In de halve eeuw die sinds Greshoff's beschrijving verlopen is, hebben al deze kwaliteiten van de dichterlijke geleerde zich meer en meer bevestigd: dr. Prampolini kende ca. 50 talen, uit 30 waarvan hij heeft vertaald; ook dankzij deze enorme belezenheid, kwam zijn hoofdwerk, de monumentale standaarduitgave (van één auteur dus!) tot stand: Storia universale della letteratura (Wereldgeschiedenis der letteren), bij UTET, Turijn, 1933-1938. Een tweede uitgave, in 7 delen, volgde (1948-1953) en zelfs een derde (1959-1961). Door de in de tekst ingevoegde vertalingen, vooral van poëzie, is deze literatuurgeschiedenis, niet in het minst voor de kennis van onze oudere en moderne letterkunde (ook Fries en Zuidafrikaans zijn niet vergeten) van grote waarde voor allen die zich in Italië met onze letteren bezighouden. Bekend geworden is ook de bloemlezing met fragmenten, gedichten en novellen: La letteratura olandese e fiamminga 1880-1924. Antologia a cura di G. Prampolini, A. Stock, Roma, 1927, met vertalingen uit werk van Gorter, Couperus, Leopold, Gezelle, Streuvels, enz.
In later tijd volgde Prampolini ook met belangstelling de nieuwste ontwikkeling van onze letteren, hield zich bezig met Achterberg en anderen. In 1966 verscheen: Poeti olandesi, 1946-1966, versioni di G. Prampolini, ed. ‘All'insegna del pesce d'oro’ (U. Allegretti), Milano. Aardige, geïllustreerde bibliofiele uitgaafjes verschenen geregeld bij G. Scheiwiller te Milaan; zo bijv. Poeti fiamminghi (1957), met vertalingen van gedichten van Gezelle tot Hugo Claus, en tekeningen van Jeroen Bosch.
Uit zijn eigen lyriek verscheen in 1962 bij Mondadori in Milaan een keuze: Molte stagioni (Vele seizoenen). Uit deze bundel vertaalde de neerlandica en voortreffelijke kenster van de Italiaanse letteren, dr. Catharina Ypes (1903-1973), die met dr. Prampolini en zijn familie bevriend was en hem vaak in het Umbrische plaatsje Spello bezocht (waar de schrijver sinds de 2de Wereldoorlog tot enkele jaren voor zijn dood woonde), een kleine cyclus van 14 gedichten: ‘Uomini, fieno della guerra’, in het Nederlands met de originele tekst ernaast: Mensen, oorlogshooi (privé-uitgave Corvey, Amsterdam, 1965). In deze cyclus vindt men de reactie van de dichter op de jaren 1939-1945 in eenvoudige zuivere taal vertolkt.
Een woord van dank aan deze bescheiden onvermoeide werker en kunstzinnige geleerde, dr. Giacomo Prampolini, van hen, aan wie het bekend maken van onze letterkunde in Italië ter harte gaat, leek ons in dit tijdschrift op zijn plaats.
G. van Woudenberg