Ter gelegenheid van de expositie wordt ook een boek met foto's van Michielsen uitgegeven. Naast een voorwoord van Els Stubbe en een inleiding van Johan Swinnen - ‘Fotografie, binnenstebuiten’ -zijn er korte teksten van Joannes Késenne, Ann Woedstadt, Gido Vekemans, Edith Doove, Willem Elias, Josse de Pauw, Herman Hoeneveld, Koen Tachelet en Stef van Bellingen. De uitgave volgt chronologisch de diverse projecten waar Michielsen aan werkte.
De fotograaf is een heel enthousiast man die vlot en pretentieloos over zijn werk praat. ‘Om Barts enthousiasme kun je niet heen,’ aldus Els Stubbe in haar voorwoord. Wellicht ook daardoor werd ze één van de vele ‘koppen’ van de expositie.
Om het de verslaggever makkelijk te maken, legt hij een drukproef van het fotoboek voor diens neus en vertelt al bladerend. Daaruit blijkt hoe waar het is wat Swinnen schreef. ‘Hij hanteert fotografie om zijn waarneming en beleving vorm te geven. Het is een persoonlijke relatie, zijn “ik” in relatie tot de buitenwereld.’
Zijn eerste expositie liep zo'n tien jaar geleden onder de titel ‘Onder druk’. Het thema was castratieangst. Michielsen: ‘Ik analyseer veel. De analyse zet ik om in beelden.’
De volgende tentoonstelling, ‘Mulieri’, in het kader van Antwerpen '93, verbeeldde het vrouwelijke in de man. De mannelijke modellen kregen grote vrijheid om hun vrouwelijke kant tot uitdrukking te brengen.
‘Objecten in zwart en wit’ bracht foto's van elf objecten in een kader van één meter op één. Het twaalfde kader was leeg. De objecten vormden voor de fotograaf een heel verhaal. De toeschouwer kon de foto's als stukken van Michielsens puzzel hanteren, of zijn eigen verhaal verzinnen.
De expositie ‘Koppen’ bestaat uit drie luiken. Het eerste luik toont zo'n 72 koppen in groot formaat: 12 groepen van 6 koppen, telkens 3 boven elkaar. Ook hier kreeg het model grote vrijheid. Het laat zich zien zoals het in de spiegel naar zichzelf kijkt. Voor 1/3 gaat het om mensen die de fotograaf op straat ontmoette, voor 1/3 om kennissen van hem en voor 1/3 om bekende mensen.
In het tweede luik drukken de vijf kaalgeschoren modellen een specifieke emotie uit. Van ieder model zijn er drie foto's. De middelste is de originele. Links zijn er dan twee linkerhelften van het gezicht, rechts twee rechterhelften. De achtergrondkleur van de triptieken ‘ondersteunt’ de in beeld gebrachte emotie. Zwart hoort bij de traan, wit bij de lach.
In het derde luik worden vier videobeelden naast elkaar getoond. De modellen ‘doen iets rond emoties’. Ze mochten zelf de inhoud van de opname van zo'n drie minuten bepalen. Gustaaf Kwintelier doet niets specifieks met zijn creativiteit; hij vertelt een anekdote. Actrice Hilde Van Mieghem leest een liefdesbrief voor. De Amerikaanse componist Craig Urquhart laat een muziekstuk horen. En Ria Pacquée heeft het over beeldende kunst.
Het boek bevat ook nog foto's die Michielsen voor de affiches van voorstellingen van het Zuidelijk Toneel maakte. Hij werkte er vijf jaar voor.
Een laatste reeks foto's is gemaakt tijdens voorstellingen van zijn vriend, de choreograaf Eric Raeves.
‘Koppen’ in De Brakke Grond, Nes 45, Amsterdam van 22 september tot en met 12 november 2000. Opening 22 september om 18 uur door Herman Hoenveld, redacteur bij P/F en Kunstbeeld.