Belangenvereniging
Hoewel de veronderstelling dat ‘iedereen wel Engels verstaat’ apert onjuist is, wordt hier vrij makkelijk overheen gewalst. Een belangenvereniging van ‘niet Engels verstaanden’ is bij mijn weten nog nooit in het leven geroepen en de losse individu die op de barricaden klimt omdat hij geen Engels verstaat, moet ik nog ontmoeten. Het probleem van het Afrikaans lijkt te zijn dat niemand in de maatschappij het echt nodig heeft. Zakenmensen confereren in het Engels, de wetenschap drukt zich uit in het Engels - omdat dat zogenaamd zo lekker internationaal is - en iedereen die eruit ziet zoals een toerist (ondergetekende) wordt op straat in eerste instantie in het Engels aangesproken. (In mijn geval met de vraag: ‘Are you German?’, voor een Nederlander doorgaans een schop tegen het zere been.) Dat men thuis Afrikaans praat, lijkt leuk, maar na een generatie of twee is dat verdwenen.
Als het Afrikaans nergens nodig is in de maatschappij en zelfs als overbodig wordt ervaren, dan valt te verwachten dat er na verloop van tijd niet veel van over blijft. Volgens J.C. Steyn in ‘Afrikaans’: stand, taak, toekomst wordt de marktwaarde van het Afrikaans verhoogd door iedereen die op enige plek (variërend van de winkel om de hoek tot de contacten met de municipaliteit), Afrikaans praat.