De spellingkwestie
(rubriek IV)
Wij vestigen hier nogmaals de aandacht van de collega's op ons verzoek, vervat in nr. 8 van dit blad, blz. 21, aan de Werkcommissie hun mening te willen meedelen over het ‘Rapport van de Nederlands-Belgische Commissie voor de spelling van de bastaardwoorden’. Als bijvoegsel bij N.E.M.-8 zonden wij dit rapport, niet aan alle docenten, doch aan alle afdelingen voor nederlandistiek in het buitenland, toe. De Werkcommissie zou het van belang achten het standpunt van de buitenlandse collega's t.o.v. genoemd rapport aan de Nederlandse en Belgische Ministers van Onderwijs kenbaar te kunnen maken. Dit zou dan echter moeten gebeuren vóór de behandeling van het betreffend wetsontwerp in de Nederlandse en Belgische parlementen, waarvoor evenwel nog geen datum vaststaat. Zie te dezer zake ook N.E.M.-8, blz. 8.
Zoals de collega's bekend zal zijn, heeft dit rapport een stroom van goed- en afkeurende reacties in vak-, dag- en opiniebladen uitgelokt. Wij wijzen in dit verband op het antwoord van bovengenoemde Commissie op deze reacties, afgedrukt in ‘Uitleg’, het orgaan van het Ministerie van O. en W., afl. 77, van 29.5.1967, blz. 6-8, getiteld ‘Commentaar op Spellingcommentaren’. Wij hadden de collega's deze aflevering met dit nummer van ons blad willen meezenden, doch helaas bleek het Ministerie van O. en W. niet meer over voldoende exemplaren te beschikken.
Eveneens maken wij de collega's attent op een artikel van Prof. Dr. Walter Couvreur in het tijdschrift ‘Streven’, jaargang XX, deel II, nr. 10 (juli 1967), blz. 1013-1024 onder de titel ‘De “nieuwe spelling”’, waarin de voorstellen, vervat in genoemd rapport, worden toegelicht en de tegen het rapport ingebrachte bezwaren (‘de spelling verandert te vaak’, ‘de voorgestelde regeling is te ingrijpend’, ‘de voorgestelde regeling is niet konsekwent’, ‘de kommissie is haar opdracht te buiten gegaan’, ‘de voorstellen van de kommissie zijn niet vergaand genoeg’) worden bestreden. Wij hebben van de Redactie van ‘Streven’ een beperkt aantal overdrukken van dit artikel kunnen verkrijgen en sturen deze aan enkele collega's van wie wij menen dat zij voor dit onderwerp bijzondere belangstelling hebben.
In dit verband delen wij nog mede dat tijdens de jaarvergadering van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis die op 8 oktober 1967 te Brussel werd gehouden, er een Colloquium over de spelling werd georganiseerd, ingeleid door W. Couvreur, B.C. Damsteegt, R. Derolez en A.E. Meeussen.