- | lekker boring (lekker saai) |
- | u loverboy antw ni! :D (uw (je) vriendje antwoordt niet / met smiley op het einde) |
- | Nu ben ik weer hapy! (nu ben ik weer gelukkig / met hapy i.p.v. happy) |
- | ma ik draag die never (maar ik draag die nooit) |
- | die foto is keicute (die foto is heel schattig) |
- | kben home alone (ik ben alleen thuis) |
Zoals uit de voorbeelden blijkt, gaat het meestal om korte inserties. De basistaal blijft altijd het Nederlands (of een dialect of regiolect). Niettemin is de impact van het Engels onmiskenbaar groot. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat zowat alle woordsoorten vertegenwoordigd zijn bij de ontleningen. Dat niet alleen het chatmedium een extra trigger is voor het gebruik van het Engels, maar de hele Angelsaksische (muziek-, film)cultuur, blijkt uit het laatste voorbeeld: de Amerikaanse film Home Alone, waarvan er ondertussen meerdere edities op de markt zijn, is heel geliefd bij tieners.
Tot zover de globaliserende dimensie. Het bovenstaande zou de indruk kunnen wekken dat er geen ruimte meer is voor lokale dynamiek in een tijd waarin de wereld, onder meer door het internet, een dorp is geworden. Maar niets is minder waar. De volgende taaluiting van een West-Vlaamse chatter illustreert hoezeer lokaal en mondiaal verenigd kunnen zijn in de uitingen van de tieners:
bère cool jong (heel leuk kerel/meid)
Het woord cool kon net zo goed door een Amerikaanse, Britse, Duitse of Nederlandse tiener geproduceerd zijn. Het gebruik van jong in een context als deze is dan weer typisch Vlaams, terwijl het frequente gebruik van de versterker bère een relatief recent maar bijzonder populair jongerentaalfenomeen is dat alleen in West-Vlaanderen en naar verluidt ook in westelijk Oost-Vlaanderen voet aan de grond krijgt. Ik beschik over een aantal kleinere chatcorpora voor Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg en daar is het niet in te vinden. Navraag bij Antwerpse jongeren leert ook dat het door hen absoluut niet gebruikt wordt. Het versterkende prefix bere- is natuurlijk geen nieuw gegeven (cf. het Algemeen Nederlandse beregoed), maar het veralgemeende en heel frequente gebruik ervan door een bepaalde groep jongeren is dat wel. Pakweg vijftien jaar geleden was het weinig gebruikelijk in West-Vlaanderen en nu haalt het de hoogste frequentiescore bij de versterkende prefixen. West-Vlaamse jongeren produceren de vocaal in bère zoals de vocaal van flair. Dat verklaart ook het accent in het voorbeeld, maar vele chatters laten dat accent achterwege. Verder valt het op dat ze het prefix bij alle mogelijke adjectieven en bijwoorden gebruiken. Hieronder nog een reeks voorbeelden uit het chatcorpus:
bere irritant / bere gevaarlijk / bère belachelijk / bèreveel / bère ontroerend / bere spannend / bere grappig / bère sjiek / bere erg / bere zalig / bere lang
En zoals wel vaker het geval is met versterkende prefixen in jongerentaal, wordt de versterker zo langzamerhand ook ‘in isolement’ gebruikt, dus niet in combinatie met een adjectief of bijwoord. Ook hiervan een voorbeeld:
Haha zo bere (haha zo leuk)
Dat laatste gebruik van bère is echt een recente West-Vlaamse (en vermoedelijk in mindere mate Oost-Vlaamse) taalvernieuwing. De populariteit van bère en de verschuivingen in het gebruik ervan tonen dat lokale taalontwikkelingen met een beperkte regionale reikwijdte zich ook aan het begin van de 21e eeuw kunnen doorzetten.
Wie jongerentaal bestudeert, heeft aan dit soort versterkers of bekrachtigers overigens een aardige kluif. Daar wees ook Liesbeth Gijsel op in haar bijdrage voor Nederlands van Nu van november 2000. Gijsel maakt een onderscheid tussen graadaanduidende bijwoorden en versterkende prefixen. Allebei zijn ze in de chatcorpora bijzonder goed vertegenwoordigd. Tieners vinden iets namelijk niet gewoon leuk, vervelend of erg, maar wel keileuk, supervervelend of echt erg. In het West-Vlaamse corpus anno 2008-2009 troffen we 329 versterkers aan, waaronder 228 graadaanduidende bijwoorden en 101 versterkende prefixen. De frequentieverhoudingen voor de eerste groep:
zo: 55,26% (bv. kwas zo blij), echt (ook: egt): 24,12% (bv. das echt saai), heel: 17,11% (bv. heel grappig), zeer: 2,63% (bv. zeer druk), vree/wreed: 0,88% (bv. twas vree geestig)
Voor de versterkende prefixen krijgen we het volgende lijstje:
bère/bere: 43,56% (bv. tis ne bère sjieke foto), super: 36,63% (bv. kzie je supergraag), kei: 12,87% (bv. kben keimoe), mega: 6,93% (bv. dinsdag namiddag was x mega depri!)
Super is een blijver: zoals ook uit Gijsels onderzoek blijkt, doet hij het allang goed in de Nederlandse jongerentaal. Oudere West-Vlaamse versterkers als vree en zeker stijf hebben afgedaan. De aanwezigheid van kei in het West-Vlaamse corpus is interessant: kei komt namelijk uit het centrale Brabants-Antwerpse gebied, maar blijkbaar heeft het ook zijn weg gevonden in West-Vlaanderen, wat erop wijst dat er zich binnen de Vlaamse jongerentaal ook een interregionale dynamiek aftekent.
Het taalgebruik van de jongste generatie is een perfecte illustratie van de dualiteit die in het begrip glocalisering besloten ligt. De (West-)Vlaamse tieners maken gretig gebruik van taalelementen waarmee ze aansluiting vinden bij de internationale jongeren- en chatcultuur en eigenen zich die zaken toe. Tegelijkertijd cultiveren ze door regionaal taalgebruik hun lokale identiteit.