| |
| |
| |
[Dossier
Belgische Verkiezingen]
| |
| |
| |
Waarheen met het federale België?
Het parlement wijst de weg
● Helga De Baets
Over de toekomst van Vlaanderen en België is momenteel een boeiende discussie gaande. Men mag er immers vanuit gaan, dat er na de verkiezingen van 13 juni een nieuwe staatshervorming zal plaatsvinden. Het proces dat de Belgische eenheidsstaat omvormde tot een federale staat is namelijk nog niet voltooid. Er zijn nog te veel spanningen tussen Nederlands- en Franstaligen. Zij kunnen op een aantal terreinen - zoals op het vlak van welzijns- en sociaal-economisch beleid - nog geen beleid voeren dat beantwoordt aan hun eigen specifieke opvattingen. Eigen financiële middelen die duidelijk steunen op een volledige verantwoordelijkheid voor uitgaven en inkomsten zijn daarbij het sluitstuk. Als structuren een hinderpaal worden voor een politieke, economische en sociale dynamiek, dan moeten ze aangepast worden. En dat is de inzet van de komende staatshervorming.
Op 3 maart jongstleden heeft het Vlaamse parlement vijf resoluties goedgekeurd die de belangrijkste punten bevatten van wat de volgende staatshervorming moet inhouden. Die vijf resoluties handelen achtereenvolgens over algemene uitgangspunten en doelstellingen, fiscale autonomie, Brussel, bevoegdheidsherschikkingen in relatie tot coherente bevoegdheidspakketten en ten slotte diverse specifieke aandachtspunten. Deze resolu- | |
| |
ties werden goedgekeurd door CVP, VLD en VU. De SP keurde vier van de vijf resoluties goed en onthield zich van stemming over de resolutie betreffende de coherente bevoegdheidspakketten. De twee CVP-verkozenen en de ene SP-verkozene uit Brussel hebben zich bij drie van de vijf resoluties onthouden. Agalev onthield zich bij de stemming op alle resoluties. Het Vlaams Blok had op het ogenblik van de stemming de vergaderzaal verlaten.
Het is een belangrijk politiek feit dat het eerste rechtstreeks verkozen Vlaamse parlement, als soevereine vertegenwoordiger van het Vlaamse volk, zijn visie geeft op een deugdelijke federale staatsstructuur, waarin Vlaanderen een volledige deelstaat is. Deze visie kan rekenen op een brede politieke consensus in Vlaanderen.
Het parlement is bij het ontwikkelen van haar visie niet over één nacht ijs gegaan. De basis hiervoor werd gelegd in de Commissie Staatshervorming van het parlement, die gedurende drie jaar de ‘discussienota voor een verdere staatshervorming’ heeft besproken. De Commissie heeft haar visie op de staatshervorming onderbouwd via 33 hoorzittingen, met in totaal 115 personen. Dit waren vooral ambtenaren en personen ‘uit het veld’, die ieder op hun eigen terrein de incoherenties en de hinderpalen in de huidige staatsstructuur hebben aangeklaagd en verduidelijkt.
Uit al deze hoorzittingen is duidelijk gebleken dat ‘een verdere staatshervorming’ wel degelijk leeft bij de Vlamingen, onder meer in kringen van onderwijs en welzijn, alsook in economische en wetenschappelijke milieus. Daarbij zijn de betrokkenen niet zozeer tegen het federale België, als wel vóór meer Vlaamse bevoegdheden. Men hoopt dat dit resulteert in een efficiënter beleid, dat aansluit bij de eigen behoeften en inzichten. De Commissie Staatshervorming heeft de conclusies van de diverse hoorzittingen en besprekingen vertaald in de hiervoor genoemde vijf resoluties, die dus een belangrijk politiek en maatschappelijk draagvlak hebben.
| |
Ingewikkelde staatsstructuur
Men kan niet ontkennen dat de huidige Belgische staatsstructuur ingewikkeld in elkaar zit. Het onderscheid dat momenteel gemaakt wordt tussen gewesten en gemeenschappen, waarvan de bevoegdheden dan ook nog verschillend ingevuld worden, is onbegrijpelijk voor mensen in binnen- en buitenland. Toch is het niet gemakkelijk om de Belgische instellingen minder ingewikkeld te maken, omdat zij vooral voortvloeien uit ingewikkelde maatschappelijke en politieke verhoudingen.
Het Vlaamse parlement heeft een grotere doorzichtigheid van de instellingen tot stand willen brengen door een nieuwe terminologie in te voeren: zij spreekt over vier deelgebieden, waaronder twee deelstaten: Vlaanderen en de Franstalige deelstaat.
In de eerste resolutie, over de algemene uitgangspunten, wordt uitdrukkelijk vooropgesteld dat de institutionele binding van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, Vlaanderen toelaat als één entiteit op te treden. Vlaanderen moet daarom als deelstaat in een federale context naar voren komen. Deze mogelijkheid moet ook bestaan voor de Franstaligen, die de kans moeten hebben tot een fusie van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap over te gaan. Het specifieke statuut voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en voor de Duitstalige Gemeenschap moet nog verder uitgewerkt worden. Aan de territoriale afbakening van de deelgebieden mag niet geraakt worden.
| |
Resoluties positief onthaald
De vijf resoluties hebben uiteraard heel wat stof doen opwaaien. In het algemeen kan men stellen dat ze in de Vlaamse opinie en media positief onthaald zijn: men stelt vast dat het Vlaamse parlement en de Vlaamse regering terecht hun verantwoordelijkheid genomen hebben in het debat over de verdere evolutie van de Belgische staatsstructuur. Ook wordt opgemerkt dat er een aantal duidelijke stellingen onrwikkeld worden.
Anders is het aan Franstalige zijde: de Franstalige media hebben de Franstalige partijen hand- en spandiensten geleverd in hun strijd tegen elke verdere staatshervorming, waar zij - naar eigen zeggen - geen enkel voordeel bij hebben. Het Vlaamse parlement wordt verweten verregaande eisen te formuleren, ingegeven door de ergernis Vlaamse belastingcenten te zien verdwijnen naar het zuiden van het land. Volgens de Franstaligen zijn de voorstellen dan ook een voorafspiegeling van het Vlaanderen van morgen: ‘rijk, egoïstisch, op zichzelf teruggeplooid’.
Het Vlaamse parlement twijfelt helemaal niet aan de solidariteit, integendeel. Het behoud van de solidariteit wordt uitdrukkelijk in het begin van de eerste resolutie vooropgesteld als algemeen uitgangspunt. Die solidariteit moet gebaseerd zijn op objectieve en doorzichtige mechanismen en wederkerigheid. Men dient een en ander ook te kaderen in het streven naar een verantwoorde solidariteit: een die de andere partij aanmoedigt en helpt om zijn sociaal-economische draagvlak te versterken.
| |
Een beter bestuur
Ten onrechte wordt soms het beeld opgehangen van een niet-aflatende Vlaamse strijd voor meer bevoegdheden, puur om de bevoegdheden.
Maar voor het Vlaamse parlement is de staatshervorming geen doel op zich. Het uitgangspunt van het parlement is een duidelijke staatsstructuur die leidt tot nieuwe en efficiënte bestuursinstrumenten voor Vlaanderen, ondersteund door eigen financiële middelen. Men moet immers alle
| |
| |
mogelijkheden hebben om een totaalbeleid te kunnen voeren?
Wanneer men kijkt naar de beleidsterreinen waarvoor Vlaanderen volledig bevoegd is, zoals cultuur, leefmilieu, onderwijs en toerisme, dan valt te constateren dat op die terreinen resoluut een eigen beleid ontwikkeld is.
Op andere beleidsterreinen, zoals de organisatie van gemeenten en provincies, buitenlandse handel, economie, gezondheid, werkgelegenheid en wetenschap is niet duidelijk hoe de bevoegdheden verdeeld zijn. Dat komt de efficiëntie niet ten goede.
Niet alleen wordt Vlaanderen op die manier gehinderd het beleid te voeren dat het wenst, maar in tal van gevallen leidt dit ook tot starheid.
Uit de hoorzittingen van de Commissie Staatshervorming is overduidelijk gebleken dat er op tal van terreinen bovendien grote cultuurverschillen zijn tussen Vlaanderen en Wallonië, waardoor het federale beleid sterk bemoeilijkt wordt. Daarnaast hebben Vlaanderen en Wallonië ook een totaal verschillende economie, hetgeen een gedifferentieerde economische aanpak vereist.
| |
Bevoegdheidspakketten
In de derde resolutie, over het tot stand brengen van coherente bevoegdheidspakketten, eist het Vlaamse parlement dan ook de bevoegdheden op voor een eigen welzijns- en gezinsbeleid, met een eigen financiering. Daarnaast verlangt het parlement bevoegdheden voor de organisatie van lokale en provinciale besturen. Andere wensen van het Vlaamse parlement zijn een eigen werkgelegenheidsbeleid met Vlaamse sociale akkoorden, het volledige wetenschaps en technologiebeleid, de volledige buitenlandse handel, eigen telecommunicatiebeleid, spoorbeleid, statistiekdiensten, ontwikkelingssamenwerking, landbouw, tuinbouw en visserijbevoegdheden.
Overigens heeft de SP heeft zich bij de stemming over deze derde resolutie onthouden, omdat zij de financiering van het gezondheidsbeleid federaal wil houden.
| |
Fiscale autonomie
Het Vlaamse parlement ervaart het ontbreken van fiscale autonomie als een probleem. Het heffen van belastingen is immers een buitengewoon belangrijk instrument van het overheidsbeleid. Samengevat komen de voorstellen van het Vlaamse parlement op het volgende neer:
■ | ze eist de volledige bevoegdheid inzake de huidige gewestelijke belastingen: de belasting op de inverkeerstelling, het eurovignet, de volledige registratierechten, de schenkingsrechten moeten overgedragen worden aan de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest; |
■ | de fiscale autonomie van de deelstaten dient in de eerste plaats versterkt te worden via de volledige overdracht van bevoegdheid inzake de personeelsbelasting. Er moet hiervoor een speciale regeling uitgewerkt worden voor Brussel. Het fiscaal draagvlak moet behouden worden voor de uitoefening van de bevoegdheden van de federate overheid. Indien nodig zal de personenbelasting aangesproken worden om dit draagvlak te waarborgen; |
■ | de bevoegdheid inzake de belastbare basis en het tarief inzake de vennootschapsbelasting blijven federaal, met mogelijkheid tot terugbetaling van de opbrengsten aan de deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest volgens een nader te bepalen verdeelsleutel. De deelstaten en het Brusselse Hoofdstedelijke gewest kunnen, binnen afgesproken grenzen, autonoom en op eigen kosten fiscale tegemoetkomingen in de vennootschapsbelasting toekennen voor de aangelegenheden waarvoor ze bevoegd zijn; |
■ | indirecte belastingen blijven federaal, eventueel met uitzondering van de btw op werken in onroerende staat; |
■ | de deelgebieden moeten de positieve en negatieve gevolgen van de renteschommelingen op de overheidsschuld dragen, zonder een formele schuldsplitsing. |
| |
Tweeledigheid federale staatsmodel
In de goedgekeurde resoluties wordt de tweeledigheid van het Belgische federale staatsmodel versterkt, ook in Brussel. Er wordt uitdrukkelijk gekozen voor de verdere versterking van de band tussen de Brusselse Vlamingen en de Vlamingen in het Nederlandse taalgebied. Dit is in het belang van Brussel en zijn inwoners. Zij zullen daardoor een ruimer aanbod van Vlaamse voorzieningen aangeboden zullen krijgen.
De twee CVP-verkozenen en de enige SP-verkozene uit Brussel hebben zich tijdens de stemming bij drie resoluties onthouden, omdat ze van oordeel zijn dat de teksten Brussel te veel onder toezicht van de twee deelstaten plaatsen, de communautaire tweedeling in Brussel verscherpen en een subnationaliteit voor de Brusselaars invoeren. In de goedgekeurde resoluties wordt nochtans nadrukkelijk rekening gehouden met de eigen aard van het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad en de specifieke behoeften en eigen verantwoordelijkheden van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest blijft belangrijke bevoegdheden behouden en zijn fiscale autonomie wordt in belangrijke mate versterkt.
Het Vlaamse parlement wil overigens de hoofdstedelijke en internationale functie van Brussel verder uitbouwen, ook financieel.
Zeer belangrijk is de voorziene omvorming van de bi-communautaire sector in een co-communautaire sector, waarin beide taalgroepen volledig aan hun trekken komen. Het gaat hier meer specifiek over de bekende schrijnende problematiek van de Brusselse ziekenhuizen, waar de Vlamingen momenteel nauwelijks in hun
| |
| |
eigen taal geholpen kunnen worden.
In feite pleit het Vlaamse parlement voor een intensievere dialoog met de Brusselaars, met oog voor de specifieke realiteit in Brussel. Om zo efficiënt mogelijk te werken, wordt sterk de nadruk gelegd op samenwerkingsverbanden tussen de deelstaten en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op terreinen als wetenschapsen technologiebeleid, buitenlandse handel, landbouw en spoorwegbeleid. Op andere terreinen, zoals huisvesting en werkgelegenheid, kunnen de deelstaten eigen initiatieven ontwikkelen, naast die van het Hoofdstedelijk Gewest.
Alle Brusselaars zullen inderdaad, nog veel meer dan nu al het geval is, kunnen kiezen tussen een aanbod van beide deelstaten, zoals gezondheidszorg. Het gaat hierbij echter om een reeks vrije keuzen die niet aan elkaar gekoppeld worden. Van een subnationaliteit is dan ook geen sprake.
| |
Een lange weg...
Het is voor het eerst dat aan Vlaamse zijde een volgende ronde van staatshervorming zo grondig op voorhand wordt voorbereid.
Er is nog een lange weg af te lege voordat (een gedeelte van) de voorstele van het Vlaamse parlement gerealiseerd kunnen worden. Maar het is belangrijk dat het parlement een duidelijk kader aangereikt heet: een Vlaamse deelstaat in het fedeale België. De volgende staatshervorming moet een wezelijke stap zijn in de realisering van dit project.
foto: Ars Luminis - Mechelen
Tegenstanders van een verdere staatshervorming schermen dikwijls met het argument dat ‘de bevolking’ niet wakker ligt van institutionele hervormingen. Wat de mensen echt bezighoudt is meer werkgelegenheid, het oplossen van het fileprobleem, beter openbaar vervoer, kwalitatief hoogstaande zorgverlening, enzovoort.
Om aan deze bekommernissen tegemoet te komen, is een verdere staatshervorming - volgens de krijtlijnen die het Vlaamse parlement heeft getekend - absoluut noodzakelijk. En weigeren daarover de dialoog aan te gaan, legt een zware hypotheek op de toekomst van het federale België.
|
|