Neerlandica extra Muros. Jaargang 1964
(1964)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||
Een voorpost van de Neerlandistiek in het verre oostenEen bijzonder lezenswaardig artikel over het Nederlands in Japan schreef de tegenwoordige docent in onze taal en letterkunde aan de Tokyo University of Foreign Studies, Asst. Professor Motonori Shibusawa, in ‘Ons Erfdeel’, 7de jrg., nr. 3 (maart 1964)Ga naar voetnoot1). Prof. Shibusawa geeft in deze bijdrage o.a. een belangwekkend historisch overzicht over het begin van de Hollandse wetenschap in Japan, die van het begin der 17de eeuw dateert - op 19 april 1600 ankerde het eerste Nederlandse schip, ‘De Liefde’ geheten, op de noordoostkust van het Japanse eiland Kyûshû -, verder over de invloed van onze wetenschap op de Japanse taal, om ten slotte te komen tot een behandeling van de beoefening van het Nederlands in het tegenwoordige Japan. Het artikel bevat interessante illustraties: behalve een foto van de schrijver, een bladzijde uit Otsuki Gentaku's ‘Eerste stappen in de Nederlandse taal’ uitgegeven omstreeks 1788 en verder twee opnamen van het granieten momument op 5 maart 1959 door het Geneeskundig Genootschap van Japan ter herinnering aan het begin van de Hollandse wetenschap opgericht in de buurt van de plaats, waar het huis gestaan heeft, waarin Maeno Ryôtaku en andere heelkundigen op dezelfde dag van het jaar 1771 met de vertaling van de ‘Ontleedkundige Tafelen’ van Johan Adam Kulmus zouden zijn begonnen.
Op Prof. Shibusawa's overzicht zal ik hier niet nader ingaan: men leze het zelf; doch wel wil ik een ogenblik aandacht vragen voor de persoon en het werk van een Japanse veteraan op ons vakgebied, Shibusawa's leermeester, Prof. em. Sumitaka Asakura, aan wie de leerling in zijn bijdrage trouwens ook enkele regels wijdt.
Prof. Asakura werd in 1893 geboren en studeerde van 1915-'18 Nederlands en Maleis aan de toenmalige Tokyo Academy of Foreign Languages, later tot Tokyo University of Foreign Studies bevorderd. Van 1918-'19 verbleef hij in Nederlands Oost Indië om zijn studie in de beide talen voort te zetten. In 1919 tot lector aan het College benoemd, bezocht hij in 1920 nogmaals N.O.I. om vervolgens in opdracht van het Ministerie van O.K. en W. van 1923-'26 met zijn vrouw, Sumu Asakura, een studiereis naar Nederland, België en de Verenigde Staten te ondernemen om zijn kennis van de Nederlandse taal en letterkunde uit te breiden. In 1926 werd de heer Asakura tot hoogleraar aan het College en in 1949 in deze functie aan bovengenoemde Universiteit benoemd. Daarnaast heeft Prof. Asakura van 1942-'44 aan de Keizerlijke Universiteit en aan de Handelshogeschool te Tokio eveneens Nederlands gedoceerd, aan deze beide onderwijsinstellingen als lector. Aan beide universiteiten volgden zowel studenten als professoren zijn colleges. In het geheel heeft Prof. Asakura, die in 1963 geëmeriteerd werd, dus 44 jaren Maleis en Nederlands onderwijs gegeven. Deze beide talen zijn sinds de oprichting van de Academy of Foreign Languages in 1897 n.l. in de leeropdrachten steeds gecombineerd geweest, hoewel de cursussen in de beide talen uiteraard gescheiden zijn. Het onderwijs in het Nederlands werd dus van het begin af aan als een hulpmiddel bij de studie der indologie beschouwd, een toestand die zowel Prof. Asakura als Prof. Shibusawa onbevredigend achten. Om deze reden heeft Prof. Asakura er jaren lang naar gestreefd een zelfstandige afdeling voor de neerlandistiek in het leven te roepen. Beide docenten hopen, dat deze wens in de naaste toekomst zal worden vervuld.
Tijdens zijn langdurige loopbaan heeft Prof. Asakura een aanzienlijk aantal publicaties op het gebied der neerlandistiek op zijn naam gebracht. In de lijst der Centrale Verzameling in ‘Neerlandica extra Muros’, nr. 2, blz. 12 treft men er een viertal aan, dat de auteur aan onze collectie schonk. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||
Hier volgen een aantal titels in het Nederlands, zoals de auteur ze ons opgaf:
Helaas zijn de manuscripten van een tamelijk uitgebreid Nederlands-Japans woordenboek, dat Prof. Asakura samengesteld had, vlak voor de uitgave door een bombardement verloren gegaan.
Op letterkundig gebied publiceerde onze Japanse vakgenoot:
In 1956 leverde Prof. Asakura een bijdrage over Nederlandse taal en letterkunde voor een door de Uitg. Mij Heibon-sha uitgegeven ‘Wereldcultuuraardrijkskunde’.
Op hetzelfde gebied werkte hij mee aan een door verschillende uitgeversmaatschappijen, de Universiteit Tamegawa en de Katholieke Kerk uitgegeven encyclopedie.
Ook vertaalde hij een aantal Nederlandse sprookjes voor een uitgave ‘Wereld-kindersprookjes’. In 1960 bracht hij voor de bloemlezing ‘Beroemde Gedichten in de Wereld’ (Uitg. Heibon-sha) de volgende Nederlandse en Vlaamse verzen in het Japans over: Gorters ‘Mei’: eerste zang; Gezelle: uit ‘Rijmsnoer om en om het jaar’; H. Roland Holst: uit ‘De nieuwe Geboort’, Pol de Mont ‘Een Tarwei Mei’; W. Kloos: ‘Lenteavond’, Hélène Swarth: ‘Zomernacht’ en ‘Verlaten straat’; Van Eeden: ‘Noordewind’, ‘Na Zonsondergang aan Zee’, ‘De Waterlelie’ en Van de Woestijne: ‘Het Huis mijns Vaders’ en ‘Koortsdeun’.
Bovendien heeft Prof. Asakura Heyermans' ‘Het zevende Gebod’, ‘De Meid’ en ‘Schakels’, Van Eedens ‘De kleine Johannes’ en Consciences ‘De Loteling’ en ‘De Leeuw van Vlaanderen’ in zijn moedertaal vertaald, doch de manuscripten hiervan wachten nog op een ondernemende uitgever.
Misschien zijn wij met deze opsomming wat uitvoerig geweest. Doch wij beschouwen het als niet de minst belangrijke taak van dit blad aan een leven van toewijding aan en in dienst van onze taal en literatuur in een ver land, zover het in onze macht staat, in het ‘moederland’, de het zo dubbel en dwars toekomende bekendheid te geven. |
|