Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

[p. 29]

Beurzen en stipendia

Habilitatiebeurzen voor Duitstaligen. Het Nederlandse ministerie van Onderwijs en Wetenschappen heeft onlangs, vooral op initiatief van prof. Heeroma, een fonds gesticht voor drie studiebeurzen, bestemd voor Duitstalige nederlandisten, die al ‘Dr.’ zijn en zich willen bekwamen voor de graad van ‘Dr. Habil.’ die vereist is voor het doceren aan een Duitse universiteit. Dit is daarom zo belangrijk, omdat er in Duitsland genoeg belangstelling is voor het Nederlands, ook als leervak op de middelbare school, - zoals elders in dit nummer bericht wordt -, maar het aantal leraren Nederlands lang niet voldoende is. Door het opleiden van volwaardige Duitstalige universitaire docenten in de nederlandistiek worden de beste mogelijkheden geschapen voor een academische ‘Nachwuchs’. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, dat bereid is per jaar drie van dergelijke beurzen toe te kennen, verdient hiervoor zeker onze grote erkentelijkheid.

De eerste van deze beurzen is verleend aan dr. Gisela Harras, die momenteel aan de universiteit van Amsterdam studeert. Haar specialisme is de transformationeel-generatieve grammatica, die juist aan het Instituut voor Neerlandistiek in Amsterdam vele beoefenaars telt.

Buitenlandse studenten in de nederlandistiek aan de Rijksuniversiteit te Gent.

We verwijzen naar ons vorig nummer (nr. 15, blz. 73), waarin wij onder de titel ‘Belangrijk initiatief van de Rijksuniversiteit te Gent’ meedeelden dat deze universiteit ter gelegenheid van ons Vierde Colloquium besloten had drie studiebeurzen per jaar beschikbaar te stellen voor buitenlandse studenten die hun studie van het Nederlands in Gent willen voortzetten. Het gaat om drie beurzen van 6000 Bfr. elk per maand gedurende 12 maanden. Welnu, op dit ogenblik is er al één buitenlandse studente in de nederlandistiek die met een dergelijke beurs aan de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte te Gent verblijft. (Aanvragen kwamen tot hiertoe binnen uit de Duitse Democratische Republiek, Finland, Frankrijk, en de Verenigde Staten). Het betreft mej. Marja-Liisa Kivimäki die in februari jl. in Gent aankwam en er gedurende een semester zal studeren. Zij is ‘humanististen tieteiden kandidaati’ en werkt nu, om de graad van ‘maisteri’ te behalen, aan een scriptie over ‘Der Gebrauch der Modi und Tempora in der Prosa-Lancelot Handschrift mit Berücksichtigung der möglichen mittelniederländischen Formen’.

Ofschoon de Universiteit te Gent geen terminus ante quem heeft

[p. 30]

gesteld, zou het redelijk zijn dat degene die voor een beurs in het academisch jaar 1971-1972 in aanmerking wenst te komen, niet later solliciteert dan 1 augustus 1971.

Er studeert op dit ogenblik nog een tweede buitenlandse dame in Gent. Het betreft mevrouw Irina Morosova die dit jaar aan de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte is neergestreken in het kader van het Belgisch-Sowjetrussisch Cultureel Verdrag om er zich verder in het Nederlands te bekwamen. Zij is namelijk een oud-studente van dr. S.A. Mironow, bij wie zij ook twee jaar als assistente heeft gewerkt (Jaak Veltman schreef over haar in De Standaard van 11 februari een leuk stuk, waaraan wij trouwens bovenstaande gegevens hebben ontleend).