Zeg 'ns wat
ingezonden brieven
Het ADVN en Frans-Jos Verdoodt
Ik woon in Nederland (in de provincie Utrecht), ben nog maar zo'n jaar of twee ANV-lid, maar weet allang van het bestaan van het ANV af. Ik keek dan ook nogal op van de vragen die Els Ruijsendaal (uit Amsterdam) aan Frans-Jos Verdoodt stelde en van haar tekst in het algemeen. Op p. 8 staat dat ‘nationalistisch Vlaanderen [...] wat de oorlog betreft toch af en toe wel iets uit te leggen [heeft]’. Ik had verwacht dat een zo oude Nederlands-Vlaamse vereniging als het ANV het stadium van moralistische vragen en opmerkingen toch allang gepasseerd zou zijn. Kennelijk voelen veel Noord-Nederlandse ANV-leden zich halve racisten als ze in contact komen met Zuid-Nederlandse volksgenoten die aandacht hebben voor de eigen ‘algemeen-/groot-/heel-Nederlandse’ cultuur en volkomen argeloos gebruikmaken van bepaalde, heel normale Nederlandse woorden als nationalistisch. Dat gaat zo in de trant van: ‘Waar je mee omgaat, daar word je mee besmet.’ Als dat zo is, dan zou ik die Nederlanders dringend willen adviseren hun ANV-lidmaatschap op te zeggen. Kennelijk willen die noorderlingen niet begrijpen dat een woord als nationalistisch in het Zuiden een heel andere lading dekt dan in het Noorden. Nogmaals, ik had verwacht dat het ANV daarover allang uitgepraat zou zijn, al in 1970 of zo. Maar Ruijsendaal valt op p. 8 over de naam ADVN.: ‘In het noorden is zo'n naam, zo'n onderwerp niet zo gemakkelijk te verkopen.’ Alsof zij het hele Noorden en alle Noord-Nederlanders kent. En alsof iets alleen bestaansrecht heeft als het goed in de markt ligt. Terecht antwoordt Verdoodt dat hij niet verkoopt, maar de naam ADVN als logo hanteert.
Maar de moralistische, politiek correcte noorderlingen lijken niet mee te willen wegen, dat een pro-Duitse houding bij Vlaamse nationalisten in de jaren '40-'45 voor een groot deel te verklaren is als een heel begrijpelijke reactie op de decennialange achterstelling, verdrukking van het Nederlands door het Frans in het Zuiden, te zien is als een natuurlijke vrucht van de grote minachting van de arrogante Franstaligen, die de touwtjes destijds in handen hadden (en deels nog steeds hebben) en Vlaamse boerenzonen in de jaren '14-'18 het artillerievuur en gifgas in stuurden om te sterven voor de Franse zaak. Officieren, allemaal louter Franstalig, vertikten het om bevelen te geven in het Nederlands, waardoor er onevenredig veel Vlamingen om het leven kwamen. Is het dan vreemd dat sommigen die de Vlaamse zaak een warm hart toedroegen, de Duitse overheersing in '40-'45 als niet eens zo onwelkom ervoeren? Nu werden zij niet langer geminacht vanwege hun taal. Ja, misschien is het vreemd voor de politiek correcten uit het Noorden, van wie de historische kennis niet verder reikt dan de meidagen van 1940 en de eigen landsgrenzen, en die daardoor geen flauw benul hebben van de grote plaats die het trauma van de Eerste Wereldoorlog in het collectieve geheugen van de Nederland omringende volkeren nog altijd inneemt. Ik zou er graag ook nog bij op willen merken, dat er in de zuidelijke Nederlanden heel wat meer joden van de holocaust zijn gered dan in de noordelijke, dat er in Nederland evenveel Nederlandse SS-leden als verzetsstrijders waren en dat de Nederlandse politie in bezettingstijd voor een habbekrats gráág Joden aanbracht bij de Duitsers voor transport naar de vernietigingskampen.
Drs. R. Benjamin, Zegveld (Utrecht)