Bratislava
Wie over de Donau van Wenen naar Boedapest vaart, ziet op ongeveer een klein uurtje van Wenen aan de horizon een grote berg oprijzen met daarop ruïnes. Het is de Devin met de resten van de Grootmoravische burcht. Een ogenblik later vaart de boot om het eiland bij Karelsdorp (Karlova Ves) heen en zien wij in de verte een reusachtige brug over de Donau met links een tweede burcht, waarop fier de Slowaakse vlag wappert: de zetel van de Slowaakse president en van het Slowaakse parlement. Eenmaal onder de brug doorgevaren zien wij rechts van ons de onafzienbare betonmassa van de voorstad Petržalka en links koerst ons schip op de aanlegsteiger bij de Donauboulevard aan, achter welke de prachtige, Oostenrijks-Hongaars aandoende historische binnenstad van Bratislava ligt. We zijn hier op historische bodem: ooit was Bratislava
Praag (foto O. Karásek)
zoals Poszony de hoofdstad van het Hongaarse Apostolische Koninkrijk, sedert 1918 is het de hoofdstad van Slowakije, sedert begin 1993 een onafhankelijke staat.
Op nog geen steenworp afstand van onze aanlegsteiger ligt langs de Donau een groot grijsstenen gebouw. Ooit onder Maria Theresia gebouwd als kazerne, later bestuursgebouw, is dit gebouw sedert 1945 eigendom van de Filosofische Faculteit van de Comeniusuniversiteit. In dit gebouw, aan de Gondova 2, bevindt zich de op één na oudste vestiging Neerlandistiek uit het voormalige Tsjechoslowakije. De neerlandistiek begon hier met prof. dr. Frantiŝek Kalda. Prof. Kalda was sinds 1908 voor het Nederlands verbonden aan verschillende Praagse instituten, promoveerde op de Neerlandistiek met zijn proefschrift Westgermaanse flexie van het geslachtelijk voornaamwoord en begon in 1928 Nederlands en Afrikaans te doceren te Bratislava. Hij was tevens werkzaam bij de Slowaakse afdeling van het Scandinavische en Nederlandse Bureau te Praag en leidde verschillende studenten op, onder wie de enkele jaren geleden overleden vertaalster Júlia Májeková die een groot deel van de Nederlandstalige literatuur voor haar landgenoten toegankelijk maakte. Met het emeritaat van prof. Kalda kwam in 1959 een einde aan de lessen Neerlandistiek en Afrikaans in Bratislava.
Bij een bezoek aan vrienden in Bratislava kreeg ik in 1990 van dr. Rudolf Gedeon, scandinavist bij de Comeniusuniversiteit en vicevoorzitter van de vakgroep germanistiek en nordistiek het verzoek om behulpzaam te zijn bij de heropening van de studie Nederlands. Hoewel de boekenverzameling van prof. Kaldo onvindbaar bleek - deze kwam in de loop van de jaren stukje bij beetje gedeeltelijk weer boven water - en de financiën direct na de omwenteling een groot probleem vormden, ging hij met een taalcursus voor geïnteresseerden van start. Van onschatbare waarde bleken de boekensubsidies van de Nederlandse Taalunie en de boekengiften van het Prins Bernhardfonds, waardoor het boekenbezit van de studierichting van nog geen tien boeken in 1990 tot ruim 300 boeken in 1994 kon uitgroeien.
Universiteit te Bratislava (foto van auteur).