Neerlandica extra Muros. Jaargang 1975
(1975)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||
[Neerlandica extra Muros-najaar 1975]Van de IVNHet Zesde ‘Colloquium Neerlandicum: Antwerpen, 30 augustus - 4/5 september 1976. We schrijven dit stukje op 5 oktober 1975, dat wil zeggen dat over elf maanden het Zesde Colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten al voorbij is, het wordt dus de hoogste tijd dat we er iets over meedelen. Zoals de oude getrouwen wel weten maar de jongere collega's wellicht nog niet, houden de buitenlandse neerlandisten om de drie jaar een congres in het moederland, d.w.z. afwisselend in Nederland en Vlaanderen. In 1961 zijn we daarmee begonnen (Den Haag) en sedertdien hebben we het toen genomen besluit kunnen respecteren: 1964 (Brussel), 1967 (Den Haag), 1970 (Gent), 1973 (Leiden en Noordwijkerhout). Sedert 1964 worden onze colloquia gehouden onder de auspiciën van de Gemengde Commissie ter uitvoering van het Nederlands-Belgisch Cultureel Akkoord. Aan de bijeenkomsten hebben achtereenvolgens 17, 45, 61,56 en 58 buitenlandse vakgenoten en oud-collega's deelgenomen alsook een aantal binnenlandse neerlandisten en andere belangstellenden. Sedert 1970 (Vierde Colloquium aan de Rijksuniversiteit te Gent) wordt ernaar gestreefd de Colloquia aan een binnenlandse universiteit te laten plaatshebben ten einde de band met de binnenlandse neerlandistiek nog meer aan te halen (zo werd het Vijfde Colloquium geopend en besloten aan de Rijksuniversiteit te Leiden). In 1976 zal Vlaanderen aan de beurt zijn en na overleg, ook en vooral met de instanties die de financiële zorg voor de colloquia op zich nemen, in casu de Ministeries resp. van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur (Brussel) en van Onderwijs en Wetenschappen (Den Haag) werd besloten het colloquium te houden in de grootste Nederlandstalige stad in Vlaanderen, Antwerpen, en wel met als gastvrouw de Universiteit Antwerpen. Deze jonge universitaire instelling is er eigenlijk geen, het is het overkoepelend orgaan dat op pluralistische basis de drie bestaande universitaire instellingen in Antwerpen onder zijn hoede neemt: de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius (UFSIA), het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (RUCA) en de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA). Om praktische redenen (centrale ligging, geschikte vergaderruimten en restaurant) werd besloten het Colloquium te houden aan de UFSIA. De ontvangende instelling zal evenwel de Universiteit Antwerpen zijn.
Het Zesde Colloquium wordt gehouden van maandag 30 augustus tot zaterdag 4 of zondag 5 september. | |||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||
Het voorlopige programma ziet er als volgt uit:
| |||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||
Bovenstaand programma is, zoals gezegd, voorlopig. Binnen het opgestelde plan zijn nog wijzigingen mogelijk (dit wordt geschreven, precies enkele dagen vóór een vergadering van het dagelijks bestuur van de IVN, in Antwerpen belegd en grotendeels gewijd aan de voorbereiding van het Zesde Colloquium). Wat wel zo goed als vast ligt, dat zijn de plaats en de data. Daarmee kan men dus van nu af aan al rekening houden. Met het oog op de (zeer vermoedelijke) excursie naar Frans-Vlaanderen worden de buitenlandse vakgenoten uit landen waar visa vereist zijn voor bezoeken aan België en Nederland, eraan herinnerd dat Frans-Vlaanderen in Frankrijk ligt en men dus over de nodige documenten moet beschikken om de Franse grens te overschrijden. Van nu af aan zullen de mededelingen over het Zesde Colloquium per individuele circulaire gebeuren. (wt)
Dutch studies. In NEM-2A, blz. 3-5, schreven wij over Dutch studies in moeilijkheden. Die moeilijkheden zijn helaas nog niet verdwenen, de toekomst blijft onzeker. Over een eventuele subsidiëring is op het moment van schrijven nog niets bekend. Ernstiger is nog dat de oproep om Dutch studies meer bekendheid te geven en zo de verkoop te bevorderen - niet alleen in NEM-24, maar ook door middel van een circulaire aan de nauwst betrokkenen - zo weinig concrete resultaten heeft gehad. Moest de vorige keer gemeld worden dat er van de 1000 aangemaakte exemplaren 183 verkocht waren, na precies zeven maanden blijkt dat aantal slechts met 16 exemplaren gestegen te zijn. Het ‘dringend beroep op alle lezers van NEM in eigen kring te onderzoeken of er op een instituuts-, afdelings- of universiteitsbibliotheek, of bij geïnteresseerde particulieren, niet een of meer exemplaren van Dutch studies onder te brengen zijn’ blijft dus onverminderd van kracht. Natuurlijk moeten we de zaak ook weer niet te somber inzien. Van vele nieuwe tijdschriften en seriewerken is bekend dat ze met begin- | |||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||
moeilijkheden te kampen hebben. Vooral bij publikaties die zich aandienen als het eerste nummer van een reeks nemen potentiële kopers nogal eens een afwachtende houding aan, omdat ze eerst willen zien of er op het eerste nummer werkelijk een tweede volgt. In dat verband is het verheugend te kunnen melden dat Dutch studies vol. 2 binnenkort zal verschijnen. De tekst is gezet, de eerste drukproeven zijn volledig gecorrigeerd en bij de drukker ingeleverd. Bijzondere omstandigheden voorbehouden zal het tweede nummer dus in ieder geval nog dit jaar het licht zien. Ter informatie geven wij hierbij de inhoudsopgave van dit nummer:
Dutch studies kan besteld worden bij Martinus Nijhoff, Boekhandel en Uitgeversmij., postbus 269, Den Haag, Nederland. De prijs van het eerste nummer bedraagt f 45, -. De uitgever heeft zich bereid verklaard een reductie van 20% te verlenen aan leden van de IVN, mits deze hun bestelling indienen bij het IVN-secretariaat. Misschien een goed idee voor een relatiegeschenk in december a.s. aan een of meer van uw buitenlandse collega's en vrienden? (jdr) | |||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||
Informatie over het aantal buitenlanders die Nederlands studeren. In NEM-22, blz. 3-4, werd aangekondigd dat het secretariaat van de IVN kaarten zou gaan sturen naar alle leerstoelen, lectoraten en docentschappen Nederlands in het buitenland, waarop de aantallen studenten in de neerlandistiek konden worden ingevuld. Dit is in het najaar van 1974 inderdaad gebeurd. Behalve naar het aantal studenten werd op de kaarten ook gevraagd naar het aantal boekdelen in de Nederlandse instituutsbibliotheek en het aantal titels van aanwezige tijdschriften. Van de 141 onderwijsinstellingen waaraan een kaart gestuurd was, ontvingen wij 63 al dan niet volledig ingevulde kaarten terug. Dat is dus minder dan de helft en het lijkt ons dan ook weinig zinvol in een of andere vorm een overzicht van de ontvangen opgaven te publiceren, daar dit slechts een zeer onvolledig beeld van de buitenlandse neerlandistiek zou geven. Mocht iemand hierin geïnteresseerd zijn, dan is het IVN-secretariaat graag bereid inlichtingen over de beschikbare gegevens te verstrekken. Binnenkort gaan de kaarten voor het academisch jaar 1975-'76 de deur uit. Hoewel we niet rekenen op een respons van 100%, hopen we toch dat het aantal inzendingen nu aanzienlijk hoger zal zijn dan de eerste keer. Overwogen is de kaarten enigszins anders uit te voeren, met name een min of meer nauwkeurige specificatie van het aantal studenten te vragen (het al dan niet geven van zo'n specificatie wordt nu aan de invullers zelf overgelaten). De aantallen studenten alleen, zonder vermelding of het om hoofd- of bijvakstudenten, grotere of kleinere cursussen, eerstejaars of doctorandi gaat, geven immers wel een erg ongenuanceerd beeld. We hebben echter besloten in ieder geval deze keer nog geen veranderingen aan te brengen. Ten eerste omdat nauwkeurig gespecificeerde opgaven immers toch nog moeilijk onderling vergelijkbaar zouden zijn, gezien de grote verschillen in de structuur van de universitaire studies in de verschillende landen. Ten tweede omdat wij het de docenten niet te moeilijk willen maken: er moeten overal al genoeg formulieren, staten en opgaven worden ingevuld en iets ingewikkelds blijft eerder liggen dan iets eenvoudigs. Natuurlijk blijven de bedoelde specificaties welkom; kunnen ze niet op de kaart, dan graag op een bijlage. (jdr)
Proefschrift van dr. Guest in druk verschenen. In de zomer van 1975 is als deel III in de Bibliotheca neerlandica extra muros de dissertatie van mw. dr. Tanis M. Guest, lecturer aan het Department of Dutch van Bedford College in Londen, bij Martinus Nijhoff van de pers ge- | |||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||
komen. De titel van de dissertatie luidt: Some aspects of Hadewijch's poetic form in the Strofische Gedichten. Het boek telt VIII + 289 blzn. en kost f 37,50. (wt)
Cahiers van de IVN. Onder deze titel wil de IVN bepaalde teksten gaan verspreiden in een verzorgde gestencilde vorm. Het gaat om teksten die van belang kunnen zijn voor de buiten- en binnenlandse neerlandistiek maar waarvan de actieradius niet groot genoeg is om tot een commerciële uitgave in gedrukte vorm over te gaan. Voor verspreiding in Cahier-vorm kunnen in aanmerking komen dissertaties en andere resultaten van research-werk, maar ook cursussen, bibliografieën en lijsten of overzichten van documentair of didaktisch belang. Wie over een manuscript beschikt waarvan zij of hij meent dat het in de reeks Cahiers van de IVN op zijn plaats zou zijn, neme contact op met het secretariaat van de IVN. Bij de beoordeling zal vooral gelet worden op de bruikbaarheid binnen de kring van de buitenlandse (en ook binnenlandse) vakgenoten. (wt)
Twee professoren emeriti. Ter gelegenheid van zijn emeritaat heeft het d.b. van de IVN een telegram met gelukwensen gestuurd aan prof. dr. G.A. van Es van de Rijksuniversiteit te Groningen aan wie op 10 oktober 1975 een bundel opstellen van vakgenoten werd aangeboden. Aan het voormalig medelid in het dagelijks bestuur, prof. dr. C.A. Zaalberg, die op 24 oktober zijn afscheidscollege aan de Rijksuniversiteit te Leiden heeft gehouden, heeft het d.b. een brief doen toekomen. Ter gelegenheid van zijn emeritaat heeft prof. Zaalberg zelf een bundel taalkundige opstellen samengesteld onder de titel Taaltrouw. Nieuwe en oude glottagogische overwegingen. De bundel kost bij intekening (tot 1 november 1975) f 22,50; daarna f 27,50. Het is een uitgave van Tjeenk Willink/Noorduijn in Culemborg. Beide hoogleraren hebben elk op hun manier blijk gegeven van hun bijzondere belangstelling voor de buitenlandse neerlandistiek. Ook de redactie van Neerlandica extra muros feliciteert hen gaarne. (wt, jdr, fpt) |