Eurotopia
De Europese Unie die ons door het Verdrag van Maastricht werd voorgespiegeld als een ideale maatschappij waarin alle Europese burgers in vrede naast elkaar zouden leven, begint in steeds meer opzichten op het zestiende-eeuwse Utopia (1516) van Thomas More te lijken. Ook More riep het beeld op van een nieuwe maatschappij bedacht op het welzijn van de hele bevolking. Maar ook Mores Utopia beknotte de persoonlijke vrijheid. Alle middelen om Utopia in stand te houden waren geoorloofd, ook de meest laakbare. Ik krijg zo langzamerhand het gevoel dat het met Europa dezelfde weg opgaat.
Zolang Europa slechts die wensdroom was van een grotere economische handelszone, waarin ruimte zou komen voor vrij handelsverkeer, kon de Europese gedachte op het begrip en het gedogen van de Europese burger rekenen. Maar sinds het verdrag van Maastricht lijkt er plotseling van alles mis met die Europese Unie. De Denen roepen feestelijk ‘nej’, de Fransen moeten behoorlijk opgepept worden om hun fiat te geven via een referendum en de Engelsen keren zich verontwaardigd af van hun Europolitici en de Noren laten het al helemaal afweten. Europa, zo mooi begonnen in Rome, zo snel gebetonneerd in Maastricht, lijkt plotseling al zijn charme kwijt.
Zelfs de technocraten en de intellectuelen geven nu onomwonden blijk van twijfel en ontreddering. Jacques Attali, ex-voorzitter van de Europese Bank voor Wederopbouw en Herstel, heeft net een boek uitgebracht met de veelzeggende titel Europe(s), veelzeggend omdat er aan Europe een meervouds-s tussen twee haakjes is toegevoegd. Attali's beeld van Europa is heel wat minder rooskleurig dan dat van het verdrag van Rome. Voor hem bestaat Europa zelfs niet: het is geen continent, geen cultuur, geen volk en het wordt zelfs niet gedragen door een gemeenschappelijke droom of lotsbestemming. Er zijn slechts Europa's. De poging om die te verenigen in een steeds groter wordende Unie is volgens Attali gedoemd om te mislukken. Een ruimere Unie kan volgens de Fransman Attali nooit meer worden dan een loutere vrijhandelszone, gedomineerd door het nieuwe Duitsland.
De Eurotopisten vonden het niet nodig rekening te houden met de culturele eigenheid of de identiteitsgevoelens van de Europese burgers. Meer zelfs, Eurotopia werd gebouwd op de illusie van de Europese eenheidscultuur. Erasmusprijswinnaar R. Guardini in de jaren zestig: ‘De culturele eenheid van Europa lijkt zo evident dat men zich afvraagt hoe er het bewijs van te leveren zonder banaal te worden en in gemeenplaatsen te vervallen.’
Sinds Maastricht klinkt een dergelijke uitspraak niet meer overtuigend. Het uitvlakken van politieke en economische grenzen blijkt integendeel het besef van culturele diversiteit en culturele identiteit versterkt te hebben. De plotseling al te nabije burenculturen hebben dat identiteitsbesef gevoelig aangewakkerd.
Dit leidt meteen ook tot vernieuwde aandacht voor de eigen taal. Te veel bevlogen eurokraten staan nu al te trappelen om die hinderlijke kleine talen uit hun Eurotopia te verbannen. Maar natuurlijk moeten politici gestimuleerd worden door de taalgemeenschap. Als die onverschillig is en de toekomst van het Nederlands verwaarloost en berust in een anglofone of anderstalige toekomst, dan zullen de politici zich ook niet sterk maken om de positie van het Nederlands in Europa te verankeren. Europa zelf zal dat niet doen!
Ludo Beheijt