Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

[p. 42]

Allerhande

Bürgerinitiative Hochschule Niederrhein. We ontvingen een publikatie die zich aandient als een ‘Plädoyer für eine Utopie’, een titel die we wel als een mengeling van idealisme en realisme zullen moeten opvatten. De utopie is in dit geval: de stichting van een instelling voor hoger onderwijs in Kleve, vlak over de Nederlands-Duitse grens bij Nijmegen.

Deze hogeschool zou zich voor zijn studentenrecrutering moeten richten op Duitsland èn Nederland en zo de Europese integratie moeten bevorderen. Hoewel het hier om een zaak gaat die met de nederlandistiek slechts zijdeling te maken heeft, wilden we niet nalaten de aandacht van onze lezers op dit ‘Heft 1’ (er komen er dus nog meer) te vestigen.

Belangstellenden kunnen deze publikatie aanvragen bij de ‘Förderkreis für die Errichtung einer Hochschule am Niederrhein’, 419 Kleve, Nassauer Allee 83, Duitse Bondsrepubliek.

Afscheid prof. dr. H.J. Prakke. Op 30 november 1970 nam prof. dr. H.J. Prakke afscheid als directeur van het uitgeversbedrijf Koninklijke Van Gorcum & Comp. in Assen. Omdat Van Gorcum onze uitgever is èn omdat de heer Prakke een Nederlander, zij het geen nederlandist extra muros geweest is (hij doceerde ‘Publizistik’ aan de universiteit van Münster), lijkt ons een vermelding in N.e.M. op haar plaats.

Bij gelegenheid van zijn afscheid is prof. Prakke een gedenkboek aangeboden, getiteld: Homo res sacra homini (193 pag., geb. f 18, -), een liber amicorum waarin vrienden van de jubilaris over de meest verschillende onderwerpen schrijven. Om er enkele te noemen die het dichtst bij ons vakgebied liggen: ‘Bentheim und seine Deutsch-Niederländischen Beziehungen’ (door Stadt-direktor Ir. Gerhard Gosejacob), ‘Stad en hogeschool in het negentiende-eeuwse Groningen’ (door drs. B. Ubink), ‘Nederlands-Duitse betrekkingen in het ressort van het Duitse Consulaat te Enschede in 1968’ (door dr. E.S. Simon).

Aan het ‘Ten Geleide’ van dit boek ontlenen we over de persoon Prakke: ‘Vijfenveertig jaar heeft hij aan het hoofd gestaan van een onderneming die uitgroeide van een lokale firma tot een internationaal bekend uitgevers- en drukkershuis. Toch doet men prof. Prakke tekort, als hij uitsluitend afgebeeld wordt als uitgever/drukker/manager. Dit is slechts één facet van zijn wezen. Dr. Prakke kenmerkt zich immers nog door tal van andere eigenschappen, zoals: Drenthe-kenner bij uitstek, geleerde, auteur, cultureel ambassadeur. Hij is all-round geïnteresseerd’.

[p. 43]

Europalia 71 / Holland. In het kader van de 25ste verjaardag van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag wordt dit jaar de culturele manifestatie die bekend staat als ‘Europalia’ en die zowel in Brussel als elders in België wordt gehouden, aan Nederland gewijd. De data zijn: van 17 september tot 17 oktober 1971. Er staat o.m. op het programma - en voor buitenlandse docenten die in die periode met hun studenten in de Nederlanden zouden vertoeven kan het interessant zijn dit nu al te weten -:

-	In het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel: een tentoonstelling gewijd aan de Gouden Eeuw (Rembrandt, Vermeer en twintig andere schilders);
-	Eveneens in het Paleis voor Schone Kunsten: keuze uit de verzameling van het Stedelijk Museum te Amsterdam;
-	In de Koninklijke Bibliotheek te Brussel: Nederlandse miniaturen, meesterwerken van de cartografie en de grafiek;
-	In het museum van het Jubelpark: Delfts porselein;
-	Te Antwerpen en Charleroi: werken uit het Kröller-Müller Museum;
-	Te Luik: een tentoonstelling over het konstruktivisme;
-	Optreden van het Concertgebouw en het Residentieorkest;
-	Opvoeringen van Koning Lear (wellicht), Oedipus van Seneca en de Bacchanten van Euripides door Nederlandse gezelschappen, alsook optreden van het Nederlands Danstheater en het Nationaal Ballet.
-	Tenslotte worden een aantal Nederlandse films vertoond en zullen last but not least de Ministers Luns en Mansholt spreken over de Nederlander zoals men hem niet kent.

Kwantitatief onderzoek van het Nederlands.

Onderstaande mededeling werd ons toegezonden met verzoek tot publikatie. We voldoen hier graag aan, vooral ook omdat het resultaat van dit onderzoek ook voor het onderwijs aan niet-Nederlandstaligen van groot belang kan zijn.

Met ingang van 1 juli 1970 verleende de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek een subsidie aan de Werkgroep frequentie-onderzoek van het Nederlands. Deze werd in 1968 gevormd en beoogt een kwantitatieve benadering van de lexicale en grammaticale (morfologische en syntactische) verschijnselen, die eigen zijn aan het hedendaagse Nederlands. De werkgroep beperkt zich nu nog tot het bepalen van woordfrequenties van verschillende schakeringen van het Nederlands, met inbegrip van gesproken taalvormen van verschillende ontwikkelingsniveaus en leeftijden. In een tweede fase zullen de grammaticale verschijnselen in het onderzoek worden betrokken.

[p. 44]

Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de Technische Hogeschool te Eindhoven, waar alle mogelijke medewerking wordt gegeven door het beschikbaar stellen van apparatuur en het adviseren bij programma's; de projectieleider is Drs. J.J.M. Bakker, een van de leden van de werkgroep. Deze staat onder voorzitterschap van Prof. Dr. B. Tervoort en bestaat verder uit de leden: Prof. Dr. M.L. Alineï, Prof. Dr. B. van den Berg, Dr. H. Brandt Corstius, Mw. Dr. Jo Daan, Dr. J.A.M. Eggermont, Mw. Drs. A. Feitsma, Prof. Dr. E. Nuijtens, Dr. J. de Rooij, Drs. A.J. Vervoorn, Prof. Dr. A. Weijnen, Prof. Dr. A. van Wijngaarden, D. Zwama, Mw. Drs. Agnes M. Zwaneveld.

Mw. Dr. Jo Daan, die indertijd het initiatief nam, vervult het secretariaat.

De belangrijkste overwegingen die hebben geleid tot het vormen van deze groep zijn:

1.	de wenselijkheid het onderzoek van het geschreven Nederlands te stimuleren en uit te voeren, in samenwerking met het Instituut voor toegepaste linguïstiek te Leuven, met het doel kwantitatieve data te verschaffen zowel voor het onderwijs als aan allen die hieraan behoefte hebben, zoals psychologen, sociologen, enz.
2.	de wenselijkheid de nuances van het gesproken Nederlands in dit onderzoek te betrekken, in samenwerking met het Instituut voor Dialectologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, dat zowel Hollandse volkstaal als streektalen op geluidsband heeft vastgelegd, terwijl de basis is gelegd voor een archief van andere spreektaal-nuances.

Het onderzoek wordt zo uitgevoerd dat zoveel mogelijk geïnteresseerden gebruik kunnen maken zowel van het onderzochte materiaal als van de resultaten.

Adres van het secretariaat:
Instituut voor Dialectologie, Keizersgracht 569-571,
Amsterdam - Centrum.

Onderscheiding. Onze oud-collega drs. Jef Notermans, voorheen docent nederlandistiek in Djakarta, is door koning Boudewijn benoemd tot Ridder in de Kroonorde van België.

De aanleiding tot deze benoeming waren de verdiensten van de heer Notermans voor het culturele verkeer tussen Nederland en België in het algemeen en Nederlands en Belgisch Limburg in het bijzonder, waarvoor hij de Juliana-Boudewijnprijs kreeg in 1968.

Sinds 1946 is de heer Notermans Ridder in de Orde van Oranje Nassau.