kansen zo mogelijk nog geringer. Zij kunnen uitsluitend Nederlands aanbieden. En in de andere richting is er een gelijkaardige moeilijkheid: een Duitse of een Engelse romanist kan zonder bezwaar aan een Waals atheneum komen assisteren voor Duits, resp. Engels, en daarbij zijn Frans ‘opborstelen’ maar elders? in Vlaanderen? in Nederland? Maar wat voor een waaier van mogelijkheden zou er zich niet openen als onze respectieve regeringen konden verkrijgen dat in de landen waarmee wij dergelijke ruilakkoorden hebben gesloten, de ruil niet op het vlak van m.o./m.o. maar op dat van m.o./h.o. kon worden voltrokken: Duitse, Engelse, Franse, Oostenrijkse studenten in de nederlandistiek - en die hebben meestal Duits of Engels als hoofdvak, maar dat is van geen belang, alleen de moedertaal telt - komen in Nederland en Vlaanderen bij het m.o. assisteren voor Duits, Engels of Frans. In ruil gaan Nederlandse en Vlaamse anglisten, germanisten en romanisten in Groot-Brittannië, resp. de Bondsrepubliek en Oostenrijk, en Frankrijk assisteren, niet bij het m.o. (zij hebben er inderdaad niets aan te bieden, tenzij op een beperkte schaal Nederlands in het Duitse grensgebied en in de nabije toekomst in Frankrijk voor zover het Nederlands daar van de grond komt), maar bij het h.o.: als ‘native speaker’ bij een van de 40 centra voor nederlandistiek die daar gevestigd zijn. Wij hebben de indruk dat elk van onze collega's in de bedoelde landen zo'n ‘native speaker’ zou kunnen gebruiken. De aanwerving zou heel wat minder voeten in de aarde hebben dan die van een lector, omdat problemen i.v.m. detachering of terbeschikkingstelling, dienstjaren en pensioenregeling zich helemaal niet stellen: het gaat om een aanstelling in het tijdelijk verband van een of ten hoogste twee semesters. Dezelfde regeling zou kunnen worden gehandhaafd die nu is getroffen: gelijkstelling met diegenen die een studiebeurs
hebben. Alleen voor wat Italië betreft zou de ruil waarschijnlijk uitsluitend op het vlak van het h.o. moeten gebeuren, ofschoon dit niet in al te strikte zin moet worden opgevat: ook taalinstituten, tolkenscholen, handels- en economische hogescholen bieden ongetwijfeld mogelijkheden voor Italiaanse ‘native speakers’. Zodat, Italië meegerekend, het aantal hierboven genoemde centra die een ‘native speaker’ zouden kunnen aanwerven, niet 40 maar 46 zou bedragen. Wij willen graag de nodige stappen doen bij de Nederlandse, resp. Belgische Ministeries van Onderwijs, maar verzoeken de bij deze ruil mogelijk te betrekken collega's ons hun reactie te doen kennen. Wij verwachten die zo spoedig mogelijk. Het is trouwens niet uitgesloten dat wij hen aanschrijven nog voor deze regels verschijnen.