[Nummer 4]
Vooraf
Ploegen op het veld
● Guido Logie
Het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond in Amsterdam, onder de dynamische leiding van Guido Vereecke, herdacht de Vrede van Münster in het voorjaar met drie debatavonden onder de algemene noemer ‘1648: De Vrede van Münster: Breuklijn tussen Vlamingen en Nederlanders?’ Aan die debatten namen de professoren C. Koninckx, H. de Schepper, S. Groenveld, S.W. Couwenberg, H. Gysels en de journalist G. van Istendael deel. Het geheel stond onder het voorzitterschap van Kees Middelhoff. In dit soort debatten worden vaak veel thema's aangeraakt, en even vlug weer verlaten. Vaak hoort de luisteraar die met de Nederlands-Vlaamse samenwerking, of de pogingen daartoe, vertrouwd is, dingen zeggen die hij al menig keer hoorde. De Brakke Grond-gesprekken vormden daarop geen uitzondering. Ook hier een aantal zaken waarvan men denkt: déjà vu. Maar ik wil het initiatief geen onrecht aandoen. De debatten brachten ook een hele reeks van interessante, soms opmerkelijke standpunten en visies over zeer uiteenlopende aspecten van bijvoorbeeld de geschiedenis van Nederland en Vlaanderen. De dialogen bleven overigens niet alleen bij het verleden stil staan. Ook het heden - de vormen van samenwerking en onze plaats in een eenwordend Europa - kwam aan bod. Kees Middelhoff heeft de gesprekken uitgewerkt tot een uiterst lezenswaardig boekje dat door De Brakke Grond uitgegeven wordt. Wie interesse heeft voor de relatie Noord-Zuid moet dit werkje lezen.
Hoe is het op dit ogenblik met de samenwerking Nederland-Vlaanderen gesteld, en waar moet het heen? Daar is inmiddels een hele bibliotheek over bijeen geschreven, en men schrijft onvermoeibaar verder. ‘Willen we tot een betere verstandhouding komen, dan moeten we beginnen met ons goed bewust te zijn van de cultuurverschillen,’ lezen we in het boekje. Ongetwijfeld een waarheid als een koe. De verschillen tussen onze beide landen zijn groot, en dit op zowat alle terreinen, maar ze hoeven inderdaad geen belemmering voor samenwerking te zijn. In dit nummer van Neerlandia komen nogal wat mensen aan het woord die zich van die verschillen maar al te goed bewust zijn.
Om te beginnen de algemeen voorzitter van het ANV, drs. J.L.M. Baartmans, die heel duidelijk zegt niet in integratie te geloven, juist omwille van die grote verschillen, maar daarin verder geen beletsel ziet om energiek aan een brug over het ravijn tussen Essen en Roosendaal te bouwen. Het getuigt van een realistische beleidsvisie. Zo ook haar uitspraak dat het particuliere initiatief, het veld, de nodige creativiteit zal moeten opbrengen om in te spelen op wat de overheid, steeds meer, doet.
‘Er moet dus wel een omslag gemaakt worden naar nieuwe vormen van samenwerking. Anders zal blijken dat we een generatie zijn die veel bereikt heeft, maar die nu op mag houden.’ Duidelijke taal, die men ter harte zou moeten nemen.
De optimistische visie op de samenwerking van prof. A. Postma is welbekend. Op vele terreinen ziet hij convergentie. Minder optimistisch is die van Herman Suykerbuyk, ondervoorzitter van het Vlaams Parlement en gewezen burgemeester van Essen. De economische samenwerking ziet er volgens hem allesbehalve denderend uit. Er is een tijd geweest dat die er beter voorstond, zegt hij. Hij betreurt het gebrek aan samenwerking tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam. Zoals hij het ook jammer vindt dat Nederland geen cent over heeft voor de samenwerking van de grensgemeenten, verenigd in Benego.
En daarmee zijn we bij de centen. Koken kost geld. ‘Als er geld te halen is in Brussel, dan zijn we in Nederland tot grote samenwerking geneigd’, kunnen we in het Brakke Grond-boekje lezen. De uitspraak komt uit de mond van prof. Couwenberg. Toch is er in Nederland kennelijk geld voor aangelegenheden waar in Vlaanderen geen, of veel minder centen voor te vinden zijn. Ik denk hier met name aan het BVN-project waarvoor de ANV-werkgroep Media zich sterk inzet. De Nederlandse regering heeft er fikse bedragen voor vrijgemaakt. De Vlaamse regering zoekt nog steeds. Maar wel de mond vol over de o zo noodzakelijke verspreiding van de Nederlandse taal en cultuur.
Praatjes vullen geen gaatjes.
Hopelijk vindt de Vlaamse regering ook wel wat. Anders wordt de Gemengde Commissie bij het cultureel akkoord van meetaf aan behoorlijk belachelijk gemaakt.
Nog iets vergelijkbaars op een ander vlak: dat van het boek. Uitgever Martin Ros wil al jaren een Groot-Nederlandse biografieprijs in het leven roepen. Het ene jaar in Dordrecht, het andere ergens in Vlaanderen. Een bedrag van fl. 50.000 of zo'n miljoen BF. Nee, in Vlaanderen valt dat bedrag niet om de twee jaar bij elkaar te harken. Een rondgang bij de besturen van enkele grote Vlaamse steden leverde wel gulle ontvangsten op, maar verder geen rooie duit. Martin Ros: ‘Ze willen niet. Ze spelen dan maar met Nederland mee. Ze spelen dan niet de eerste viool. Ze willen hun eigen rol.’ Arm Vlaanderen.