Schooltaalwoordenboek
Dit Schooltaalwoordenboek is een verklarend woordenboek van de schooltaal, d.w.z. de woordenschat die leerlingen moeten begrijpen en gebruiken om op school goed te kunnen meekomen. Het gaat heel vaak over woorden die leerlingen in hun leefwereld buiten de schoolcontext niet gebruiken, waardoor ze op school soms moeite hebben om de taal van de docent of van de leerboeken te begrijpen. Dit boek geeft dus de betekenis(sen) van woorden als verklaren, uitleggen, illustreren, toelichten en bespreken; aanleiding, gevolg, oorzaak en doel; tegenstelling, overeenkomst en gelijkheid; ontstaan, ontwikkeling en einde. Ik orden de woorden hier thematisch, maar in het woordenboek zijn ze alfabetisch geordend. Bij elk woord (of elke betekenis van een woord) wordt een gebruiksvoorbeeld gegeven. Het woordenboek beperkt zich grotendeels tot schooltaalwoorden (bv. schema, notitie) en instructietaal (bv. verklaren, opsommen), maar geeft geen onderwijsterminologie (bv. klassenvertegenwoordiger, gymnastiek). Er is nauwelijks aandacht voor taalzorg en correct woordgebruik. Dat we in het Nederlands lesrooster zeggen en niet uurrooster, dat we iets in een schrift plakken en niet kleven, dat een leerling een cijfer krijgt na een overhoring en geen punt of quotatie, vernemen we in dit boek niet. Het onderscheid tussen overhoren en ondervragen, leerboek en handboek, syllabus en cursus enzovoort wordt niet uitgelegd. We krijgen wel de betekenis van notitie, maar dat het in Vlaanderen vaak gebruikte woord nota niet dezelfde betekenis heeft, vernemen we niet. Dat is een gemiste kans, omdat dit nu vooral voor leerlingen
bedoelde boek anders ook voor veel Vlaamse leraren dienstig had kunnen zijn. (PD)
Ronny Matheesen, Luc Cocquyt & Romain Debbaut, Schooltaalwoordenboek, Pelckmans, Kapellen, 2010, 127 pp., ISBN 978 90 289 5278 2. Prijs: €8,50.