De status van de docenten Nederlands buitengaats
(rubriek VII)
‘Uitleg’ over ons. Uit het ‘Uittreksel uit de memorie van toelichting op de begroting 1968 van het Departement van Onderwijs en Wetenschappen (Hoofdstuk VIII der Rijksbegroting)’, verschenen in Uitleg, ‘Weekblad van het Departement van Onderwijs en Wetenschappen’, nr. 89 (25 september 1967) lichten wij de volgende tekst uit het hoofdstuk ‘Samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk en internationale samenwerking’, nr. 58.
Algemeen:
‘De minister stelt zich voor in het komende jaar in toenemende mate aandacht te besteden aan het onderwijs van de Nederlandse taal en letterkunde aan universiteiten en andere onderwijsinstellingen buiten het Nederlands taalgebied gelegen. Onder meer wil hij ernaar streven dat maatregelen tot stand komen, op grond waarvan gekwalificeerde docenten van Nederlandse nationaliteit, die tijdelijk buiten het Nederlandse taalgebied onderricht geven op de genoemde terreinen, ook de jaren aldus in het buitenland doorgebracht, i.v.m. pensioenrechten, als dienstjaren in Nederland kunnen doen gelden’.
Verheugend is dat de Minister wil streven naar maatregelen m.b.t. pensioenrechten van gekwalificeerde docenten. Daarvan is in de toelichting bij vorige begrotingen nooit een woord gezegd. Het is een duidelijke stap vooruit.
Wederom zijn er twee gevallen te constateren van achterstelling van de docenten Nederlands extra Muros, vergeleken bij de huiszittende. Het eerste betreft het bovenvermelde vertrek van Drs. J.B. van Nimwegen uit Erlangen-Neurenberg, die vanwege trouw- (en promotie-) plannen zijn te laag gesalariëerde betrekking-met-verlies-van-dienstjaren-voor-zijn-pensioen heeft moeten opgeven.