3. Regionale organisaties: De Nederduitse literatuur, maar ook het alledaagse gebruik van het Nederduits als gesproken taal worden aangemoedigd en ondersteund door talrijke regionale en lokale organisaties, zoals geschiedenisheemkunde- of folklorekringen, auteursverenigingen en dergelijke meer. Deze verenigingen leveren een grote inspanning om het gebruik en het aanzien van het Nederduits te verbeteren; zij organiseren o.a. leeswedstrijden onder de schoolgaande jeugd, openbare lezingen van dialectauteurs, of Nederduitse taalcursussen.
4. De literatuur: er is, zoals reeds aangeduid, een omvangrijke hedendaagse Nederduitse literatuur ontstaan met een traditie van ruim 150 jaar, met een aanzienlijk aantal uitgevers die gespecialiseerd zijn op regionale literatuur en op publikaties in of over het Nederduits, met auteurs-cirkels en literaire verenigingen, congressen, tijdschriften - kortweg: een infrastructuur zoals deze verwacht kan worden voor het literaire leven van zo'n 20 miljoen potentiële sprekers van het Nederduits.
5. Het toneel: Het Nederduits theaterleven heeft een even oude traditie als de moderne Nederduitse literatuur in het algemeen, vooral dan in de vorm van toneelverenigingen voor amateurs. Er bestaan echter ook enkele professionele theaters die volledig voor Nederduitse toneelstukken of stukken in de Noordduitse omgangstaal zijn voorbehouden, zoals het Ohnesorg-Theater te Hamburg, het Ernst-Waldau-Theater te Bremen en de Fritz-Reuter-Bühne te Schwerin, en verder zijn er nog enkele semi-professionele Nederduitse theaters in grotere steden zoals Rostock, Flensburg, Kiel, Bremen, Oldenburg en Münster.
6. Het muziekleven: Afgezien van de traditionele volksmuziek werd het Nederduits ook door tekstschrijvers en componisten van moderne populaire muziek overgenomen, vooral sinds de jaren zeventig. Er is een aantal muziekgroepen of ‘Liedermacher’ die zich uitsluitend of voor een groot deel toeleggen op het herontdekken van traditionele en de ontwikkeling van nieuwe populaire muziek op Nederduitse teksten.
In Bremen wordt in de theaters nog van vele Nederduitse teksten gebruik gemaakt.
7. De audiovisuele media: Het Nederduits is eerder van marginale betekenis in TV-programma's, waar het vertegenwoordigd is door enkele talk shows (‘Talk op Platt’) en occasionele toneelstukken van Nederduitse theaters. Meer ruimte is er voor het Nederduits in de radio-uitzendingen van de grote Noordduitse omroepstations WDR, NDR, Radio Bremen en ORB, alsook de regionale zenders, die regelmatig luisterspelen, features en volksmuziekprogramma's en zelfs twee keer per week het nieuws (Radio Bremen) in het Nederduits uitzenden.
8. De printmedia: tijdens de laatste decennia zijn er in bijna alle regionale dagbladen van Noord-Duitsland speciale Nederduitse columns en glossen geïntroduceerd waarin meestal regionale of lokale gebeurtenissen becommentarieerd worden. Kranten of tijdschriften volledig in het Nederduits geschreven bestaan tot dusverre niet.
9. De kerken: Vooral in de Protestantse kerken van Noord-Duitsland zijn intussen erediensten in het Nederduits vrij regelmatige gebeurtenissen, ook al zijn zij beperkt tot enkele keren per jaar. Protestantse dominees die dergelijke diensten aanbieden hebben een eigen vereniging gesticht voor de uitwisseling van ervaringen, ideeën en teksten; zij publiceren daarvoor een eigen periodiek.
We mogen dus met Heinz Kloss (1978) concluderen dat het Nederduits, vergeleken met de Middel- en Opperduitse dialecten, niet alleen als ‘Abstandssprache’, d.w.z. genetisch gezien als aparte taal, te beschouwen is, maar eveneens sinds enige tijd de status van ‘Ausbaudialekt’ of standaardtaal anderzijds. Aan deze conclusie mogen we de opmerking toevoegen dat tijdens de 15 jaar sinds de publikatie van Kloss'bevindingen, het Nederduits zijn culturele betekenis heeft kunnen verruimen.