| |
| |
| |
Leer-en hulpmiddelen
Bibliografie
Bibliografie is tegenwoordig ‘in’. Dit moet vooral de nederlandisten extra muros tot vreugde stemmen, aangezien zij bij alle vier de tot nog toe gehouden colloquia een resolutie aan hun wensen op dit gebied gewijd hebben. Op het Vierde Colloquium (Gent, september 1970) begon het duidelijk te worden dat er belangrijke initiatieven op dit terrein ontwikkeld werden. We doelen hier op de inleiding van dr. Gobbers uit Luik over zijn comparatistische bibliografie van de Nederlandse letterkunde, en vooral op drs. (sinds 6.10.'71 dr.) Borgers' aankondiging van de Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap.
Vooral voor de extramurale lezers, die hiervan misschien nog niet allemaal op de hoogte zijn, vermelden we hier dat van deze bibliografie de aflevering 1970 onlangs is verschenen, nadat aan dit cumulatieve deel kwartaalafleveringen over 1970 en een ‘Handleiding voor de gebruiker’ waren voorafgegaan. Deze bibliografie verschijnt onder verantwoordelijkheid van de ‘Werkgroep voor de Documentatie der Nederlandse Letteren’, redactieadres: Koninklijke Bibliotheek, Lange Voorhout 34, 's-Gravenhage, terwijl de administratie gevoerd wordt door het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Juffrouw Idastraat 11, 's-Gravenhage. Op dit laatste adres kan men zich abonneren op deze uitgave; de abonnementsprijs bedraagt f 35, - per jaar.
Zoals uit de voormalige ‘Werkcommissie’ een ivn voortkwam, ontstond er op gelijksoortige wijze een
Nieuwe vereniging in de wereld der Nederlandse taal- en letterkunde. Op 23 april 1971 werd nl. besloten de ‘Werkgroep voor de Documentatie der Nederlandse Letteren’, opgericht op 26 oktober 1967, om te zetten in een vereniging, die dezelfde naam draagt en gevestigd is te 's-Gravenhage.
De doelstelling van de nieuwe vereniging wordt als volgt in de statuten omschreven:
Artikel 2. De vereniging stelt zich ten doel de documentatie met betrekking tot de Nederlandse taal- en letterkunde te bevorderen. |
Artikel 3. Zij tracht dit doel te bereiken door
a. | werkzaamheden op het gebied van de documentatie van de Nederlandse taal- en letterkunde te stimuleren, te coördineren en te organiseren, |
|
| |
| |
b. | publikaties op voornoemd gebied te bevorderen en/of tot stand te brengen, |
c. | andere wettige middelen, welke deze doelstelling bevorderen. |
|
Behalve de redactie van de bovengenoemde bibliografie, waarin alle nederlandistische publikaties vanaf 1970 zijn opgenomen, omvat de Werkgroep, waarvan Nederlandse en Belgische leden deel uitmaken:
- | een commissie voor de retrospectieve bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap; |
- | een commissie voor vertalingen; |
- | een knipseldienst; |
- | en binnen afzienbare tijd hopelijk ook: een bureau voor de bibliografie van de neerlandistiek in België. |
Een ander initiatief uit de Werkgroep betreft het
Bulletin ‘Documentaal’. Drs. W.A. Hendriks heeft een plan aangekondigd voor wat hij noemt ‘een journalistiek documentatie- en communicatiebulletin voor de neerlandistiek “Documentaal”’. Hij verwijst naar de Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap, die zoals vermeld registreert wat sedert 1 januari 1970 is verschenen en die zal worden aangevuld door een retrospectieve bibliografie. ‘Naast bibliografische apparaten’, schrijft drs. Hendriks in een op 29 juli 1971 gedateerde circulaire, ‘dient de neerlandistiek echter een instrument te krijgen dat voorziet in informatie over lopend onderzoek, en informele communicatie tussen onderzoekers kan bevorderen’.
Uit de door de heer Hendriks voorgestelde inhoud van ‘Documentaal’ lichten wij het volgende:
- | aankondiging van publikaties, inclusief tijdschriftartikelen en tekstuitgaven; |
- | voorpublikaties, samenvattingen van wat later elders gepubliceerd zal worden; |
- | publikaties van ‘nevenprodukten’ van een afgerond onderzoek; |
- | aankondiging van studieonderwerpen van colleges en werkgroepen; |
- | aankondiging van gereedgekomen scripties; |
- | een rubriek ‘Ruilverkeer’ (overtollig bibliotheekbezit) enz. |
Op de vergadering van de Werkgroep voor de Documentatie der Nederlandse Letteren van 10.9.'71 werd besloten nader te onderzoeken of ‘Documentaal’ een zelfstandig leven zou moeten leiden, of dat het project beter bij een bestaand tijdschrift zou kunnen worden ondergebracht.
Dat er ook elders belangrijke bibliografische activiteiten worden ontplooid, moge blijken uit de twee volgende berichten.
Mijn leren is spelen. Wij kijken met enige spanning uit naar de ver- | |
| |
schijning van het Vermakelijk Bibliografisch Ganzenbord door dr. A.M.J. van Buuren, prof. dr. W.P. Gerritsen en drs. A.M. Paasman, een publikatie van Wolters-Noordhoff N.V., aangekondigd voor september 1971 (maar op 1 oktober nog niet in het bezit van wie heeft ingetekend), in de serie: Nieuwe Taalgids Cahiers 1, omvattend ca. 88 pp. en kostend ca. f 9,50. Er zitten nogal veel ‘circa's’ in deze aankondiging maar dat hangt misschien samen met het ganzenspel. In elk geval kan men zeggen dat er ‘entwat roert’ aan het front van de bibliografen en dit boek is er opnieuw een bewijs van. Het kondigt o.m. de volgende rubrieken aan:
Dienstverlenende instellingen en de weg erheen |
Catalogi in boekvorm |
Handleidingen bij het bibliografisch onderzoek |
en bibliografieën van bibliografieën |
Bibliografieën op het gebied van de studie der Nederlandse letterkunde |
Bibliografieën van en over auteurs |
Geschiedenissen van de Nederlandse letterkunde |
Letterkundige woordenboeken en andere naslagwerken op het gebied van de literatuur (termen, begrippen, stromingen, genres, werken, personages, motieven, symbolen, emblemata) |
Enkele bibliografieën op het gebied van de literatuurwetenschap der moderne talen en van de theoretische en vergelijkende literatuurwetenschap |
Bibliografieën van in Noord- en Zuid-Nederland verschenen werken van ca. 1470 tot heden. |
Het werk, waarvan wij verwachten dat het vooral aan extramurale nederlandisten grote diensten kan bewijzen, kan worden besteld bij de uitgever, postbus 567, Groningen.
Binnenlandse dissertaties en verhandelingen op het gebied van de nederlandistiek. Nadat wij in ons vorig nummer (N.e.M.-16, blz. 35) de oproep van prof. Sötemann betr. ‘Buitenlandse dissertaties op het gebied van de nederlandistiek’ hadden herhaald, vestigen wij thans de aandacht op het binnenland, althans op de zuidelijke kant van het binnenland, omdat wij ervan overtuigd zijn dat het voor nederlandisten extra muros van onschatbare waarde is te weten wat er aan dissertaties voorhanden is, wat wel en wat niet gepubliceerd is. Vandaar het bijzondere nut van een publikatie als die van dr. Ada Deprez: Licentiaatswerken en doctoraten over Nederlandse, Algemene en Vergelijkende Literatuurstudie. Systematisch overzicht van de aan de Belgische Universiteiten voorgelegde verhandelingen 1934-1970 (in de reeks: Uit het Seminarie voor Nederlandse Literatuurstudie van de Rijksuniversiteit te Gent, XV), 1971. Zij geeft een systematisch overzicht (met personen- | |
| |
register op de behandelde onderwerpen, auteursnamenregister en trefwoordenregister) van al de licentieverhandelingen en dissertaties sedert 1934 (jaar waarin aan de Belgische universiteiten de titel van licentiaat in de letteren en wijsbegeerte, groep Germaanse Filologie, werd ingevoerd ter vervanging van de doctorstitel van het oude stelsel). Het overzicht van Mej. Deprez omvat 1423 titels en ontleent zijn waarde voornamelijk aan het feit dat het in hoofdzaak om ongepubliceerd materiaal gaat. Zoals onze lezers weten kan men aan een Belgische universiteit tot doctor promoveren op een niet-gedrukt proefschrift (drie getikte exemplaren zijn meestal voldoende - vóór 1940 één exemplaar, dat dan na de proef, zoals mej. Deprez aanstipt, aan de auteur werd teruggegeven zodat veel van dit werk thans vaak zo goed als ontoegankelijk is). A fortiori zijn licentieverhandelingen ongepubliceerd. Toch zou het verkeerd
zijn ze met (Noord)nederlandse ‘scripties’ of Amerikaanse ‘papers’ te vergelijken. Licentieverhandelingen zijn in de regel uitvoeriger, beslaan meestal minimum een honderdtal bladzijden en kunnen oplopen tot 300, 400 en 500 getikte bladzijden (wat geenszins een maatstaf is voor de waarde van het werk, maar dat is met een gedrukt boek ook niet het geval). Daarom is het wel jammer dat mej. Deprez nergens, ook niet bij die werken die na de promotie, hetzij als bekroond antwoord op een Prijsvraag van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, hetzij anderszins gepubliceerd werden, het aantal bladzijden vermeldt. Dit zou toch een aanwijzing zijn inzake de uitvoerigheid van het verrichte onderzoek. Overigens is deze lijst bijzonder instructief. Hij verraadt, per universiteit en per promotor de voorkeur voor bepaalde onderwerpen en geeft een verrassend overzicht van het onderzoek naar figuren, stromingen, genres, thema's en motieven zonder daarbij de literatuurwetenschap, de algemene literatuurgeschiedenis en het comparatisme uit het oog te verliezen.
Het wachten is nu op degene die voor de Nederlandse taalkunde hetzelfde werk zal ondernemen, als dr. Deprez voor de Nederlandse literatuur heeft verricht. Met ons kijken daar ongetwijfeld al onze extramurale collega's naar uit.
| |
Andere onderwerpen
‘Voor wie Nederlands wil leren’. Van oud-collega drs. J. Wilmots ontvingen wij zijn leergang Voor wie Nederlands wil leren, die voortgekomen is uit zijn onderwijs aan de universiteit van Frankfort, en dan ook allereerst bestemd is voor Duitstaligen. Maar ook studenten met een andere moedertaal, die wel enige kennis van het Duits hebben, zullen er een nuttig gebruik van kunnen maken. Collega's die het tweede en derde colloquium (resp. 1964 en 1967) bezocht hebben, zullen zich her- | |
| |
inneren dat de heer Wilmots zijn methode daar besproken heeft. De leergang gaat uit van teksten, die in een werkelijk levend Nederlands geschreven zijn. De grammatika wordt aan de hand hiervan behandeld, op een originele, visueel aansprekende manier. Verder zijn er oefeningen voor schriftelijk en mondeling taalgebruik. Voor wie Nederlands wil leren bestaat uit twee delen:
Eerste deel: | Leerboek |
Tweede deel: | Tekstboek - Mondelinge oefeningen |
en is verkrijgbaar bij de Economische Hogeschool Limburg, Elfde Liniestraat 24, B-3500 Hasselt, België.
Docentenlijst. Van de Lijst van docenten in de nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten is per 1.5.1971 de 13e aflevering verschenen. Geheel juist geformuleerd is dit niet: deze lijst is de eerste die onder deze naam de wereld ingaat, vroeger was er sprake van hoogleraren en lectoren, nu - meer algemeen en dus juister - van docenten. Ook de vermelding van de ivn als uitgevende instantie is uiteraard nieuw. In het inwendige van de lijst zijn enkele typografische wijzigingen aangebracht, die hopelijk de overzichtelijkheid ten goede zullen komen, met name voor wat betreft het onderscheid tussen de universitaire adressen en de privé-adressen van de docenten. De twee laatste vermeldingen van het boekje (blz. 68) willen we hier graag overnemen en onder de aandacht van de extramurale collega's brengen:
‘De ivn verzoekt elke wijziging in titel, functie, universiteits- of privéadres onmiddellijk aan het secretariaat van de ivn mee te delen.
Voor aanvulling van enkele ontbrekende adressen en voor de namen en adressen van ons nog onbekende docenten of oud-docenten houdt de secretaris van de ivn zich ten zeerste aanbevolen’.
‘Wie en Wat’. Tegelijk met de docentenlijst is een nieuwe ivn-publikatie naar de collega's buitengaats gestuurd, nl. Wie en wat in de intramurale nederlandistiek, een ‘overzicht van personen die zich bezighouden met onderwijs en onderzoek van de nederlandistiek aan Belgische en Nederlandse universiteiten, met vermelding van hun specialismen’, zoals het ‘Ten geleide’ vermeldt. Dit overzicht is aangekondigd in N.e.M.-15, blz. 85-86, en gaat eigenlijk terug op een plan dat al leefde in de boezem van de Werkcommissie. ‘Wie en Wat’ is ook gezonden naar de instituten en afdelingen Nederlands in Nederland en België (in Nederland via de Sectie Nederlands van de Academische Raad). Het Instituut Nederlands van de Vrije Universiteit in Amsterdam reageerde daarop met een aanvraag van 150 exemplaren voor de
| |
| |
studenten, die we tegen betaling van de kostprijs (f 0,58 per exemplaar) graag ter beschikking gesteld hebben. Mochten er onder de lezers van N.e.M. nog zijn die een of enkele exemplaren van ‘Wie en Wat’ willen ontvangen, dan kan dat zolang de beperkte voorraad strekt. Als deze voorraad is uitgeput, kunnen we wel overgaan tot nieuwe aanmaak, maar dat doen we liever alleen als er ons nog bestellingen voor grote aantallen bereiken.
Reizende tentoonstellingen. Zoals lezers van dit blad die niet tot de allerlaatste lichting behoren weten, beschikte de Werkcommissie en beschikt de ivn over twee ‘reizende tentoonstellingen’, bestaande uit fotomateriaal over de Middeleeuwen resp. de periode van Tachtig en Van Nu en Straks. De op karton geplakte foto's worden in kisten verpakt naar belangstellende docenten extra muros gezonden, door de zorg van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse ambassades in de diverse landen.
Nu zijn er enkele collega's die deze tentoonstellingen al jaren geleden hebben aangevraagd, maar ze nooit hebben gekregen. De oorzaak hiervan is dat de tentoonstellingen naar Zuid-Afrika gegaan zijn. Dat is niet alleen een verre reis (per boot), maar er zijn daar ook een groot aantal universiteiten waar Nederlands gedoceerd wordt, zodat ook de rondreis binnen Zuid-Afrika buitengewoon tijdrovend was. Het bestuur van de ivn heeft echter in een brief van 15 juli 1971 van de Nederlandse ambassade in Pretoria vernomen, dat de univeriteit van Potchefstroom nu als laatste aan de beurt is. Binnen afzienbare tijd zullen de tentoonstellingen dus wel naar Den Haag terugkeren, waarna ze weer naar collega's in andere landen gestuurd kunnen worden. We zullen bij de collega's die zich destijds opgaven eerst informeren of ze nog altijd belangstelling hebben. Verder maken we van de gelegenheid gebruik om langs deze weg de collega's die de tentoonstellingen willen ontvangen maar zich nooit hebben opgegeven, te verzoeken de ivn hiervan in kennis te stellen. We zeggen er wel bij, dat er ‘enige tijd’ kan verlopen tussen aanvraag en ontvangst! Maar we zullen ons best doen.
Uitgevers en de nederlandistiek extra muros. Het bestuur van de ivn heeft enige tijd geleden een circulaire gestuurd aan een groot aantal Belgische en Nederlandse uitgevers, om ze opmerkzaam te maken op de docenten in de nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten, een ‘markt’ waar veel uitgevers te weinig of helemaal geen aandacht aan besteden. De reacties die wij hierop ontvingen zijn positief te noemen. Een aantal uitgeverijen deelde ons mee dat ze voortaan hun fondscatalogi enz. aan de adressen van onze docentenlijst zouden toezenden. Eén firma (De Graaf, Antiquarian Booksellers, Publishers, Zuideinde 40, Nieuwkoop, Nederland) verzocht ons mee te delen dat ze haar
| |
| |
kataloog (met ca. 275 titels, waaronder volgens haar zeggen nogal wat werken die voor neerlandici interessant zijn) graag gratis wil toesturen aan ieder die hiervoor een aanvraag indient.
Conferentie der Nederlandse Letteren. De XXIe Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren werd dit jaar gehouden in Enschede op 30.9 en 1-2.10. De resoluties zullen, zoals in het verleden steeds het geval was, ook deze keer ongetwijfeld aan de docenten extra muros verzonden worden. We nemen er hier twee op, die beide goed in deze rubriek passen, en waarvan de eerste zelfs direct aansluit bij de onderafdeling Bibliografie.
Nr. 3 van de algemene resoluties luidde: ‘In aansluiting op de algemene resolutie nr. 7 aangenomen op de XXe Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren wordt er op aangedrongen dat onverwijld door de Belgische regering de nodige middelen ter beschikking worden gesteld om in België een Bureau voor de Bibliografie van de Nederlandse taal- en letterkunde in te richten om tot een gelijkwaardige vorm van samenwerking te komen met het reeds bestaande Bureau voor de Nederlandse taal- en letterkunde in Nederland’.
Besluit nr. 7 van de Sectie Radio en Televisie behelsde het volgende:
‘Radio Nederland Wereldomroep zal wederom een aantal Nederlandstalige luisterspelen in het Spaans en/of Portugees-Braziliaans uitvoeren en verspreiden over Latijns-Amerikaanse radiostations. Daarnaast zal de Wereldomroep een reeks in het Engels vertaalde korte verhalen van Nederlandstalige auteurs doen voordragen en de opnamen daarvan verspreiden over Anglofone radiostations’.
Openbaar Kunstbezit. Van deze instelling die reproducties verspreidt (in kleur en in zwartwit) van oude en moderne kunst in Nederlands openbaar bezit, met erbij aansluitende commentaar, vernemen wij dat nog voorradig zijn: de jaargangen 6 t/m de lopende (15). De prijs van de jaargangen bedraagt f 16,40 of 253 Bfr. per stuk voor Nederland, resp. België. Voor het buitenland kost een abonnement f 20,80 per jaar. Voor deze resp. bedragen ontvangt men in een aantal afleveringen: 40 kleurenreproducties, behorende bij de radiouitzendingen, met 40 gedrukte teksten, vijfmaal een toelichting bij een serie televisie-uitzendingen met kleurenreproducties (in totaal twintig), zwartwitte afbeeldingen en tekst, een gratis toegangsbewijs voor meer dan 100 musea in Nederland en België, en de mogelijkheid door de Stichting uitgegeven kunstboeken (die niet in de boekhandel verkrijgbaar zijn) te kopen tegen kostprijs. Bovendien kan men ook deelnemen aan een jaarlijkse verloting van kunstwerken.
Het secretariaat van Openbaar Kunstbezit is gevestigd aan de Ruysdaelstraat 71 te Amsterdam (postbus 5351).
|
|