerder.
Twee jaar geleden al hadden de docenten uit de Scandinavische landen besloten dat zij zelf uit hun midden een kandidaat voor het nieuwe bestuur van de IVN zouden kiezen (zie NEM-23, p. 69). Tijdens de vergadering bleek dat de keuze was gevallen op Mw. Geerte de Vries.
Een van de punten op de agenda was: ‘Vraag naar aard en karakter van de IVN’. In de discussie die zich hierover ontspon werd er de nadruk op gelegd dat de wetenschappelijke activiteiten van de IVN zich niet zouden mogen uitbreiden ten koste van de andere taken.
Verder werd er gesproken over het Certificaat Nederlands, over het uitwisselen van lesmateriaal, en over de dossiers uit Groningen waarop nogal wat kritiek bleek te bestaan. Mw. Eliassen-de Kat hield een lezing over ‘Een klassiek motief in Gorters Mei’ en mw. Wikén Bonde gaf een uiteenzetting over de nieuwe wet op het academisch onderwijs in Zweden. Zij uitte daarbij haar bezorgdheid dat de academische vrijheid in het gedrang dreigt te komen door de toenemende invloed van buiten op het universitaire beleid en zij zag de positie van het Nederlands bedreigd door het nieuwe ingewikkelde systeem van studievoorschriften.
Met bijzondere waardering werd ook vermeld dat de heer J. Polderman, Nederlands ambassadeur te Stockholm, de deelnemers op een zeer geslaagd buffet-diner had onthaald.
Tenslotte werd besloten dat deze bijeenkomsten twee maal in de drie jaar gehouden zouden worden. De volgende zal plaats vinden in Kopenhagen op 1 en 2 oktober 1977.
(rpm)
Universiteit van Stockholm. Mw. Wikén Bonde zond ons een afschrift van haar jaarverslag 1975-76, waarin zij nog eens ingaat op de ingrijpende hervormingen van het Zweedse universitaire stelsel die op 1 juli 1977 van kracht zullen worden: ‘De nieuwe regeling van de academische studie houdt in dat alle vakken worden versnipperd tot cursussen van 3 tot 60 punten, waarbij één punt de leerstof vertegenwoordigt die men zich in één week studie kan toeëigenen.’
Het is het Nederlands in het afgelopen jaar in Stockholm goed gegaan. Er werden 21 nieuwe studenten ingeschreven en het totale aantal studenten die op verschillende niveaus Nederlands hebben gestudeerd, bedroeg 47.
Het grote desideratum in Stockholm is een vast lectoraat Nederlands met een permanente lector, in plaats van de driejarige lectoraten van
| |
| |
nu. Het Duitse Instituut heeft dit lectoraat sinds 1968 elk jaar opnieuw aangevraagd, maar de faculteit heeft die aanvraag steeds afgewezen omdat er andere prioriteiten waren. Maar men blijft volhouden, en op het ogenblik dat het verslag geschreven werd, lag er weer een aanvraag om een permanent lectoraat bij de faculteit.
Ondertussen ontwikkelt Mw. Wikén Bonde zich ook als een vertaalster van naam. Haar vertalingen van Louis Paul Boons De Kapellekensbaan en van Marnix Gijsens Joachim van Babylon zijn nu verschenen en zijn door de Zweedse pers zeer goed ontvangen. Haar vertalingen van Boons Menuet en Jan Wolkers' Horribele Tango zullen dit najaar verschijnen. Verder wordt er gedacht aan vertalingen van Elsschot, Couperus, Bordewijk, Slauerhoff, Walschap, Van het Reve, Claus en Mulisch. Haar persoonlijke wensdroom is, schrijft Mw. Wikén Bonde, om een nieuwe vertaling van Max Havelaar te maken.
(rpm)
| |
Zwitserland
Universiteit van Bazel. Met ingang van het zomersemester 1976 is de heer A. van der Zanden benoemd tot docent Nederlands aan de Universiteit van Bazel. Dit docentschap, dat nagenoeg geheel door het Nederlandse Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen bekostigd wordt, omvat op het ogenblik 13 studenten die twee uur per week college Nederlands krijgen.
De heer Van der Zanden is in 1949 te Wons in Friesland geboren. Hij heeft in Bazel theologie gestudeerd en heeft Nederlands gegeven aan de Neue Sprach- und Handelsschule in Bazel.
(rpm)
| |
Buiten-Europese landen
Australië
Nederlands in Canberra. Drs. Leonie Voorhoeve heeft ons in een gedetailleerde brief ingelicht over de Nederlandse afdeling aan de Australian National University in Canberra.
Al enige jaren bestond er in Canberra de mogelijkheid om een eenjarige cursus Nederlands te volgen. ‘Sinds kort echter’, zo schrijft Mw. Voorhoeve, ‘is de eenjarige studie uitgebreid met een tweede jaar en bestaat nu uit twee eenjarige cursussen Dutch I en Dutch II, die om het jaar worden gedoceerd.’
In Dutch II wordt 5 uur per week college gegeven: twee uur taalbeheersing, twee uur cultuurgeschiedenis van de Lage Landen en één uur
| |
| |
literatuur van na de oorlog. Het aantal studenten is nog klein: in 1976 waren er voor Dutch II 5 studenten ingeschreven, vermeerderd met 2 toehoorders, maar Mw. Voorhoeve verwacht dat dit aantal langzamerhand wel zal groeien.
(rpm)
| |
Indonesië
Universitas Indonesia te Jakarta. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen deelt ons mee dat de heer Drs. C.J. Stokkermans met ingang van 1 augustus 1976 benoemd is als derde docent Nederlands aan de Universitas Indonesia. Zijn taak zal in hoofdzaak bestaan uit het onderwijs in de taalkunde en taalvaardigheid. De kosten van uitzending worden geheel gedragen door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.
(rpm)
| |
Korea
Hankuk University of Foreign Studies. Van Drs. Y.B. Chah, docent aan de Hankuk Universiteit te Seoul, hoorden we dat er elk jaar twintig studenten ingeschreven worden voor de cursus Nederlands. Het zouden er veel meer kunnen zijn - in 1973 zelfs meer dan tweehonderd, schrijft Drs. Chah - maar de minister van onderwijs houdt zich aan de numerus fixus van twintig. Een belangrijk deel van deze studenten werpt zich op het Nederlands met het oog op hun latere studie in de theologie. In dit verband wijst de heer Chah erop dat er ook Nederlands wordt gedoceerd aan de Theologische Hogeschool in Pusan.
De heer Chah eindigt zijn mededeling met een verzoek: ‘Waar andere landen als bijv. Frankrijk en Duitsland zich met kracht beijveren om hun taal en cultuur onder ons in Korea bekend te maken, behoeven Nederland en België, naar ons oordeel, niet ten achter te blijven. Uw taal en eeuwenoude cultuur zijn dat o.i. ten volle waard!’
(rpm)
| |
Verenigde Staten van Amerika
Madison, Wisconsin. In het afgelopen jaar heeft mw. Christine Boot aan de Universiteit van Wisconsin te Madison een cursus Nederlands voor beginners gegeven. Het aantal studenten bedroeg 15 - niet onbevredigend dus - maar de cursus is voorlopig weer van de baan omdat mw. Boot naar Syracuse University, N.Y., vertrokken is en er van
| |
| |
de zijde van de universiteit in Madison weinig of geen belangstelling voor het Nederlands is. ‘De werkzaamheden in Syracuse zien er wat het Nederlands betreft veelbelovender uit dan in Madison’, schrijft mw. Boot. ‘De Duitse afdeling staat er achter en de universiteit heeft een studieprogramma in Amsterdam. Er is dus geen gebrek aan studenten die Nederlands willen leren.’
(rpm)
Syracuse University, N.Y. Op 8 oktober 1976 heeft mw. Boot ons opnieuw geschreven. Zij is aan Syracuse University verbonden aan de afdeling voor ‘Germanic Languages and Literatures’ van de ‘Faculty of Foreign Languages and Literatures’. Zij schrijft o.m. het volgende: ‘De Nederlandse cursus aan Syracuse University is gisteravond begonnen en dus kan ik er wat inlichtingen over geven.
We zijn zo laat in het semester begonnen om de studenten die volgend voorjaar naar Amsterdam gaan de gelegenheid te geven deel te nemen. Er zijn op 't ogenblik veertien studenten en ik verwacht er nog wel een paar meer. We gebruiken het boek van Lagerwey, Speak Dutch. Verder leren we iedere week het een of andere Nederlandse rijmpje, zoals “Amsterdam die grote stad”, niet als inleiding op de Nederlandse literatuur maar als uitspraakoefening. Over een poosje zal ik ook dia's laten zien waar de studenten over praten kunnen en, als ik ze krijgen kan, Nederlandse platen. Er is hier nooit ergens geld voor, maar aangezien we zoveel studenten hebben die naar Amsterdam gaan, zou ik graag een serie dia's van Amsterdam hebben.
Voor de meeste van onze studenten is het spreken van de vreemde taal belangrijker dan het lezen, daarom moeten de cursussen hier, zeker in het begin, zo gegeven worden dat het mondeling gebruik van de taal in het middelpunt staat. Er is echter grote behoefte aan een “leescursus” waarvoor wel een goede uitspraak vereist is, maar waarbij het spreken als zodanig niet belangrijk is. Voor deze studenten, meestal gevorderden die aan een dissertatie werken of daar na aan toe zijn, zou een schriftelijke cursus Nederlands waarbij leesvaardigheid voorop staat, in een behoefte voorzien.’
Nederlands aan Central College in Pella, Iowa. Ph. E. Webber Ph. D., tot voor kort belast met een ‘Introduction to Dutch Language and Culture’ aan Widener College in Chester, Pennsylvania, heeft deze instelling verlaten en is nu verbonden aan Central College in Pella, Iowa. Daarover schreef hij ons op 16 juni 1976: ‘Voor ons vak zijn er goede vooruitzichten. Central College wordt door de Reformed Church of America gesteund en voor “Dutch heritage” is er veel besef. Bovendien wordt Nederlands gedeeltelijk nog te Pella als tweede “omgangstaal” (helaas niet meer als tweede moedertaal) gesproken.’ We
| |
| |
hopen dat dr. Webber intussen met het onderwijs van het Nederlands heeft kunnen starten en dat hij ons op de hoogte zal houden van de stand.
(wt)
Philadelphia. Mw. M.J.G. Reichenbach, docente Nederlands aan de Universiteit van Pennsylvania te Philadelphia, schrijft ons over de merkwaardige verscheidenheid van studenten die zich voor de colleges Nederlands laten inschrijven: ‘graduate students from Wharton, city and regional planning, oriental studies, political science and German; undergraduates from Wharton, pre-med, general literature, classical studies, political science, English, economics, anthropology and others’. Het aantal studenten blijft stabiel en omvat 18 beginners en 5 gevorderden.
Met dank maakt mw. Reichenbach melding van de steun ondervonden van het Nederlandse en Belgische consulaat in New York, die geluidsbanden, dia's en boeken ter beschikking hebben gesteld.
(rpm)
| |
Zuid-Afrika
Bibliografie van de Zuidafrikaanse neerlandistiek 1975. In NEM-26, blz. 30-31, hebben wij de eerste bijdrage van onze collega de heer Luc Renders van de Universiteit van Port Elizabeth gebracht, nl. een eerste overzicht, 1974 betreffend, van wat er in Zuid-Afrika op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde is verschenen. De heer Renders brengt daar nu een vervolg op voor 1975. Op het Colloquium heeft de heer Renders aan de deelnemers een 17 blzn. tellend gestencild bibliografisch overzicht van de neerlandistiek in Zuid-Afrika uitgereikt, getiteld: ‘De Nederlandse taal- en literatuurstudie in Zuid-Afrika 1960-1975: een voorlopig bestek’. Voor belangstellenden is een exemplaar van dit overzicht verkrijgbaar bij het secretariaat van de IVN, p/a Nuffic, Molenstraat 27, NL - Den Haag.
(wt)
Overzicht van de studie in de Nederlandse taal- en letterkunde in Zuid-Afrika, 1975
I. Boeken
|
Grové, A.P. en Steyn, J.L., Keur uit die Nederlandse poésie, 10de druk, Kaapstad, Nasou, 1975, 190 pp. |
Le Roux, T.H. en Le Roux, J.J., Middelnederlandse grammatika, 8ste uitg., Pretoria, Van Schaik, 1975, 231 pp. |
Rijpma, E., Beknopte geskiedenis van die Nederlandse letterkunde, hersien deur J.H. Rijpma, Afrikaanse vertaling deur A.P. Grové en J.L. Steyn, 6de druk, Pretoria, Academica, 1975, 220 pp. |
| |
| |
Schendel, A. van, Een Hollands drama, met inleiding en aantekeninge deur A.P. Grové, Pretoria, Academica, 1975, 172 pp. |
Verster, J.R. en Malan, C.W., Lucebert en die eksperimentele poësie, Bloemfontein, P.J. de Villiers, 1975, 64 pp. |
Verster, J.R. en Viviers, A.C., Die Kunsbeginsels van die Tagtigers, Bloemfontein, P.J. de Villiers, 1975, 35 pp. |
Verster, J.R., Malan, C.W. en Viviers, A.C., Spektrum van die Nederlandse letterkunde, Bloemfontein, P.J. de Villiers, 1975, 141 pp. |
Villiers, Meyer de, Nederlands en Afrikaans, 2de uitg., 4de druk, Kaapstad, Nasou, 1975, 92 pp. |
Vondel, Joost van den, Joseph in Dothan: treurspel, met inleiding en aantekeninge van C.J.M. Nienaber, 2de druk, Pretoria, Van Schaik, 1975, 111 pp. |
Vries, Theun de, Kenau, met inleiding en aantekeninge van A.P. Grové, 2de druk, Pretoria, Van Schaik, 1975, 127 pp. |
II. Thesissen
|
Kock, E. de, Die Allegoriese Struktuurbeginsel in Bybelse en Religieuse Perspektief. Met Speciale Verwysing na Twee Nederlandse Romans, M.A., Universiteit van Port Elizabeth, 1975. (Over De Onrustzaaier en Joachim van Babylon.) |
Roos, H., ‘Ik en Zelf’: 'n Ondersoek na die vertellersrol aan die hand van drie ek-vertellings van W.F. Hermans, D. Litt., Universiteit van Pretoria, 1975. |
III. Artikels en boekbesprekingen
|
Geëxerpeerde tijdschriften zijn:
- | Standpunte |
- | Tydskrif vir Letterkunde |
- | Tydskrif vir Geesteswetenskappe |
- | Klasgids |
|
Berg, B. van den, Het suffix baar, in F.F. Odendal e.a., Taalkunde - 'n Lewe, Kaapstad, Tafelberg, 1974, pp. 128-134. |
Botha, T.J.R., Nederlands in België, in F.F. Odendal e.a., Taalkunde - 'n Lewe, Kaapstad, Tafelberg, 1974, pp. 8-20. |
Haeringen, C.B. van, Wankele normen, in F.F. Odendal e.a., Taalkunde - 'n Lewe, Kaapstad, Tafelberg, 1974, pp. 135-143. (Over een ‘normatieve’ grammatica voor het Nederlands.) |
Pauwels, J.L., Expletief nie en andere herhalingswoorden als zinafsluiters, in F.F. Odendal e.a., Taalkunde - 'n Lewe, Kaapstad, Tafelberg, 1974, pp. 73-76. |
Pée, W., Hoeden - wachten - Koewachter - koe(h)oeder: een taalpuzzel, in F.F. Odendal e.a., Taalkunde - 'n Lewe, Kaapstad, Tafelberg, 1974, pp. 77-84. |
Pheiffer, R.H., Hemude aandag vir 'n verloopte Fransman. Tekste in gebroke Nederlands van Estienne Barbier, Tydskrif vir Geesteswetenskappe, jg. 15 nr. 2, Junie 1975, pp. 84-93. |
Raidt, E.H., Nederlandse en Kaapse spreektaal in die 17de en 18de eeu, in F.F. Odendal e.a., Taalkunde - 'n Lewe, Kaapstad, Tafelberg, 1974, pp. 90-104. |
Renders, L., Een analyse van De Komst van Joachim Stiller van H. Lampo naar aanleiding van H. Engelbrecht Poort na Atlantis, Tydskrif vir Letterkunde, Nuwe Reeks XIII, 3, Augustus 1975, pp. 39-49. |
Slabbert, H. Le R., Die wedergeboorte van pan - Jo Boer, Klasgids, 10 (2), Augustus 1975, pp. 5-7. |
Snyman, F.C., Apokopee van die slot -(t) in die koloniale Nederlands aan die
|
| |
| |
Kaap en in Batavia voor 1700, Tydskrif vir Geesteswetenskappe, jg. 15 nr. 3, September 1975, pp. 195-212. |
Strijdom, S., De Soldaat die Jezus kruisigde, Tydskrif vir Letterkunde, Nuwe Reeks XIII, 1, Februarie 1975, pp. 52-59. |
Stutterheim, C.F.P., Letterlijk, in F.F. Odendal e.a., Taalkunde - 'n Lewe, Kaapstad, Tafelberg, 1974, pp. 122-127. |
L. Renders
Nog meer nieuws van de Universiteit van Port Elizabeth. De heer lic. L. Renders, junior lektor, heeft in juli 1976 meegedeeld dat er ook dit jaar heel wat studenten zijn die het vak Afrikaans-Nederlands hebben gekozen. In het eerste jaar zijn het er 81, in het tweede 37 en in het derde 23. Bovendien zijn er twee honneurs-studenten. Deze studenten volgen een gelijke verdeling Afrikaans-Nederlands, taal- en letterkunde. Dit jaar is men bovendien met een experiment begonnen: vanaf het tweede jaar kan Nederlands als een autonoom vak worden gekozen. Er hebben zich zes studenten ingeschreven die het Nederlands dus als hoofdvak volgen. Dr. Yvette Stoops neemt de taalkunde voor haar rekening, lic. Luc Renders de letterkunde.
(wt)
Promotie aan de Universiteit van P.-E. In 1975 is aan de Universiteit van Port Elizabeth tot doctor litt. gepromoveerd mw. H. Roos, lektrise in het departement Afrikaans-Nederlands. Het onderwerp van het proefschrift luidde: ‘Ik en Zelf’: 'n Onderzoek na die vertellersrol aan die hand van drie ek-vertellings van W.F. Hermans. De redactie van NEM wenst collega Dr. Roos van harte geluk met haar promotie.
(wt)
|
|