voor hen die een verre reis achter de rug hadden. Anderzijds zijn misschien juist daardoor de excursies die ons ‘kloosterlingen’ (er werd ook olijk gesproken over ‘de jongens van Thys’) in de wereld brachten, zo'n succes geweest.
Wij spraken over rendement. Misschien moeten wij eerder spreken van te weinig tijdverlies. Ieder colloquium krijgt zijn epitheton; van diverse zijden kwam ons ter ore, dat het Vijfde Colloquium verreweg het vermoeiendste was. Woensdag al waren bij velen zichtbare tekenen van vermoeidheid waar te nemen. In Rotterdam werd ons - en dit is geen grapje - tijdens een lezing door de spreker gevraagd, of wij hem wel begrepen: ‘U zit mij zo glazig aan te kijken’. En dit bij een voordracht die juist met grote aandacht gevolgd werd.
Deze vermoeidheid was zeker één van de oorzaken van het onvermogen van de ivn-vergadering om talrijke minder belangrijke punten kort en zakelijk af te handelen, ondanks herhaald verzoek van de voorzitter. Hierdoor moest de vergadering geschorst worden en kon zij pas na de excursie naar Rotterdam worden afgemaakt. Deze gang van zaken kan zeker niet als hoffelijk gebaar tegenover het door allen zeer gewaardeerde aftredende bestuur gezien worden. Het is te betreuren, dat hierdoor bij de installatie van het nieuwe, uitgebreide bestuur velen moesten ontbreken.
In de nieuwe bestuursstructuur is meer dan voorheen de vertegenwoordiging van de verschillende sectoren van de buitenlandse nederlandistiek tot uitdrukking gebracht.
Met de wensen van het Vierde Colloquium is bij de organisatie van het Vijfde Colloquium in belangrijke mate rekening gehouden.
De grotere plaats die de actualiteiten ditmaal in het programma innamen, beantwoordde aan een duidelijke behoefte. De uiteenzetting over de ruimtelijke ordening in de Randstad Holland tijdens de excursie naar Rotterdam voldeed als zodanig uitstekend. Bij de als actueel aangekondigde onderwerpen zou het accent nóg meer op het heden gelegd kunnen worden. De onderwerpen zullen ook in de toekomst, zoals dat ook al na het Vierde Colloquium werd vastgesteld, in zo nauw mogelijk overleg met de docenten gekozen moeten worden.
De technische kant van programma-onderdelen als de voordrachten kan verbeterd worden. Wij denken bv. aan intensief gebruik van gestencilde overzichten, concepten, annotaties e.d. Op het wnt bleek overigens ook ‘gexeroxt’ te worden.
Wij willen hier nu graag besluiten met een oprecht dankwoord namens alle deelnemers aan allen die bij de voorbereiding en uitvoering van het Vijfde Colloquium Neerlandicum betrokken zijn geweest.