Nederlands als vreemde taal
Mevrouw Dijkhoff, de Minister van Onderwijs, ging in haar toespraak in op het beleid van de nieuwe regering ten aanzien van de taalproblematiek.
Hierbij moet men zich realiseren dat het onderwijs vanaf de basisschool geheel in het Nederlands wordt gegeven aan leerlingen, die in overgrote meerderheid op de benedenwindse eilanden Aruba, Bonaire de Curaçao het Papiamentu als moedertaal hebben en op de Bovenwinden St.-Maarten, Saba en St.-Eustatius het Engels.
In het regeerprogramma 1994-1998 is hierover opgenomen:
‘Speciale aandacht zal gegeven worden aan de plaats van het Nederlands binnen het basis- en het voortgezet onderwijs ter garandering van voldoende beheersing van het Nederlands in het basisonderwijs en optimale deelname aan het voortgezet onderwijs’.
De minister beklemtoonde dat het Nederlands nog steeds een belangrijke plaats inneemt in het onderwijs, ondanks het feit dat de moedertalen een steeds belangrijkere rol zijn gaan spelen in het onderwijsleerproces.
De ervaring met het Nederlands in het onderwijs, het reeds beschikbare leer- en leesmateriaal, het vervolgonderwijs in Nederland en de cultuurhistorische en politieke banden met Nederland zijn feiten, waarmee rekening gehouden moet worden in de beleidsvoering ten aanzien van het onderwijs.
Maar dan moet wel een eigentijdse Antilliaanse invulling gegeven worden aan het taalonderwijs. Er is tot heden nagelaten te investeren in de bijscholing van de Antilliaanse leerkrachten (die ook het Papiamentu als moedertaal hebben) en men verwachtte van hen dat zij zich als niet Nederlands sprekenden voor de klas als Nederlands sprekenden zouden gedragen.
‘De prijs die we voor onze onachtzaamheid hebben betaald is hoog. Te hoog’, zo stelde de minister. Tegenover de hoge onderwijsinvesteringen staan de onderwijsfrustraties van leerlingen, ouders en leerkrachten en het lage rendement. ‘Dan moeten wij gezamenlijk een onaanvaardbaar uitspreken’, meende de minister.
Kernconclusies in vrijwel alle gerapporteerde onderzoeken zijn de volgende:
- | het Nederlands is NIET de moedertaal van het Antilliaanse kind. Dat houdt in dat nederlandstalige onderwijsmiddelen die geschikt zijn voor het van huis uit nederlandstalige kind, niet zonder meer bruikbaar zijn voor kinderen met een andere thuistaal. |
- | het Nederlands is NIET een tweede taal voor het Antilliaanse kind op de Nederlandse
|