twee jaar met een eenvoudige leeropdracht naar de V.S. te laten gaan, die tegelijkertijd kunnen trachten aan hun universiteit Nederlands onderwijs tot bloei te brengen. De van huis uit wat geïsoleerde nederlandist speelt in dit eerste stadium nog nauwelijks een rol, terwijl de germanist aan een Amerikaanse universiteit vele contacten vindt en er rustig zijn proefschrift of andere publikaties kan voorbereiden. Op deze wijze kan een basis worden gelegd waarop later door nederlandisten kan worden voortgebouwd.
Vanwege het praktisch belang en de vruchtbaarheid van deze hoofdgedachte van Prof. Bulhofs betoog: de germanist als wegbereider voor de nederlandist, die zeker niet alleen voor de V.S. hoeft te gelden, zijn wij hierop wat uitvoerig ingegaan. De begroting van de kosten die de uitvoering van zijn plannen zouden meebrengen en die in de circulaire wel is opgenomen, moeten wij bij gebrek aan plaatsruimte voorlopig weglaten.
De voordrachten van Prof. Heeroma, Dr. de Tollenaere en Dr. van den Toorn tijdens het Derde Colloquium gehouden, werden door Prof. L.E. Schmitt (Marburg) in het door hem uitgegeven ‘Zeitschrift für Mundartforschung’ opgenomen.
Wij verheugen ons dat deze uitnemende referaten op deze wijze thans ook bij een publiek van buitenlandse taalgeleerden bekend zijn geworden.
Prof. Heeroma's en Prof. Thys' artikelen uit onze in vier wereldtalen verschenen brochure ‘Le Néerlandais dans le monde’ werden, na eerst in het NUFFIC-bulletin te zijn opgenomen, nadien in de Duitse versie gepubliceerd in de juni c.q. juli-aflevering van ‘Niederländische Notizen’, het uitnemend geredigeerde maandblad, uitgegeven door de Nederlandse Ambassade te Bonn. Zoals reeds elders vermeld, werd de brochure door ons aan 435 germanistische universiteits-instituten toegezonden. Het is verheugend dat deze artikelen die voor de verbreiding van de kennis der Nederlandse taal en cultuur van veel belang zijn, thans zo'n wijde verspreiding hebben gevonden.
Gelukwensen. Wij wensen Prof. dr. R.K.J.E. Antonissen (Grahamstad) hartelijk geluk met de hem verleende Oppenheimer-gedenkfondsbeurs en Prof. dr. P.J. Nienaber (Univ. van Witwatersrand te Johannesburg) met de toekenning aan hem van de besondere erepenning vir Afrikaanse Taal- en Letterkunde.
Vooruitgang in Argentinië. Uit twee brieven van Mevr. J.J.A. Baartman-Runckel, die ons steeds geregeld op de hoogte houdt, stippen wij het volgende aan: Mevr. Baartman die door N.e.M.-10 van het Nederlands onderwijs aan de Universiteit te Pernambuco (Brazilië) hoorde, heeft zich met de collega's aldaar in verbinding gesteld. Voor het doen uitgeven van haar ‘Manual de la lengua y de la Cultura neerlandesas’ schijnt zij kans te hebben op een subsidie. Inmiddels zijn er plannen gerezen een schriftelijke cursus Nederlands samen te stellen, waarvan het de bedoeling is dat hij over alle spaanstalige landen wordt verspreid.
Drie van Mevrouw Baartmans tweedejaarsstudenten hebben hun stage gevonden in Nederlandse bedrijven, hetgeen voor hen tot een vaste aanstelling heeft geleid. Dat dit in dit land van werkeloosheid bereikt is via de Nederlandse taal, heeft de animo voor de studie ervan natuurlijk zeer verhoogd.
Ook op lager onderwijsniveau is er vooruitgang. Door Mevr. Baartmans tussenkomst zijn er Nederlandse onderwijzeressen aangesteld bij de Shell en ook de Vlamingen hebben een cursus Nederlands ingericht. Op die manier wordt een arsenaal gevormd, waaruit later studenten kunnen voortkomen.
In verband met de te verwachten aankomst van de Reizende Tentoonstelling, serie Middelnederlandse Cultuur, heeft men getracht een Organiserende Commissie te vormen. Doch de plannen schijnen wat te collideren met die betreffende een Holland-week, die het bedrijfsleven wil organiseren.
Mevr. Baartmans ‘Centro de Enseñanza Internacional Buenos Aires’ heeft nu een behuizing gevonden die niets meer te wensen overlaat, waarvan zij ons spoedig foto's hoopt te zenden. Op 3.12. a.s. zullen er weer examens Nederlands worden afgenomen op de Nederlandse en Belgische Ambassades en wel aan leerlingen van het 1ste, 2de en 3de jaar en aan eerste en tweedejaarsstudenten. Het ziet er naar uit dat er weer meer kandidaten zullen zijn dan verleden jaar. Al met al, besluit Mevr. Baartman, de sneeuwbal begint te rollen, langzaam weliswaar, maar er zit beweging in.