Neerlandica extra Muros. Jaargang 1970

[p. 9]

Oproepen

Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap

Van dr. A.W. Willemsen, voorzitter van de Werkgroep voor de Documentatie van de Nederlandse taal- en letterkunde, commissie voor de bibliografie, ontvingen wij onderstaande oproep:

In deze bibliografie worden opgenomen de artikelen en afzonderlijke uitgaven op het gebied van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap, die vanaf 1 januari 1970 verschijnen. Ieder jaar worden drie afleveringen gepubliceerd, die de produktie van telkens drie maanden bevatten, en één cumulatieve aflevering, waarin de gehele jaarproduktie opgenomen is. Het is de bedoeling uiteindelijk vijf jaardelen samen te voegen in een nieuwe cumulatieve uitgave. De bibliografie wordt gepubliceerd door de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage, het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen en het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage. Ze wordt samengesteld door een groot aantal medewerkers in Nederland en Vlaanderen.

De bibliografie bevat de titels van taalwetenschappelijke, literairwetenschappelijke en literairkritische artikelen en afzonderlijke uitgaven op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde. Bovendien worden publikaties op het gebied van de vergelijkende literatuurwetenschap, de algemene taalwetenschap en de algemene literatuurwetenschap verwerkt, indien er Nederlandse voorbeelden in voorkomen of als ermee bedoeld is een bijdrage te leveren tot de wetenschap van de Nederlandse taal- en letterkunde. Voorts worden de titels van geannoteerde tekstedities van literaire werken, bloemlezingen en schooluitgaven voor de hogere klassen van het voortgezet onderwijs (in Nederland) of het middelbaar onderwijs van de hogere graad (in België) opgenomen.

Voor deze bibliografie zou de medewerking van de hoogleraren en lectoren in de nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten ten zeerste op prijs gesteld worden.

De redactie van de bibliografie zou het zeer waarderen, indien zij boeken, in het buitenland gepubliceerd, en artikelen in buitenlandse tijdschriften, welke van belang zijn voor de nederlandistiek, zouden willen signaleren aan: Redactie Bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap, Koninklijke Bibliotheek, Lange Voorhout 34, 's-Gravenhage.

Het is de redactie niet mogelijk alle buitenlandse tijdschriften,

[p. 10]

waarin een bijdrage op het gebied van de nederlandistiek zou kunnen voorkomen, te raadplegen.

Levensbijzonderheden gevraagd aangaande prof. dr. M.J. van der Meer (1864-1931)

In De Nederlandistiek in het Buitenland, blz. 223 schreef Dr. Jalink dat hij voor zijn levensbericht in genoemd werk betreffende deze op ons vakgebied toch zo bekende geleerde slechts schaarse gegevens had kunnen verzamelen, daar - waarschijnlijk door diens langdurig verblijf in den vreemde - Van der Meers naam in de necrologieën van de Kon. Nederl. Akademie van Wetenschappen, van de Mij. der Nederl. Letterkunde te Leiden en ook in de biografische handboeken geheel ontbreekt. Op het spoor gezet door Prof. Heeroma en vooral door de Heer A. van Marle, redacteur van Delta, is het Dr. Jalink nu echter wel gelukt een vrij groot aantal gegevens over genoemde Frankfortse nederlandist te achterhalen. Met name zijn hem thans de geboorteplaats, - Bovenknijpe, gemeente Schoterland - en de data van Van der Meers geboorte, studie, onderwijzerschap, leraarschap in het voormalig Nederlands-Indië, de scholen, waar hij daar les gegeven heeft, enz. bekend. Dit op zich zelf wat dode schema zou evenwel nog met een aantal levensbijzonderheden, persoonlijke herinneringen, anecdotes en liefst met enige portretten uit zijn verschillende levensperioden moeten worden gevuld, wil het tot een biografische schets worden, waaruit men een min of meer duidelijk beeld van de beschrevene ziet oprijzen. Welnu, deze laatstgenoemde gegevens ontbreken nog bijna geheel. Onder deze omstandigheden doet de Werkcommissie een dringend beroep op hen die haar in deze inlichtingen of aanwijzingen kunnen verschaffen, haar deze te willen meedelen.