[Neerlandica extra Muros - najaar 1970]
In memoriam
Prof. dr. N.P. van Wyk Louw †
Op 17 juni 1970 overleed op 64-jarige leeftijd prof. dr. Nicolaas Petrus van Wyk Louw, hoogleraar aan het Departement Afrikaans-Nederlands van de Universiteit van die Witwatersrand in Johannesburg, Zuid-Afrika. Behalve wetenschapsman was Van Wyk Louw een van de belangrijkste Afrikaanse dichters, terwijl hij ook bekendheid genoot als literair criticus en essayist.
Geboren in 1906, richtte hij in 1930 het toonaangevende literaire tijdschrift Standpunte op. Zijn eerste dichtbundel, Alleenspraak, publiceerde hij in 1935, gevolgd door Die halwe kring (1937) en Gestaltes en diere (1942). Zijn oudste werk doet door toon en woordkeus denken aan Boutens, door zijn conceptie van het dichterschap aan Verwey. Zijn veelzijdigheid als dichter bewees Van Wyk Louw enerzijds door zijn episch-lyrische gedicht Raka (1941), dat wel als het hoogtepunt van zijn werk beschouwd wordt, anderzijds door zijn Nuwe Verse (1954), waarin sommige gedichten door hun eenvoud aan volksliedjes doen denken. Een wijsgerig-godsdienstige instelling, een genuanceerd doorvorsen van eigen zieleleven en innerlijke strijd, een roeping voor zijn volk een profeet te zijn, kenmerken zijn poëzie.
Voor zijn dichterlijke werkzaamheid werd Van Wyk Louw onderscheiden met de Herzogprijs voor literatuur van de Suidafrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns (1943), en met een eredoctoraat in de letteren van de universiteit van Utrecht (1948).
Zijn academische loopbaan begon de overledene als lector in de pedagogiek aan de universiteit van Kaapstad. Later was hij enkele jaren hoogleraar Afrikaans in Amsterdam (1949-1958), en tenslotte hoogleraar Afrikaans en Nederlands aan de universiteit van die Witwatersrand in Johannesburg.
(Gegevens o.a. ontleend aan de N.R.C. van 19-6-1970).