verbeterde Hoogeveen was dus niet nieuw of uniek, en ook de inhoud bleef braaf en knus, en sterk gericht op het plattelandsleven, het ambachtelijk werk en kinderen uit de middenklasse. Maar de populariteit ervan was ongezien en ongeëvenaard. Echte tellingen zijn er niet geweest, maar aan de hand van archiefmateriaal (bewaarde leesboekjes, artikelen over leesonderwijs in Vlaamse tijdschriften voor leraren, inspectieverslagen) kan dat wel achterhaald worden. Er was nooit een monopolie, maar vanaf 1920 startte ruim driekwart van de scholen het leesonderwijs met een reeks normaalwoorden. Ook in Vlaanderen, waar de eigen productie nooit de import een halt toeriep. Het aandeel van de structuurmethoden is sindsdien alleen maar toegenomen.
Succes nodigt uit tot navolging. Ook Wolters zelf maakte veel varianten van aap-noot-mies, tot op het einde van de jaren 60. Er waren opeenvolgende uitgaven, waarin het straatbeeld en de kleding werden gemoderniseerd; er was een vergulde, handgemaakte versie voor prinses Juliana; er was een koloniale versie voor gebruik in Nederlands-Indië. Reynders en Douman gaven rond 1900 de methode aap-roos-zeef uit. Coenen en Van Gestel brachten in 1951 een katholieke Nieuwe Wereldmethode uit: maan-zaag-fien. In diezelfde periode ontstond ook het Vlaamse
Vertelselplaat, verbeterde Hoogeveen, 1910, Collectie Nationaal Onderwijsmuseum, Rotterdam | © Noordhoff Uitgevers, Groningen
jan-pet-pop-vis van L.F. Dries. Een andere populaire methode, die de fakkel van Hoogeveen overnam, was Zo Leren Lezen uit 1958, in 1963 veranderd in Veilig Leren Lezen, dat bekend is van de startwoorden maan-roos-vis, aanvankelijk boom-roos-vis. Het is momenteel de meest verspreide leesmethode in Vlaanderen en Nederland. Hoewel de normaalwoorden telkens verschilden, net als de leesteksten en oefeningen, bleef het principe gelijk: eerst een heel woordbeeld inprenten, vervolgens datzelfde woordbeeld hakken en plakken.
Dergelijke leesmethoden, die uitgaan van twee dozijn normaalwoorden of startwoorden, kregen ook kritiek, zeker vanaf de jaren 60. Meestal wilde men af van het werken met woordbeelden, omdat die lui lezen in de hand werken: leerlingen denken te snel dat ze het woordbeeld herkennen en maken zo leesfouten. Te grote fixatie op woordbeelden zou analyse en technisch lezen tegenwerken, zeker bij zwakkere lezers. De nieuwere methoden, zoals Leessprong, gaan veel sneller aparte letters losmaken. Letterstad van Koreman gaat zelfs de eerste maanden heel veel aandacht bieden aan technisch lezen, zonder zinvolle woordgehelen. Die nieuwe methoden raakten niet aan het overwicht van de structuurmethoden, maar verdrongen de eeuwenoude spelmethode, waarbij kinderen eerst het
| |
Normaalwoorden en hun methoden
spa, slee, drie, ho, hu, bij, koe, kneu, lui, lei, vrouw, dauw, pauw, kraai, leeuw, nieuw, foei |
Prinsen, 1817 |
roos, peer, hoed, pen, pot, zaag, muur, vat, juk, korf, bijl, schip, wieg, deur |
Bouman, Wolters, 1866 |
haan, peer, kip, mes, doos, wieg, zus, bijl, stoel, jas, mof, vuur, schoen |
Bouman, Wolters, 1880 |
geit, zeep, does, hout, roos, wiel, haan, beuk, duif, schuur, mest, vat, bijl, hok, juk, wip |
Colenbrander, Kluwer, 1894 |
raam, roos, neef, fik, gat, wiel, zes, juk, schop, voet, neus, muur, bijl, hok, duif, ei |
Hoogeveen, Brinkgreve, 1894 |
aap, noot, mies, wim, zus, jet, teun, vuur, gijs, lam, kees, bok, weide, does, hok, duif, schapen |
Verbeterde Hoogeveen, Wolters 1910 |
aap, roos, zeef, muur, voet, neus, lam, gijs, riem, muis, ei, juk, jet, wip, does, hok, bok, kous |
Reynders en Doumen, Zwijsen, 1905-1910 |
jaap, gijs, dien, zus, boe, bon, oom, waf, vuur, rook, tol, zeil, neus, huis, schip |
Hoogeveen voor Nederlands-Indië, Wolters, 1917 |
ik, maan, roos, vis, sok, pen, teen, neus, buik, oog, doos, poes, eet, koek, ijs, zeep, huis, weg, bos, tak, hut, reus, jas, riem, hout, bijl, vuur, uil, geit, pauw, duif, ei, schip, ring, bank, licht, zandkasteel |
Veilig Leren Lezen, Zwijsen, 1963 |
Tentoonstelling AAP NOOT MIES, Nationaal Onderwijsmuseum Rotterdam, 20-02-2010 tot 22-08-2010
In 2010 is het 100 jaar geleden dat het leesplankje aap noot mies op de markt kwam. Generaties schoolkinderen hebben leren lezen met dit nu nog steeds beroemde leesplankje. In deze overzichtstentoonstelling zijn naast dit beroemde plankje nog vele andere varianten te zien.
|
|