Neerlandica extra Muros. Jaargang 1965
(1965)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
EuropaJuist voor het afsluiten van dit nummer bereikt ons het verheugend bericht, dat de lang verwachte bezetting van de eerste leerstoel voor neerlandistiek aan Duitse universiteiten n.l. te Keulen thans een feit geworden is. Benoemd is Dr. P.J.H. Vermeeren, conservator van de afdeling handschriften van de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage en leraar aan de School voor Taal en Letterkunde aldaar. Dr. Vermeeren is benoemd tot gewoon hoogleraar in de Nederlandse taal en letterkunde. Wij wensen hem van harte geluk. Moge deze eerste leerstoel er krachtig toe bijdragen het onderontwikkeld gebied, dat Duitsland inzake de neerlandistiek tot nu toe vormde, in cultuur te brengen.
Aan de Universiteit te Erlangen-Nürnberg werd Dr. med. B.G. Swart als Lehrbeauftragter in het Nederlands opgevolgd door de candidaat in de Germaanse talen (met Middelnederlands als bijvak) van Nijmeegsen huize J.B. van Nimwegen, die in 1966 zijn doctoraal examen hoopt af te leggen.
Een nieuw lectoraat, dat onze Voorzitter tijdens zijn gastprofessoraat in de Verenigde Staten, dus maar liefst te Bloomington, op het spoor moest komen, is dat te Freiburg im Breisgau, waar de Bruggeling van geboorte en Leuvense alumnus Drs. J.L. de Meester op 1.9.1963 door zijn oud-leermeester, de bekende geleerde en hoogleraar in de germanistiek, Prof. Dr. F. Maurer werd benoemd. De Heer de Meester heeft o.a. als hoofdredakteur van ‘Ons Leven’ zich in de Vlaamse studentenbeweging onderscheiden en was voor zijn benoeming te Freiburg leraar in het humaniora onderwijs in België. Ook werkte hij mee aan de uitgave van het Verzameld Werk van G. Verschaeve.
De directeuren van de germanistische seminaria der universiteiten te Giessen, Prof. Dr. H.M. Heinrichs, en Marburg, Prof. Dr. L.E. Schmitt, besloten een gezamenlijk lectoraat voor Nederlands aan te vragen, zodat thans niet alleen meer de rivier de Lahn beide steden verbindt. De tweede en in ons verband belangrijkste schakel vormt sinds 1.8.1964 Drs. J.P. Ponten, Lehrbeauftragter te Giessen en Lektor te Marburg. Aan de laatste universiteit was hij al sinds 1.1.1964 ‘Vollassistent’ aan het ‘Forschungsinstitut für Deutsche Sprache’. Als Nijmegenaar van wieg tot universiteit hoopt de Heer Ponten bij Prof. G. de Smet te promoveren. Het lectoraat te Marburg is sinds 1.10.1963 een ‘Planstelle’.
De Heer M.W. Kuypers, 1962-'64 ‘nebenamtlicher Lektor’ te Giessen hebben wij als de Benjamin bij de groep onzer oud-docenten moeten rubriceren; terwijl Drs. A.J.M. Wethlij, 1961-'64 lector te Marburg, na het vertrek van Dr. V.E.J.M. Claes op 1.12.1963, tot diens opvolger als lector te Lund en Gotenburg is benoemd. Ook de Heer Wethlij studeerde in de Keizer Karel-stad en wel Nederlands, Duits en Oudnoors, voor een Nederlands lector achtereenvolgens aan een Duitse en een Zweedse universiteit wel een ideale combinatie van studievakken.
Over Drs. L. Ross, die, sinds mei 1964 lector te Munster (Westf.), wel reeds in N.E.M.-3 werd vermeld, ontbraken ons toen nog nadere bijzonderheden. De Heer Ross deed in 1954 zijn candidaatsexamen in de rechten en in 1963 zijn doctoraal in de Nederlandse letteren, beide aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde een gedichtenbundel ‘L'amour vert’ (1962), voorts kritieken, polemieken en verzen in ‘Maatstaf’ ‘De nieuwe Stem’ ‘Tirade’, ‘De Gids’ enz.
Als opvolger van Dr. P.W. Tax, die 1962-'64 als ‘Lehrbeauftragter’ aan het ‘Dolmetscher Institut’ te Saarbrücken werkzaam was en daarna naar de Johns Hopkins University te Baltimore vertrok, werd kort na zijn candidaatsexamen in de germanistiek te Nijmegen in november 1963 de Heer W.D.E. de Werd benoemd. Hij bekleedt deze functie eveneens aan het ‘Germanistisches Institut’. Aan het D.I. zijn de Nederlands-Duitse vertaaloefeningen toevertrouwd aan Diplom-Dolmetscherin Frau Rosemarie Strauch. | |
[pagina 6]
| |
Uit Leipzig kunnen wij melden, dat behalve Dr. K.R.G. Worgt, thans lector en waarnemend ‘Dozent’, ook Dr. G. Lerchner, wetenschappelijk hoofdassistent, een leeropdracht voor Nederlands heeft gekregen. Beide heren waren van plan het Tweede Colloquium te bezoeken, doch helaas bleek het hun niet mogelijk een visum hiervoor te verkrijgen. Hetzelfde lot trof Dr. A. Spreu, docent aan de Wilhelm von Humboldt-Universiteit te Oost-Berlijn, die aldaar ook Nederlandse cursussen geeft.
Met vreugde begroetten wij in november 1964 het bericht, dat in Finland behalve aan de Staatsuniversiteit te Helsinki thans ook Nederlands wordt gedoceerd aan de Hogeschool van Jyväskylä en wel door Prof. Dr. Erik Erämetsä, hoogleraar in de Germaanse filologie.
Ook in het Verenigd Koninkrijk is er een universiteit met Nederlands onderwijs bijgekomen en wel die te Glasgow, waar volgens een mededeling van februari 1965 enkele uren per week Nederlands wordt gegeven door Dr. P.H. Markesteyn. Nadere bijzonderheden ontbreken nog.
Uit Italië bereiken ons eveneens goede berichten. Daar hebben zowel Lic. R. van Ertvelde (Bologna-Padua) als Drs. J.H. Meter (Napels) na een in hun standplaats afgelegd examen de titel van Professore incaricato behaald. Wij wensen hun van harte geluk met dit persoonlijk succes, dat zeker ook het gezag van het Nederlands als studievak aan hun universiteiten ten goede zal komen.
Te Triëste keerde Mevr. A.J. Musacchio-Visser 't Hooft, dochter van de bekende Secretaris-Generaal van de Wereldraad van Kerken en gehuwd met een predikant van de Waldensische gemeente, bij het begin van het studiejaar 1964-'65 na een vrij lange onderbreking op haar post aan het met de universiteit verbonden Tolkeninstituut aldaar terug.
Te Oslo werd op 15.1.1965 Dr. K. Langvik Johannessen bij koninklijk besluit tot hoogleraar in de algemene literatuurwetenschap benoemd. In het kader van zijn nieuwe plichten zal Prof. Johannessen voorlopig één college per week Nederlandse literatuurgeschiedenis kunnen geven. Er is een bijzondere leeropdracht voor Middelnederlands te verwachten. Vóór de herfst hoopt hij een docent voor historische en moderne grammatica te vinden, terwijl Mevr. M. Eliassen het practisch Nederlands taalonderwijs zal blijven verzorgen. Voorts schijnt de oprichting van een Nederlandse leerstoel op til, waarnaar Collega Johannessen dan vermoedelijk zal overgaan. Een voor de neerlandistiek dus hoopvolle situatie.
In Polen is - het zij met eerbied gezegd - het eerste schaap over de brug. D.w.z., dat er een eerste docent in het Nederlands aan een Poolse universiteit is benoemd. De universiteit is die te Wroclaw (Breslau), de docent Dr. Norbert Morciniec. Deze mededeling bereikte ons door Dr. G. Lerchner te Leipzig. Nadere gegevens staan ons nog niet ten dienste. | |
Zuid-AfrikaWat de Zuidafrikaanse universiteiten betreft, moeten wij ons meermalen van commentaar onthouden, daar herhaaldelijk nadere inlichtingen ontbreken.
Aan de Universiteit van Witwatersrand trad volgens onze nu eerst ontvangen informaties Dr. S.C. Hattingh in 1960 als docent af en werd Mevr. A. de Kock, B.A. (Hons.) er benoemd.
Te Potchefstroom traden in het docentencorps sterke wijzigingen op. Prof. Dr. F.J. Labuschagne en Prof. Dr. G. Dekker werden geëmeriteerd; terwijl Prof. Dr. T.T. Cloete (zie beneden) aan de nieuwe Universiteit te Port Elisabeth werd benoemd. Hij werd vervangen door Prof. Dr. P.D. van der Walt van de Universiteit van Natal te Durban. Prof. Dr. van der Walt, geboren in 1929, die zijn M.A.-verhandeling over ‘Die Digter J.C. Bloem’ en in 1959 onder Prof. G. Dekker | |
[pagina 7]
| |
zijn proefschrift ‘Die verlossingsmotief in die poësie van D.J. Opperman’ schreef, bekleedde te Durban een senior lectoraat eveneens in de Afrikaanse en Nederlandse letterkunde. Naast artikelen over Zuidafrikaanse schrijvers publiceerde hij vooral over Zuidnederlanders o.a. over ‘De Leeuw van Vlaanderen’, Ernest Staes, Streuvels, Timmermans en Van de Woestijne. Een nieuwe kracht te Potchefstroom is ook Mej. L.C. Minnaar, M.A.
Het docentencorps van de Universiteit van Suid-Afrika te Pretoria ontving jong bloed door de aanstelling van drie magistri artium, de Heren P.J. Bekker, M.A., G.J. de Klerk, M.A. en W.J. de Klerk, M.A.
Datzelfde gebeurde aan de Universiteit van Natal te Durban door de benoeming van de Heer A.J. Coetzee, M.A.
Evenmin als Prof. van der Walt, is de reeds genoemde nieuw benoemde hoogleraar aan de nu zelfstandige Universiteit te Port Elisabeth, Prof. Dr. T.T. Cloete, een onbekende voor ons. Hij werd in 1924 geboren, studeerde te Pretoria en te Potchefstroom (B.A. 1946, M.A. 1949), vertrok daarna naar Nederland, waar hij zijn studiejaren 1950-'53 met een promotie onder Prof. N.P. van Wijk Louw op een proefschrift over ‘Trekkerswee en Joernaal van Jorik’ afsloot. Sindsdien was hij aan de Potchefstroomse Universiteit als docent in de Afrikaanse en Nederlandse letterkunde werkzaam en publiceerde o.a. artikelen over M. Emants en J.H. Leopold, studies betreffende Totius en N.P. van Wijk Louw, en de bloemlezingen ‘Van Veldeke tot Spieghel’ en (met Prof. G. Dekker samen) ‘Van Hooft tot Luyken’. Aan Prof. Cloetes departement werd voorkort toegevoegd de Heer L.C.E. Eksteen M.A.
Aan het Universiteitscollege van Wes-Kaapland nam Dr. R.K. Belcher de plaats in van Dr. J.D. Schreuder. De Heer Belcher, die in 1933 geboren is en uit een steenbakkersgezin met twaalf kinderen stamt, eerst mijnwerker, dan verslaggever bij ‘Die Burger’ te Kaapstad was, heeft 1956-'62 te Stellenbosch gestudeerd en publiceerde o.a. twee dichtbundels.
Aan het Universiteitscollege van Zoeloeland te Kwa-Dlangezwa, Natal, kwam Prof. Dr. J.H. Senekal in de plaats voor Prof. Dr. A.J. Antonites. Nieuwe namen voor ons zijn daar die van Drs. F.R. de K. Gilfillan en de Heer A.J.M. Sinclair, M.A. | |
Verenigde Staten en CanadaEen gebeurtenis van betekenis voor de neerlandistiek in de Verenigde Staten schijnt ons de benoeming met ingang van september 1965 van Dr. W.Z. Shetter tot Associate-Professor of Germanic Languages aan de Universiteit van Indiana te Bloomington, Indiana. Tijdens zijn gastprofessoraat verleden jaar aldaar heeft onze Voorzitter de benoeming mee helpen voorbereiden van deze uitnemende deskundige, zoals o.a. uit zijn ‘Introduction to Dutch, a practical grammar’ en zijn met R. Byron Bird samengestelde ‘Een goed begin....., a contemporary Dutch reader’ blijkt. De Indiana-University geldt in de Verenigde Staten als leidinggevend op het gebied van het onderwijs in de vreemde talen.
Van niet minder belang in dit opzicht is de terugkeer van Prof. Dr. E. Krispijn, na een vrij korte werkzaamheid aan de Universiteit van Florida te Gainesville, in september 1964 naar die van Pennsylvania te Philadelphia, waar hij i.d.t. onder Adolf Klarmann, de directeur van de grote Werfel-uitgave, is gepromoveerd en thans tot Asst. Professor in het Duits en Nederlands en tevens tot Directeur van het Taallaboratorium is benoemd. Over Prof. Krispijns pogingen voor het Nederlands een betere status in de M.L.A. te verkrijgen zie elders in dit blad.
Omtrent de opvolging van Prof. Hunningher aan de Columbia University is ons op dit ogenblik wel reeds het een en ander bekend. Maar ons is de voor de ‘informateur’ van professie zo moeilijke zwijgplicht opgelegd tot alles in kannen en kruiken is. | |
[pagina 8]
| |
Op aandrang van de South East Asia Council te Washington is in september 1964 een lectoraat voor Nederlands ingesteld aan de Yale University te New Haven, dat thans vervuld wordt door Mevr. M.W. Broekhuysen. Mevr. Broekhuysen heeft de kweekschool te Middelburg doorlopen en de L.O.-acte voor Frans, Duits en Engels behaald. Zij heeft een veeljarige ervaring in het taalonderwijs bij de voorbereiding van gegradueerde studenten voor hun ‘Ph.D. reading’-examens in Frans en Duits en voorts in het vertalen uit en in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. Haar leeropdracht omvat grammatica, conversatie en vertaling met sterke nadruk op de vertaling van teksten op het gebied van de Zuidoostaziatische geschiedenis.
Aangaande de Heer J. van Asselt, M.A., lector aan de Universiteit van California te Berkeley ontvangen wij bericht, dat hij in juni 1965 naar het McPherson College te McPherson, Kansas, zal vertrekken, waar hij voorlopig geen Nederlands zal geven.
Van San Francisco State College, San Francisco, California, is te melden, dat de schrijver en redacteur letteren van de N.R.C. Adriaan van der Veen er gedurende het lopende studiejaar als gastprofessor optreedt. Zie ‘Californisch Reisjournaal’ in de N.R.C. van 24.12.1964, dat, hoewel niet ondertekend, niet anders dan van zijn hand kan zijn. De heer van der Veen heeft twee jaar geleden reeds een aantal lezingen voor dit College, dat 18.000 studenten telt, gegeven. De leeropdracht houdt in moderne Europese en ook enige Amerikaanse romans vanaf de jaren dertig. Verder zal hij gedurende een geheel semester literatuur van de lage landen doceren.
Drs. R. de Boer, die vier jaren Nederlands heeft gegeven aan de Universiteit van Toronto, Ontario, Canada, is 1.9.1964 tot lid van de staf van het Duits Seminarie van de Universiteit van Amsterdam benoemd. Het Nederlands onderwijs te Toronto wordt voorlopig voortgezet door de Heer C. Krijgsman, B.A. uit Oakville, Ontario. De Heer Krijgsman is 1936 te Scheveningen geboren, 1957 naar Canada geëmigreerd en heeft gestudeerd aan het Calvin College te Grand Rapids, Mich. en aan de Universiteit te Hamilton. Daar Prof. H. Boeschenstein, hoofd van het German Dept. te Toronto aan de continuïteit van het Nederlands onderwijs aan zijn instituut grote waarde hecht en er op een volledig Nederlands lectoraat geen kans bestaat, doet hij alle moeite een Nederlands germanist te vinden, die bereid is deze taak op zich te nemen. Met Prof. Dr. H. Meyer te Amsterdam wordt daartoe overleg gepleegd. | |
AustraliëMej. Chr. Wuttke, B.A., tot voorkort Assist. Lecturer aan de Universiteit van Melbourne, is in februari j.l. naar die van Auckland, Nieuw-Zeeland, vertrokken. Zij zal daar voorlopig althans geen Nederlands onderwijzen. | |
AziëIn Japan is het aantal universiteiten, waar Nederlands gedoceerd wordt, met twee vermeerderd. Aan de Kyoto University wordt de taal der lage landen thans onderwezen door Prof. Dr. Yutaka Shioya; aan de Osaka University of Foreign Studies door Prof. Dr. Katsuo Taku, die lector in het Nederlands is en een cursus van twee uren per week geeft, waaraan ca. 25 studenten deelnemen. Nederlands kan te Osaka niet als hoofdvak gekozen worden, doch is een verplicht bijvak voor studenten, die Duits of Indonesische talen als hoofdvak studeren.
De eerste H.O.-instelling in Malaysia met Nederlandse cursussen is de University of Malaya te Kuala Lumpur. De docente is Mevr. J.P. Goebel van de Nederlandse Ambassade aldaar. Nadere bijzonderheden ontbreken nog. |
|