Het ingewikkelde Nederlands (1)
Femke Simonis - Docente Nederlands - Erasmushogeschool, Brussel
Dit is de tweede keer dat ik in Neerlandia-Nederlands van Nu reageer tegen enkele standpunten die Dick Wortel inneemt. Nu gaat het om het artikel Het ingewikkelde Nederlands (2006, nr. 4, p. 29-31). Dat Dick Wortel op zijn artikel reacties verwacht, staat duidelijk vermeld op p. 48: ‘Grijp uw pen als u het er niet mee eens bent, maar kom wel met een alternatief!’ Het probleem met Dick Wortel is, dat hij het gebruik van het Algemeen Nederlands bekijkt vanuit een eenzijdig Nederlands standpunt. Vlamingen moeten zich aanpassen en niet omgekeerd. Dat Nederlanders ook wel eens van hun ‘Nederlands-Nederlands’ mogen evolueren naar een Algemeen Nederlands, d.w.z. een taal die zowel in Nederland als Vlaanderen begrepen wordt, komt niet ter sprake. Heel wat bedrijven in Vlaanderen met een hoofdkantoor in Nederland moeten teksten uit Nederland aanpassen, omdat het ‘Nederlands-Nederlands’ niet zo maar overgenomen kan worden: te Noord-Nederlands of niet begrijpelijk voor de doelgroep. Wat is dan de oplossing?
Er is een instrument dat beide partijen kan helpen om de beste keuze te maken bij twijfel tussen Nederlands-Nederlands, Algemeen Nederlands en Belgisch-Nederlands. Dat instrument biedt de website van de Nederlandse Taalunie: http://taaladvies.net. Wie op de startpagina bij Thematisch op Correctheid binnen de rubriek Woord of woordcombinatie klikt, vindt onder Resultaten buiten twee interessante teksten (Wat is standaardtaal? en Werkwijze: welke varianten hebben standaardtaalkarakter?) een alfabetische lijst met meer dan 740 Adviezen. Daarbij staat heel vaak vermeld of de term tot de standaardtaal in België, in Nederland of het hele taalgebied behoort, volgens de criteria die beschreven zijn in de twee zojuist genoemde teksten.
Een paar voorbeelden van standaardtaal in België: de brug maken in de betekenis van ‘een of meer vrije dagen nemen of geven tussen een weekend en een officiële feestdag’ is standaardtaal in België. Hetzelfde geldt voor blokletteren, maar daar staat bij vermeld: ‘standaardtaal in het hele taalgebied is koppen’. Onder standaardtaal in België wordt overigens verstaan: ‘het Nederlands dat algemeen bruikbaar is in het publieke domein in België, d.w.z. in alle belangrijke sectoren van het openbare leven, zoals het bestuur, de administratie, de rechtspraak, het onderwijs en de media. Anders uitgedrukt (...) in contacten met mensen buiten de eigen vertrouwde omgeving’. Een paar voorbeelden van standaardtaal in Nederland: bruidslijst tegenover huwelijkslijst in het hele taalgebied; pechhulp tegenover pechverhelping (standaardtaal in België), ledenkaart of ledenpas tegenover lidmaatschapskaart (standaardtaal in het hele taalgebied) en lidkaart (standaardtaal in België).
Wel blijft een kritische benadering van het begrip ‘standaardtaal in België’ aan te raden. De resultaten van het onderzoek (zie Werkwijze: welke varianten hebben standaardtaalkarakter?) zijn immers gebaseerd op zinnetjes die aan spraakmakers in Vlaanderen zijn voorgelegd en daar kunnen bij de woordkeuze subjectieve elementen in geslopen zijn. Neem nu het woord bekomen. Dat wordt beschouwd als standaardtaal in België, in de betekenis ‘verkrijgen’. In Nederland is het gebruik in die betekenis beperkt tot bepaalde contexten en doet het woord archaisch aan. Ik heb dat probleem met bekomen eens voorgelegd aan de VRT-taaladviseur Ruud Hendrickx onder de kop ‘Al bekomen van bekomen?’ en zijn antwoord is te lezen in de rubriek Taalkwesties in de taaladviesdatabank van de VRT: http://vrttaal.net. Omdat het woord bekomen archaïsch klinkt en zeker niet tot de spreektaal behoort (belangrijk gegeven voor een radio- en tv-zender!), is het gebruik ervan daarom af te raden.
Zolang we voor ogen houden wie tot de doelgroep behoort, Vlamingen, Nederlanders of beide doelgroepen, kunnen we met http://taaladvies.net voor een aantal woorden toch al een gefundeerde keuze maken tussen standaardtaal in België, in het hele taalgebied of in Nederland.