De tekst
De inhoud van het lied is, kort samengevat, als volgt. Willem, bescheiden, dapper, en diep gelovig, acht het zijn plicht het tirannieke bewind van de Spanjaarden uit ons land te verdrijven. Hij bidt God om succes en vraagt morele steun aan het volk. Men hoort zijn wettige vorst (dat was de Spaanse koning toen) te dienen, maar als diens bewind ontspoort, dan mag men op zo'n moment een beroep doen op de hoogste macht, op God.
In een werkelijk prachtige publieksuitgave van het Wilhelmus heeft Willem Wilmink* de tekst van alle vijftien strofen voor de jonge burger van een eenvoudige toelichting voorzien. Dit boekje zou bij iedereen in de kast moeten staan. De tekstdichter staat nog steeds niet vast. De twee grootste kanshebbers, de jurist Dirck Volckertsz. Coornhert (1522-1590) en de magistraat Marnix van St. Aldegonde (1540-1598), hebben er zelf nooit melding van gemaakt en de tekst lijkt ook niet bij twee zulke ervaren dichters te passen. Aan de vorm van de tekst is in ieder geval te merken dat de dichter thuis hoorde in de vormenminnende rederijkerstraditie, want het Wilhelmus is een prachtig naamdicht, d.w.z. dat de eerste letters van de strofen samen de naam Willem van Nassov opleveren.
Ook de verdere vorm van het lied lijkt zeer planmatig: duidelijk komen drie delen naar voren (Willem van Nassou: 6, 3 en 6 strofen). Het hart van het lied vormen de drie vanstrofen, waarin de schrijver zich wendt tot het hogere. Als men zou uitgaan van tweemaal zeven strofen plus een in het midden (de achtste strofe), dan heeft men evenzeer de (toegespitste) kern van het gedicht te pakken. Wie de hele tekst bezit, moet er maar eens rustig voor gaan zitten!
De eerste en zesde strofe dienen als ons (gezongen) volkslied. Zeker in oorlogstijd maken regels als ‘de tirannie verdrijven’ het oude geuzenlied weer helemaal waar. Geliefd wil nog niet zeggen gekend, want de meeste Nederlanders kunnen het volkslied niet (compleet) zingen. In 1813 was dat overigens niet anders, ook toen klaagde men erover dat niemand verder kwam dan de eerste twee regels.
Door de tijden heen heeft men de tekst telkens willen aanpassen of vernieuwen. Het tekent de populariteit van het lied, maar voor de oorspronkelijke tekst was het wel funest. Dat heeft in 1815 waarschijnlijk ook ‘Wien Neêrlands bloed’ een kans gegeven. In 1923 is de oorspronkelijke tekst in ere hersteld. Ook nadien zijn er weer parodieën gemaakt en niet zo lang geleden (1995 en daarna) zijn er zelfs prijsvragen uitgeschreven en wedstrijden gehouden ter vernieuwing of actualisering van de tekst, zoals de Wilhelmusdichtwedstrijd of het tv-programma van Jack Spijkerman.
Maar die geheimzinnige, niet geheel begrepen tekst, die bovendien ècht is, wordt uiteindelijk telkens weer verkozen boven bij de tijd gebrachte, maar van hun betovering ontdane teksten.