Vacature in Zuid-Afrika
Prof. dr. D. Bax zal dit jaar wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd aftreden als hoogleraar in de Nederlandse cultuurgeschiedenis aan de universiteit van Kaapstad. In de loop van dit jaar zullen in enkele kranten en tijdschriften in Nederland, België en misschien andere Westeuropese landen, advertenties geplaatst worden waarin deze vacature wordt aangekondigd en gegadigden worden uitgenodigd te solliciteren.
Omdat prof. Bax graag zo groot mogelijke publiciteit wil geven aan deze vacature vermelden we hieronder de voornaamste punten uit een uitvoerig informatiestencil dat hij ons deed toekomen. Het betreft hier wel geen betrekking op het gebied van de nederlandistiek in engere zin, maar behalve kunsthistorici en historici kunnen ook neerlandici met geschiedenis en/of kunstgeschiedenis als bijvak in aanmerking komen. De doctorsgraad is niet strikt noodzakelijk.
De aangestelde hoogleraar heeft de leiding van twee cursussen waarin hoofdstukken uit de cultuurgeschiedenis van Nederland, Vlaanderen en de Kaapkolonie (hier vooral de periode 1652-1806) behandeld worden. Deze cursussen omvatten samen 8 colleges per week (van 45 minuten), waarvan de hoogleraar er 6 geeft, zijn assistent 2.
Vanaf 1973 zal er ook een cursus cultuurgeschiedenis van West-Europa gegeven worden, waarvan de hoogleraar ook de leiding heeft en waarin hij minstens één college geeft. (Zijn assistent geeft er ook één; de andere colleges worden door stafleden van andere afdelingen verzorgd).
Het collegejaar loopt van begin maart tot eind juni en van eind juli tot midden oktober; eind oktober-begin november worden de examens afgenomen.
De betrekking moet begin 1972 aanvaard worden. Het beginsalaris is R 7200, het maximumsalaris R 9000 (R = rand = ong. f 5, - resp. 70Bf.). De eerste drie jaar is de aanstelling tijdelijk, daarna is vaste aanstelling mogelijk. Na 6 jaar heeft de hoogleraar in principe recht op een half jaar verlof. Voor eventuele verlenging hiervan en voor de doorbetaling van het salaris (geheel of half) bestaan afzonderlijke regelingen voor verschillende gevallen.
Behalve een assistent, die de hoogleraar ook helpt bij de examens, die schriftelijk afgenomen worden, is er drie ochtenden per week een secretaresse beschikbaar.
Bijzonder belangrijk is dat de colleges in het Engels gegeven moeten worden. De hoogleraar moet in staat zijn vlot en boeiend in het Engels onderwijs te geven aan jonge studenten.