Doorbraak van de Nederlandse literatuur in vertaling in Duitsland te verwachten?
Deze verwachting wordt gekoesterd en met tal van argumenten gestaafd door Jürgen Hillner, een 31-jarige Duitser uit Frankfort a.d. Main, in Nederlands Indië geboren en als zodanig tweetalig opgegroeid. In ‘Het Parool’ van 26.9.1968 troffen wij een enthousiast vraaggesprek met hem aan door Ben Dull en enige dagen later een even geestdriftig artikel van Hillner zelf in de ‘Niederländische Notizen, Informationen von der kgl. niederländischen Botschaft in Bonn’, sept. 1968 (II) nr. 18, 1. Jahrg.
Volgens Hillner is Multatuli in de vertaling van Wilhelm Spohr de laatste spectaculaire doorbraak van de Nederlandse literatuur in Duitsland en via hem in Europa geweest. Toen na 1914 de kringen die zich voor Multatuli's gedachtengoed interesseerden snel in belang terugliepen, zou slechts Multatuli's literaire waarde, hem zijn plaats in de Europese literatuur hebben kunnen doen behouden. Het ongeluk wilde evenwel dat door Spohrs middelmatig vertaaltalent juist deze waarde, zijn meeslepende stijl en gepointeerde formulering, grotendeels te loor waren gegaan. Zo is deze belangrijke Nederlandse auteur die in Duitsland een baanbreker had kunnen worden, daar nu een vergeten man.
Zoals gezegd voorziet Hillner evenwel op korte termijn een nieuwe doorbraak. Zelf heeft hij vele moderne schrijvers en dichters vertaald. Hij is bepaald door vertaalwoede uit het Nederlands aangegrepen, werkt er 12 uur per dag aan, is er bezeten van. En dat niet alleen. Ook de uitgevers en critici gaan steeds meer belangstelling tonen voor de moderne geëngageerde experimenterende schrijvers die Nederland en Vlaanderen thans bezitten. Het grote publiek denkt bij het begrip ‘Nederlandse literatuur’ nog steeds aan de Vlaamse boerenroman van Timmermans en Streuvels. Bovendien werden er na de tweede wereldoorlog een 200-tal traditionele rechts-katholieke, vrij duffe Vlaamse romans van schrijvers die het ‘literaire gewricht’ Paul van Ostaijen links hadden laten liggen, door kleine uitgeverijen en ‘Buchgemeinschaften’ op de markt gebracht die volgens Hillner het imago van de Nederlandse literatuur ook niet bepaald bevorderd hebben.
Dit is nu echter, althans bij de ingewijden, geheel anders aan het worden. Belangrijke uitgevers zoals de Suhrkamp Verlag, de Joseph Melzer Verlag hebben werken van Paul de Wispelaere, Paul van Ostaijen, Jacques Hamelink, Hugo Raes, J.G. Toonder, Andreas Burnier, W.F. Hermans uitgegeven terwijl bij de Merlin-Verlag, de Fischer Bücherei, Suhrkamp, Joseph Melzer, de Nymphenburger Verlagsbuchhandlung, de Hanser Verlag, de Kurt Desch-Verlag contracten zijn afgesloten voor de publikatie van werken van Van het Reve, Wolkers. Lucebert, Heere Heeresma, Jef Geeraerts, L.P. Boon, Hamelink enz. Hillner heeft wat dit betreft een heel veldtochtsplan ontworpen, waarbij de kritiek, pers, radio en televisie zijn ingeschakeld. Ook werkt hij nauw samen met de ‘Stichting ter Bevordering van de vertaling van Nederlands letterkundig werk’ te Amsterdam.
Het is te wensen, dat het ‘onderontwikkeld gebied’ (Heeroma) dat Duitsland en veel andere landen inzake de bekendheid met de Nederlandse literatuur - en niet alleen met de jongste telg hiervan - vele jaren lang vormden, in dit opzicht hun schade spoedig enigszins mogen gaan inhalen.
‘Netherlands Books’. Deze sinds oktober 1968 verschijnende uitgave van de ‘Stichting ter Bevordering van de Vertaling van Nederlands letterkundig werk’ streeft het doel der stichting ten opzichte van de kleinere taalgebieden na, zoals ‘Writing in Holland and Flanders’ dit doet t.o.v. de grote taalgebieden. Het blad zal echter geheel in 't Engels verschijnen. De directeur, de heer D.J.J.D. de Wit, deelt ons mee dat de nieuwe publikatie aan alle collega's is toegezonden. Bovendien zijn ons nog een honderdtal exemplaren ter beschikking gesteld die men ons verzoekt aan een aantal adressen te doen toekomen.
Zie ook: Vraaggesprek met Mevrouw Dr. Olga Krijtová in de volgende rubriek.