Media
Privacy als pasmunt voor tv-bekendheid
Big Brother bis
● Hugo Meert
In het vorige nummer van Neerlandia berichtte collega Gerhard te Winkel uitgebreid over de Big Brother-boom in het Nederlandse televisielandschap. Media watchers beneden de Moerdijk durven over dit fenomeen aarzelend gewagen van het ‘onaanvaardbaar verleggen van de fatsoensgrenzen’. Het gebeurt inderdaad aarzelend omdat uit dezelfde hoek, enkele decennia geleden, luid protest opborrelde tegen de ‘beeldbuisvervuiling’, die vooral van een aantal VPRO-experimenten afstraalde. Diezelfde Vlaamse criticasters zullen nu alvast moeten toegeven dat die verguisde VPRO-experimenten, ook in Vlaanderen, model stonden voor verfrissend vernieuwende televisie. Vandaar waarschijnlijk hun aarzelende toon bij de bespreking van het ook voor mij verwerpelijke Big Brother-experiment.
Ik wil me echter geenszins aansluiten bij de twijfelachtige moraalridders, die zich in hun overtuiging gesterkt voelen door de wetenschap dat Vlaanderen zich niet overgeeft aan dergelijke gluurdersgekte. Zij beseffen kennelijk niet dat VT4, de jongste commerciële omroep in Vlaanderen met zetel én zendvergunning in Engeland, zich opmaakt om een eigen Big Brother op te zetten. Het zou mij daarbij niet verbazen dat de programmamakers, zoals momenteel al gebeurt met een aantal ontspanningsformats, gebruik zullen maken van de Nederlandse infrastructuur en verworven knowhow en zelfs het huis in Almere gedurende drie maanden zullen bevolken met ‘gewone Vlamingen’.
Overigens heeft dezelfde omroep in zijn relatief korte bestaan al herhaaldelijk blijk gegeven het niet zo nauw te nemen met privacy en fatsoensnormen, in eigen producties en in aangekochte programma's. Het was immers ook VT4 die in Vlaanderen de Jerry Springer Show op de buis bracht. Het enige onderscheid tussen gewoon onkiese en echt schunnige afleveringen werd gemaakt in het uitzendtijdstip. De afleveringen waarbij de geïnterviewden uit de kleren gingen, werden na 23 uur uitgezonden. Die waarin de gasten ‘alleen maar op de vuist gingen’, kwamen gewoon in prime time. Dat zij als dusdanig de ideale trailers werden van de ‘laatavondafleveringen’ is kennelijk niemand opgevallen.
Het merkwaardige verschijnsel met Jerry Springer in Vlaanderen was wel dat iedereen beweerde er niet naar te kijken, maar toch het ergerlijke van de formule, vaak met pikante details uit vorige afleveringen, op de korrel nam. Ondertussen is de Jerry Springer Show afgevoerd, waarschijnlijk nadat ook de minst kritische kijker had vastgesteld dat het hier ‘opgemaakt spel’ betrof en de ‘gastheer’ zelf, ondanks zijn hardnekkige pogingen in het Humo-interview, er niet in geslaagd was dit nefaste gerucht uit de wereld te helpen.
Op gebied van ‘respect voor privacy’ doen trouwens ook de andere Vlaamse omroepen, zowel de commerciële als de openbare, een aardige (negatieve) duit in het spreekwoordelijke mediazakje. Bij VTM, de eerste commerciële omroep in Vlaanderen, spant Goedele Liekens hierbij de kroon. In haar talkshow Goedele: Life! aarzelt de gewezen Miss België niet om met haar studiogasten hun wildste seksfantasieën aan te snijden. Dat sommige gasten achteraf toegeven dat hun uitlatingen over hun seksbeleving gewoon verzonnen zijn, stoort de programmamakers in het minst. Wanneer gasten achteraf zelfs bekennen dat hun optreden het resultaat is van gewaagde weddenschappen, blijken de gastvrouw noch haar redactie daar kennelijk weet van te hebben. De stilte, die na dergelijke ‘bekentenissen’ in acht wordt genomen, wijst erop dat de programmamakers ook niet de minste schaamte voelen over het feit dat ze in het ootje werden genomen.
Ook Jambers Magazine, eveneens op VTM, durft zich af en toe te laten meeslepen door de onbedwingbare outingsdrang van bepaalde maatschappelijke ‘fenomenen’. Van een ervaren journalist als Paul Jambers is een dergelijke handelwijze nog onbegrijpelijker dan bij Goedele. Helaas zijn zij stuk voor stuk de aanduiding van een bestaande mentaliteit bij sommige ‘Onbekende Vlamingen’. Die voelen de noodzaak om ook eens, al was het voor enkele minuten, ‘B.V’. (= Bekende Vlaming; vip) te zijn. Dat zij daarbij hun privacy gebruiken als pasmunt om toch maar op de buis te komen, zal de programmamakers, die er schaamteloos gebruik en misbruik van maken, een zorg zijn.
Wie het medialandschap in dit fin-de-sièclesfeertje volgt, voelt zelf de neiging om mensen met ‘televisitis’ in zekere mate te begrijpen. Uiteindelijk wordt hun de weg getoond door hun maatschappelijke voorbeelden. Het is immers merkwaardig vast te stellen welke inspanningen mediageile