Stand van zaken
Wat de BRTN betreft: haar standpunt is helder. De BRTN/VRT heeft in juni een beheersovereenkomst afgesloten met de Vlaamse Gemeenschap. Eventuele toekomstige satelliet-tv-uitzendingen zijn daarin niet opgenomen. (Overigens, terzijde: RTBF-programma's zijn al enkele jaren in Europa te ontvangen via de Franstalige satellietzender TV5). In een media-ontwikkeling met een explosieve groei aan satellietkanalen zijn ook voor de BRTN en haar toekomst satellietuitzendingen niettemin van belang.
‘Maar laten we realistisch zijn’, zei een BRTN-collega mij laatst, ‘het is niet te verwachten dat wij op korte termijn een avondvullend programma via eigen satellietuitzendingen zullen realiseren. Dat kunnen we eenvoudig niet opbrengen. Of het gaat ten koste van onze “normale” uitzendingen voor het eigen publiek in Vlaanderen zelf, en dat willen we niet.’ Dat hoeft gelukkig ook niet.
De nauwe programmatische samenwerking in BVN-verband biedt de BRTN alle mogelijkheden om belangrijke onderdelen van het eigen programma aan het Vlaamse en Nederlandse publiek in Europa - en daarbuiten - aan te bieden. De BRTN krijgt bovendien een zetel in het bestuur van BVN en kan zo ook bestuurlijke invloed uitoefenen. Het is dus voor de BRTN een volwaardige participatie in een gezamenlijk project met Wereldomroep, NOS en de Nederlandse regionale tv-omroepen. BVN kost geld. Vooral geld voor de satelliettransponders (meervoud).
Want we zenden zowel analoog als digitaal uit. Waarom doen we dit?
Waarom geven we veel geld uit aan analoge uitzendingen? Simpelweg omdat in Europa het grootste deel van ons kijkerspubliek nog over een analoge ontvanger beschikt. We verwachten dat het merendeel van onze kijkers over een à twee jaar over voldoende - betaalbare - digitale ontvangstapparatuur beschikt, zodat we met de dure analoge uitzendingen kunnen stoppen en alleen nog digitaal zullen uitzenden. In deze overgangsperiode zijn we dus relatief kostbaar bezig.
Laat ik de kosten van tijdelijke analoge uitzendingen buiten beschouwing, dan gaat het bij BVN structureel op jaarbasis in totaal om veertien miljoen gulden. Daarvan is drie en een half miljoen gulden voor rekening van de Wereldomroep, namelijk de kosten voor het produceren van het eigen programma. Rest op jaarbasis tien en een half miljoen gulden. Op 11 december 1997 hebben NOS en Wereldomroep een overleg met staatssecretaris Nuis over de toekomstige financiering van BVN. Ik heb de hoop dat er dan een structurele oplossing wordt gevonden, en ik hoop dat Vlaanderen niet wil achterblijven en bereid is een bijdrage aan dit gezamenlijke project te leveren. Als we van BVN het gezamenlijk Nederlandstalig kanaal willen maken, dan dienen de drie letters ‘BVN’ niet te staan voor het Beste Van Nederland zoals nu het geval is. Dan staat BVN met recht en reden voor het gezamenlijke Beste van Vlaanderen en Nederland. Want dat is immers ons doel. Dat is ook wat wij samen elke dag aan onze taalgenoten in Europa laten zien.
Ik sluit af en zeg in alle bescheidenheid na wat Fleerackers en Jurgens in 1985 aan Minister Brinkman schreven: ‘Het is nu de ideale tijd voor actie voor culturele integratie bij de omroep. Laten we dit moment passeren, dan wordt opnieuw voor jaren een ontwikkeling op dit terrein geblokkeerd.’ Laat dit niet opnieuw gebeuren.
Ik roep u en dit symposium op tot steun aan het Beste van Vlaanderen en Nederland.