| |
| |
| |
Een Nederlandse satelliettelevisiezender: betekenis en belang voor de Nederlandse taal en cultuur
● Marcel Janssens
Een paar weken geleden zag ik op een hotelkamer in Madrid zeer laat op de avond via de kabel een volledig tv-journaal van de RTBF op de zender TV5. Die avond heb ik via het tv-scherm in Madrid kunnen vernemen dat de Belgen allemaal te snel met de auto rijden, zoals bleek uit een enquête van Touring Wegenhulp. Ik weet niet welke boodschap de Spaanse kijkers van TV5 daar aan gehad kunnen hebben, maar voor de Franstalige kijkers van die zender, en in het bijzonder voor Franstalige Belgen in Spanje was dat toch lekker meegenomen.
Ik dacht aan dat voorval, toen Guido Logie mij, ex-literatuurkundige, vroeg om aan dit symposium BVN. De satelliettv-zender van Vlaanderen en Nederland met een lezing mee te werken. Ik ging al aan het wensdromen en zag het beste van Vlaanderen en Nederland al via de satelliettv-zender BVN of zelfs al op de kabel in Spanje beschikbaar voor Nederlandstaligen, maar ook voor Spanjaarden die het Nederlands machtig zijn, of het willen leren, of willen oefenen, studenten Nederlands bijvoorbeeld uit Madrid,
of Salamanca, of Barcelona. Ik heb me vast voorgenomen om bij een volgend bezoek de beeldmedia ginds al duchtig af te tasten. Ik neem mijn hartenwens dus maar al voor werkelijkheid en beeld me het project van de satelliettvzender BVN in als gerealiseerd.
Ik beeld het me zelfs in buiten Europa. Ik herinner me een bijeenkomst met Nederlanders en Vlamingen in Paramaribo in Suriname, waar wij allemaal gespannen naar de nieuwsberichten van de Nederlandse Wereldomroep over de radio zaten te luisteren. We zijn nu vijftien jaar verder. Nu moet via satelliettv het beste van onze producties in Nederland en Vlaanderen binnen en buiten Europa bereikbaar zijn. Dat zijn wij vanuit de Nederlanden aan de technotoop van de multimediale informatie waarin wij leven, verplicht. Wij exporteren naar het schijnt zulke technisch uitstekende tv-toestellen; waarom zouden wij niet even waardevolle cultuurprogramma's via satelliet kunnen uitzenden?
| |
Spanje
Maar ik wil niet blijven dromen. Ik tracht hier en nu, zoals mij werd gevraagd, met beide voeten op de grond, de betekenis en het belang van zo'n Nederlandse satellietzender voor de Nederlandse taal en cultuur met stippellijntjes te omschrijven. Dat
| |
| |
zogenaamde ‘belang’ verdient veel ruimer toegelicht te worden dan hier en nu kan geschieden. Ik wil dat belang vooral profileren tegen de achtergrond van de bekendmaking van onze taal en cultuur buiten de grenzen van de Nederlanden - een taak die ik als een zeer belangrijke component van ons cultuurbeleid aanreken. Ik beeld mij dus in dat de zender als seismograaf van de cultuur der Nederlanden in het buitenland ook fungeert voor burgers die niet uit de Nederlanden stammen, kortweg voor buitenlanders. De diagnose van onze bekendheid in het buitenland, waar ik hier een paar trekjes van kan vermelden, vervult mij echter niet zozeer met vreugde en tevredenheid. Wie met mij even op reis wil, zal dat gevoel van ongemak en ontevredenheid misschien wel delen.
Ik keer even terug naar Madrid, begin november 1997. Ik heb daar weer dagen en dagen doorgebracht in de cataloguszaal van de Biblioteca Nacional, Centro de Investigación, de best uitgeruste bibliotheek van heel Spanje, waar dus ook de meest volledige, in Spanje beschikbare documentatie over de Nederlandse taal, literatuur en cultuur te vinden moet zijn. Alleen al aan de onbeschrijflijke verwarring in verband met de benaming van onze taal en literatuur erger ik me nu al jaren, tevergeefs. De verwarring tiert daar in die steekkaartenkasten alom, tot over de rand van het groteske.
De Biblioteca Nacional catalogiseert conform het internationaal gangbare UDC-systeem, een aparte ‘Literatura belga’, waar Franstalige Belgische schrijvers zoals Maeterlinck en de Ghelderode in thuishoren, naast de Franse vertaling van Conscience, die nochtans op de stofwikkel van dat bewuste boek voorgesteld wordt als ‘uno de los fundadores de la literatura flamenca’. Ook Felix Timmermans verzeilt met zijn Pallieter, nochtans ‘traduit du flamand’, bij de ‘Literatura belga’. Maar het zootje wordt nog chaotischer, wanneer het om de tweedeling ‘Literatura holandesa’ en ‘Literatura flamenca’ gaat. Pallieter, zoals gezegd al eens ondergebracht bij de ‘Literatura belga’, werd een keer vertaald ‘du flamand’ en een andere keer, door dezelfde vertaler nog wel, ‘du néerlandais.’ Ward Ruyslinck werd vertaald ‘del flamenco’, en Hubert Lampo dan weer ‘del holandés’. Vlamingen worden bij de ‘Literatura holandesa’ ingelijfd en omgekeerd. Streuvels werd vertaald zowel uit het Hollands als uit het Vlaams, enzovoort. Dat is allemaal even lachwekkend als beschamend. Ik zit daar nu al die tijd te wiebelen op mijn stoel van plaatsvervangende schaamte.
Om mijn gedachten een beetje te verzetten liep ik op de Gran Via binnen in de Casa del Libro, de grootste en meest prestigieuze boekhandel in Madrid. Daar staat op het gelijkvloers een tafel met de ‘Novedades’ van buitenlandse auteurs. In die stapel recent gepubliceerde boeken vond ik er twee uit onze literatuur: de onvermijdelijke vertaling van Het Achterhuis van Anne Frank, in november 1996 nog eens uitgegeven en vertaald ‘del neerlandés’, en de Spaanse vertaling van het boek Vallen van Anne Provoost, onder de titel La Caida, maar dit keer vertaald ‘del holandés’. Anne Frank dus uit het Nederlands en de Vlaamse Anne Provoost uit het Hollands. Ik heb afgeleerd mij daar nog verder over op te winden, maar burlesk is het
| |
| |
wel. Ik dacht terug aan wat de Spaanse radio een paar jaar geleden berichtte over Lissabon als nieuwe culturele hoofdstad van Europa. De nieuwslezer las bloedserieus ‘Lissabon neemt vandaag het vaandel van culturele hoofdstad over van... la cividad holandesa Amberes’.
| |
Onkunde
Dergelijke aloude chaos wordt natuurlijk veroorzaakt door onkunde, slordigheid en zeker ook gemis aan belangstelling van buitenlanders voor de eigenheid van onze taal en cultuur. Wij raken hier aan het zo stekelige probleem van onze internationale herkenbaarheid en zichtbaarheid als taalgebruikers en als inwoners van de Lage Landen. Het begint al bij de wetenschappelijke benamingen voor de cultuurtaal, het Nederlands, die ook wij, Vlamingen, spreken en schrijven: dat wordt daar in het beste geval ‘neerlandés’, ‘nederlandes’ in het Portugees en ‘neerlandese’ in het Italiaans (hoewel 99% van de Italianen ‘olandese’ zullen zeggen), en natuurlijk ‘Dutch’ in het Engels (hoewel Amerikaanse neerlandici in hun gevecht tegen de bierkaai graag ‘Netherlandic’ gebruiken). Hoe dikwijls heb ik al in de Verenigde Staten moeten horen: ‘You say you come from Belgium and you are Flemish and your language is Dutch. How come? Why don't you speak Flemish or Belgian?’ Of als ik het waag te zeggen: ‘My mother tongue is Netherlandic’, dan bots ik tegen zo iets aan: ‘Oh yes, so you come from the Netherlands. Do you come from Amsterdam?’
U weet toch wat een groep Belgische jongeren die in de Midwest een fietstocht maakten, is overkomen? Ze hielden ergens halt in een jeugdherberg in een stadje en de heel vriendelijke waard vroeg hun waar ze vandaan kwamen. Toen ze antwoordden ‘from Belgium’, zei de man: ‘Belgium, oh yes, that must be a long way with a bicycle!’ Ik heb zelf meegemaakt toen ik met een collega op een bijeenkomst was in Californië, dat de voorzitter van die vereniging met trots uitriep: ‘We have exported a lot of tobacco to Europe: to Holland, Belgium, the Netherlands and other Scandinavian countries.’
Maar we moeten voor zoveel burlesk onverstand zelfs de grote plas niet over. Toen wij in 1993 samen met Nederland de eer genoten als ‘Schwerpunkt’ te fungeren op de Frankfurter Buchmesse, sprak Jacques Delors in zijn openingspeech van ‘la langue hollandaise’ en ‘la langue flamande’. En toen Vrijdag van Hugo Claus in Londen in première ging onder de titel Friday, kregen de toeschouwers een foldertje waarin geschreven stond, zwart op wit: ‘Hugo Claus is een zeer productief auteur. He writes in three languages: in Dutch, Flemish, and Belgian.’
| |
Orde in de chaos?
Ik weet niet of onze satelliettv-zender in het komende decennium in die chaos binnen en buiten Europa wat orde zal kunnen scheppen, maar ik hoop dat van ganser harte. Er valt nog heel wat werk te doen ten bate van onze internationale profilering als Nederlandssprekenden. Echt álle baten helpen op dit vlak vol stoppels en kuilen, en een tv-zender die het Beste van Vlaanderen en Nederland zou kunnen bieden, zou als speerpunt in dat proces van profilering kunnen fungeren. Ik denk daarbij, zoals gezegd, niet zozeer aan de al bekeerde parochie van Nederlanders en Vlamingen in het buitenland, maar aan dat enorme potentieel van niet-Nederlandstalige luisteraars en kijkers die van ons, dus uit de eerste hand, op geregelde tijdstippen in kwaliteitsprogramma's van ons eigen maaksel zouden kunnen vernemen wie we zijn en wat we voor degelijks doen.
Er staat vanzelfsprekend veel meer op het spel dan de correcte inschatting van onze taal. Het gaat om de bekendmaking en de promotie van het beste van de cultuur der Lage Landen op de internationale cultuurmarkt in Europa en ver daarbuiten. En dat culturele ambassadeurschap via een satelliettv omvat de promotionele zorg zowel voor het culturele patrimonium dat ons verleden ons aanreikt, als voor de waardevolle en wetenswaardige evenementen in de actualiteit uit de Nederlanden nu.
| |
Wereldomroep
De radio-wereldomroepen van Nederland en Vlaanderen hebben op dat stuk met grote deskundigheid hun onomstreden nut bewezen. Nu is daar de laatste jaren de televisieomroep bijgekomen.
Radio Nederland Wereldomroep, de RNWO, zit al een paar jaar met radio- en televisieprogramma's in een zestal talen op Internet. Er is wekelijks een programma met nieuws uit Nederland op CNN World Report. Die programma's van de RNWO worden ook al uitgezonden via satelliet. En er roert nog meer in televisieland: Radio Netherlands Television, de RNTV, verzilvert documentaire bijdragen over de Nederlandse samenleving in een Europese context ten gerieve van vele buitenlandse stations. Naast een selectie uit de beste programma's van de Nederlandse openbare omroepen worden ook nieuwe, speciaal op het buitenland gerichte uitzendingen aangeboden op een televisie-cultuurmarkt die niet alleen mondiaal onoverzichtelijk maar ook onmeedogend concurrerend geworden is.
Het is verheugend te mogen constateren, dat de Nederlandse Wereldomroep ook een aantal documentaires en informatieve programma's van de BRTN heeft ingelast. Welke vader of grootvader zal niet graag vernemen, dat zo een kostbaar kleinood als Tik Tak in het pakket van de Nederlandse Wereldomroep zit? Verdient dat niet de vermaardheid van zo iets als Sesamstraat? Het journaal van de
| |
| |
BRTN, afleveringen van Ter zake en Panorama of fragmenten uit De zevende dag zouden ook in die korf van informatie en documentaires niet misstaan. De opname van dergelijke BRTN-bijdragen in het aanbod van de Nederlandse Wereldoproep ligt al dicht bij onze doelstelling van vandaag: een nauwere, structureel en organisatorisch efficiënte samenwerking van Nederland en Vlaanderen bij het opzetten van een satelliettvstation, en dat vanzelfsprekend van hogerhand bekrachtigd en ondersteund door ons beider regeringen. Dergelijke programma's van Nederlandse bodem hebben zoveel bijval gekend in het internationale milieu dat de Nederlandse Tweede Kamer de wereldomroep en de NOS de opdracht heeft gegeven om een nieuwe internationale televisiezender via satelliet in werking te stellen die zich zou richten tot kijkers van Nederlandse herkomst waar ook in Europa. Luidde de leuke slogan van de RNWO ‘Ver weg de beste!’, dan zou de nieuwe televisiesatelliet BVN gedoopt worden: ‘het Beste van Nederland’. BVN dus, de drie hoofdletters waar de werkgroep Media van het Algemeen-Nederlands Verbond andere afkortingen dan de tot dusver gebruikelijke in wil zien.
| |
Samenwerking
Nu de Nederlandse Wereldomroep zijn bereidheid heeft getoond om de zomerwerking met de Vlaamse openbare omroepstations in een hechtere structuur te gieten, is het moment aangebroken om ons er gezamenlijk over te bezinnen welk buitenbeeld wij van de Nederlanden in Europa en daarbuiten willen uitstralen en wat de betekenis van zo'n uitstraling kan zijn voor onze Nederlandse taal en cultuur.
Het is hier niet de plek om dat uit te stralen beeld van de Nederlanden te gaan verbinden met bespiegelingen over onze zogenaamde culturele en/of etnische ‘identiteit’. Nog afgezien van de vraag of we die ‘identiteit’ al zouden moeten opsplitsen in Noord en Zuid, ligt dergelijke probleemstelling niet zo lekker bij jongere intellectuelen die lak hebben aan soortgelijke mythen, ficties of ‘sprookjes’, die, zij, naar eigen zeggen, gerust kunnen missen, ja die het debat over onze ‘eigenheid’, zo die er dan toch moet zijn, alleen maar vertroebelen in onfrisse frasen. Dat zeggen zij, maar zij dolen.
Ik wil helemaal niet de gemakkelijkste weg als uitvlucht kiezen, maar ik zou de beroemde slogan van August Vermeylen willen omkeren: niet Vlaming zijn om Europeaan te worden, maar van meet af aan en weldoordacht Europeaan, wat zeg ik, wereldburger zijn, om zich als Vlaamse intellectueel te kunnen profileren, wars van voze folklore.
De Nederlanden, zo lees ik tegenwoordig meer en meer, zijn in wezen een eksterregio, en dat sinds eeuwen
| |
| |
en eeuwen. Zij vormen een uitgelezen ontmoetings- en doorgangsruimte voor de meest diverse internationale stromingen die wij plegen op te vangen, naar onze hand te zetten en door te geven, gekenmerkt met iets en als iets van ons. Onze roeping, op grond van onze geschiedenis en van onze geografische biotoop, is die van een interculturele tekstverwerker te zijn, denk maar - om even een paar voorbeelden uit de hedendaagse literaire sector te vermelden - aan eminente tekstverwerkers als Harry Mulisch, Hugo Claus, Walter van den Broeck of Paul Claes. Die ekstercultuur heeft er de jongste decennia een verrijkende multiculturele component bij gekregen. Die penetratie van culturen is zeker niet het zegelmerk van het imago van de Nederlanden, maar het is er toch een zeer eigen kenmerk van.
| |
Trots
Die satelliettv-zender waar wij van dromen, zou dan documentaires over het beste van onze cultuur kunnen uitstralen. En voorwaar, wij zijn niet alleen een ‘volk van schilders’. Onze polyfonie uit de late middeleeuwen en het begin van de moderne tijd, bijvoorbeeld, geniet weer volop een wetenschappelijke en populaire interesse. Ons cultureel patrimonium is rijk en stevig genoeg om op een internationale markt overeind te blijven. Daar moeten wij kijkers uit de Nederlanden in het buitenland alvast niet van overtuigen, maar dat is een uitgelezen kijkmenu voor echte buitenlanders die iets over ons willen vernemen. Dat beste van onze bodem mogen wij hun met niet misplaatste trots voorhouden, professioneel, deskundig, zorgvuldig verpakt, met een strikje van onze joviale openheid, en van onze taalvaardigheid.
Ja, ook van onze befaamde, hoewel tegenwoordig wat getaande talenkennis. Wanneer de Nederlandse Wereldomroep programma's in het Engels op CNN World Report kan uitzenden, stel ik me voor dat de BVN ook van het Engels gebruik zou maken. Wij hebben geen TV5 om tegenaan te leunen in de late uurtjes, wij moeten onze eigen stek op de satelliet veroveren. En dat kan voor niet-Nederlandstaligen het best ook in het ‘Latijn van de 21e eeuw’.
Dat geldt niet alleen voor de internationale expositie van die iconen uit ons cultureel erfgoed, maar ook voor berichten over de culturele, maatschappelijke, politieke, sportieve actualiteit in de Nederlanden, met al de verdiepende en verruimende commentaren die zo'n berichtgeving op internationaal niveau vergt. Als Nederland in de Kuip van Feyenoord België met 3-0 verslaat, mag dat ook op die satelliet, waarom niet? Van kapitaal belang is in die promotie van Nederland en Vlaanderen de inbedding of, wat deftiger uitgedrukt, de contextualisering van ons nieuws in de Europese omgeving. Geen particularistische navelstaarderij, geen achterhuisjesmentaliteit moge de toenadering bepalen, maar een open interculturele positionering op de Europese culturele landkaart. Dergelijke even zorgvuldige als professioneel veeleisende berichtgeving kan niet slecht scoren in de slag om de meerwaardekijkers. Wij zijn toch mans genoeg om die meerwaarde ook op de satelliet te bieden, in onze eigen taal of in een vreemde, via bestaande programma's of via nieuw voor internationaal verbruik gemaakte, zo die maar met passende Europese bijsluiters worden aangeboden.
| |
Het beste van Vlaanderen en Nederland
Droom ik dan, ten slotte, wanneer ik de drie hoofdletters BVN wil invullen op de manier die de werkgroep Media van het Algemeen-Nederlands Verbond voorstelt, met name als: het Beste van Vlaanderen en Nederland? De Nederlandse overheid heeft zich ten gunste van die satelliettv-zender uitgesproken. Het moment lijkt gunstig om ook de Vlaamse regering daadwerkelijk te betrekken bij het opzetten van een algemeen-Nederlandse satelliet als boodschapper van het beste uit de Nederlanden van boven en beneden de rivieren. Ons symposium moge zelf een signaal daartoe naar Brussel uitzenden, op een papieren drager, per GSM, per e-mail of voor mijn part via satelliet.
Zo BVN op korte termijn inderdaad uitgesproken zou mogen worden als het Beste van Vlaanderen en Nederland, dan zou ik dat ervaren als de meest spectaculaire en meest geslaagde wijziging van de invulling van drie letters in een afkorting die ik ooit heb meegemaakt. Het lijkt zo eenvoudig over te stappen van BVN naar BVN-plus. Nu nog die tweede invulling van BVN op satelliet, en we kunnen volgend jaar in dat hotel in Madrid in het commentaar in onze moedertaal bij de beelden vernemen dat Nederland op 13 juni a.s. in het Stade de France in Parijs weer eens tegen België heeft gewonnen met 3-0. Eerlijk gezegd, dat wens ik niet - ik bedoel: die score. Ik wil in elk geval in Madrid geen hotel zonder satellietantenne. |
|